- Dossier
Door Joéllie Sprumont
Vier verzamelingen die eindelijk verenigd zijn
Na 50 jaar gemeenschappelijke geschiedenis, zijn vier verschillende maar elkaar aanvullende verzamelingen uiteindelijk samengebracht op één en dezelfde plaats. Het is in La Boverie dat de bezoekers het beste van de Schone Kunsten van Luik zullen vinden: de vier verzamelingen, van de renaissance tot op heden.
Het Museum voor Schone Kunsten (BAL), het Museum voor de Waalse Kunst (MAW), het Prenten- en Tekeningenkabinet (CED) en het Fonds voor Oude Kunst zijn eindelijk samengebracht na meer dan vijftig jaar afwisselende verenigingen en scheidingen. Er was meer dan anderhalf jaar werk nodig om de werken te kiezen, deskundigen te raadplegen, teksten te schrijven en, ten slotte, de catalogus te publiceren. Régine Remon, eerste conservatrice van het Museum voor Schone Kunsten van de Stad Luik, is daar heel verheugd over: “We wilden al een hele tijd een gezamenlijke catalogus maken voor de vier verzamelingen. De moeilijkheid bestond erin belangrijke meesterwerken samen te brengen en tegelijk de Luikse kunstenaars tot hun recht te doen komen, zonder ze te verzwakken.” Een aantalwerken dat niet beschikbaar is in La Boverie, kan op afspraak door de bezoekers worden bekeken in de museumreserves van het ‘Îlot Saint-Georges’.
De 2500 m2 grote kelder van La Boverie werd speciaal ingericht om plaats te bieden aan de permanente verzamelingen die van Schone Kunsten komen. De ruimte is voorbehouden aan de kostbaarste werken, die niet aan natuurlijk licht mogen worden blootgesteld.
De Luikenaars
Lambert Lombard (1506-1566), een erkende renaissanceschilder en humanist, heeft een belangrijke rol gespeeld voor de toenmalige ontsluiting van de streek van Luik. “Wij hebben een verzameling van 800 unieke en in goede staat verkerende tekeningen van de kunstenaar en zijn atelier. Om de drie maanden gaan we daar vijf of zes van tentoonstellen. We moeten met een rotatiesysteem werken,want het papier vergeelt en de inkt verbleekt”, legt Régine Remon uit.
Naast Lambert Lombard is er Gérard de Lairesse (1641-1711), een andere 17de eeuwse schilder uit de Vurige Stede. Deze kunstenaar van bij ons verdient het om in de belangstelling te worden geplaatst; hij was immers vooral bekend in Nederland. Toen hij pas 22 jaar oud was, maakte hij meer bepaald een beroemd schilderij, La Descente d’Orphée aux Enfers.
Gilles-François-Joseph Closson (1798-1842), een Luikse schilder en tekenaar, dient ook te worden vermeld. Hij verbleef vier jaar in Rome, in dezelfde periode als de Franse schilder Jean-Baptiste Camille Corot, en hij maakte meer dan 600 werken, waarvan de meeste in de openlucht werden geschilderd (zie de bijdrage over de tentoonstelling En Plein Air hier).
Lambert Lombard. Lambert Lombard et sa famille. © Ville de Liège – Musée des Beaux-Arts
De buitenlandse kunstenaars
Onder de voornaamste stukken die door de Stad Luik werden verworven, vindt men een van de beroemdste werken van Pablo Picasso, Familie Soler (1903). Om te vernemen hoe dat belangrijke werk in de Vurige Stede geraakte, moeten we verscheidene decennia teruggaan in de tijd, meer bepaald tot 30 juni 1939. Die dag organiseerde het naziregime in Luzern, Zwitserland, een grote veiling van kunstwerken die als ‘ontaard’ werden beschouwd. Een Luikse delegatie die daarbij aanwezig was, kocht negen uitzonderlijke schilderijen1. Die verzameling wordt vandaag als een ‘schat’ beschermd door de Federatie Brussel-Wallonië. Aangezien Luik zijn budget niet volledig had besteed in Luzern, ging de delegatie op 1 augustus 1939 ook naar Parijs. Daar kocht de Stad nog negen andere doeken2.
