De skiër uit de lage landen die bergen weet te verzetten
Als u de definitie zoekt van ‘moed’, of zelfs van ‘wonder’, vraag het dan aan Armand Marchant. De beste Belgische skiër uit de geschiedenis weet waar hij het over heeft, nadat hij in 2017 zijn linkerknie verbrijzelde ‘op een slechtgelegen hobbel’. Nu heeft deze inwoner van Thimister opnieuw volop de Olympische Winterspelen in Peking in het vizier.
Armand Marchant (23) is als door een wonder gered. De man die alles heeft opgeofferd om topskiër te worden sinds hij een kind was, zag op een vervloekte dag in januari 2017 zijn dromen bijna aan diggelen vallen. Een slechte plek tijdens een slalomtraining verbrijzelde zijn linker knie: zijn meniscus en ligamenten zijn gescheurd en zijn scheenbeen is op meerdere plaatsen gebroken ... Zelfs de grootste optimisten hadden afgehaakt. Ook zijn ouders betwijfelden of hij ooit nog normaal zou kunnen lopen. Maar drie jaar en zeven operaties later is de Luikenaar weer terug op de pistes. En vandaag, een paar weken voor de Olympische Spelen in Beijing (van 2 tot 20 februari), droomt hij opnieuw van roem en eer. Ja, zelfs van een verlossing. De enige Belg in de geschiedenis die punten heeft gescoord in de wereldbeker (waaronder een 5e plaats in Zagreb in 2020), en die dit jaar op het wereldkampioenschap slalom een uitstekende 10e plaats behaalde, heeft alle voorspellingen gedwarsboomd. Met een karakter dat bewondering afdwingt. We ontmoetten hem bij de start van de 2022 Alpine Skiing World Cup en hij had zich net op briljante wijze gekwalificeerd voor de achtste finales in Lech Zürs (Oostenrijk). Een bemoedigend eerste resultaat!
De Olympische Spelen komen eraan. In welke stemming ben je?
Erg ongeduldig en opgewonden! In 2018, nog niet hersteld van mijn knieblessure, miste ik de Spelen van Pyeongchang in Zuid-Korea. Maar de Olympische Spelen zijn voor een sportman de Heilige Graal. Het is een echt doel. In een carrière stellen ze heel wat voor. Een mijlpaal ! Ik kijk echt uit naar deze Spelen. En het is toch een kinderdroom. Zonder over resultaten te praten, wil ik op mijn best skiën, het beste van mezelf tonen. Ik vind het echter nog steeds moeilijk om mezelf te projecteren in termen van resultaten. Laten we de overige manches van de Wereldbeker afwachten en dan zien we wel waar ik kan geraken. Op dit moment heb ik geen specifiek doel. Sport op hoog niveau is een kwestie van een paar details, een paar honderdsten hier en daar. Maar natuurlijk hoop ik op een goed resultaat. Mijn hoofddiscipline is slalom Ik zal ook de supercombiné doen.
Je had alles achter jou kunnen laten na je ongeluk in 2017. Twee jaar zonder skiën, bijna drie jaar zonder wedstrijden... Voor je aan de Spelen dacht, moest je eerst terug naar een normaal leven...
Het was verschrikkelijk! Op 18-jarige leeftijd, op 11 december 2016, werd ik de eerste Belgische skiër die punten scoorde in de wereldbeker door 18e te worden in de slalom van Val d'Isère. Een maand later, op 7 januari 2017, is mijn knie helemaal vernield ! Ik was er slecht aan toe. De chirurgen betwijfelden of ik fysiek ooit zou herstellen. Toen mijn moeder, een dierenarts, de röntgenfoto's van mijn linkerbeen zag, was ze geschokt. Ze vroeg zich zelfs af of ik ooit nog normaal zou kunnen lopen. Maar ik had geluk dat ik heel goed verzorgd werd door drie orthopedische chirurgen in Antwerpen, die samen de operatie uitvoerden. Die eerste operatie heeft me gered. Ik onderging er zeven in twee jaar. Daarna wilde ik alleen maar weer op de ski’s staan. Na drie jaar begon ik weer aan wedstrijden deel te nemen. Nu voel