De aangekochte werken bleven niet beperkt tot Luzern en Parijs. In de loop der jaren verwierf Luik nog heel wat andere schilderijen. “We hebben indrukwekkende verzamelingen uit de moderne en de hedendaagse tijd: Picasso, Gaugin, Chagall, Monet, Kokoshka, Ensor, Ingres. En dat is ook dankzij de schenking die Fernand Graindorge in 1981 deed”, legt Régine Remon uit. De verzamelaar en industrieel Fernand Graindorge heeft immers 70 werken uit zijn verzameling (Toulouse-Lautrec, Matisse, Arp, Magnelli, Dufy, Poliakoff, Picasso, Vasarely) aan de vroegere Franse Gemeenschap geschonken voor Luik.
Paul Gauguin, Le Sorcier d'Hiva Oa. © Ville de Liège – Musée des Beaux-Arts
Een radicale keuze
De selectie van de werken was geen gemakkelijke stap. Er moest worden gekozen uit duizenden doeken, beeldhouwwerken, tekeningen en etsen. Een vijftiental medewerkers van het museum en de wetenschappelijke instellingen hebben het werk onder elkaar verdeeld en teksten opgesteld. Hoe moest men de werken kiezen? Régine Remon gaf enkele criteria: de representativiteit van de kunstenaar (periode, beweging) en van het werk in zijn loopbaan, de goede staat van bewaring, de beschikbare documentatie en de aanwezigheid van verschillende kunsttakken (etsen, tekeningen en foto’s).
Van de eigen manifestaties van het Museum voor Schone Kunsten bleven de ‘Biennale de la Gravure’(12e editie) en de ‘Espace Jeunes Artistes’ behouden in La Boverie. Naast die evenementen, wordt er elk seizoen een (gerestaureerd, geleend of geïdentificeerd) werk onder de aandacht gebracht door het wetenschappelijk personeel. “Zopas werd er een doek van de Luikse schilder Léonard Defrancegerestaureerd. Onderaan het schilderij ontdekten we een hond, die onder het vernis verborgen zat”,vertelt Régine Remon.
INLICHTINGEN:
PICASSO MET ESCORTE IN JAPAN
Wereldwijd wordt er veel uitgeleend tussen musea. En het Museum voor Schone Kunsten van Luik maakt daarop geen uitzondering. “Het BAL is vrijgevig. Wij leggen vertrouwenscontacten en vormen partnerschappen. Le Port du Havre van Claude Monet is in het Musée Marmettan in Parijs, terwijl het portret van Napoleon Bonaparte van Ingres in het Prado in Madrid is.” Zo zat Régine Remon eens in een vrachtvliegtuig naar Japan... met als enig gezelschap de twee piloten, de conservator van hetPicassomuseum en Familie Soler van Pablo Picasso dat naast automotoren was gezet. Een reis van bijna 36 uur, via Alaska!
1 — La Maison bleue van Marc Chagall, De dood en de maskers van James Ensor, Le Sorcier d’Hiva-Oa van Paul Gauguin, Monte-Carlo van Oscar Kokoschka, Grazende paarden van Franz Marc, Portrait de jeune fille van Marie Laurencin, Ruiter op het strand van Max Lieberman, Le déjeuner van Jules Pascinen en Familie Soler van Pablo Picasso.
2 — Schelpen van James Ensor, Le Port d’Anvers van Othon Friesz, Paysan au fagot van MarcelGromaire, L’écluse du moulin Bouchardon à Crozant van Armand Guillaumin, Nu van Charles Picart le Doux, Le château de Comblat van Paul Signac, Le moulin de la Galette van Maurice Utrillo, De violiste van Kees Van Dongen en Fleurs rouges van Maurice de Vlaminck.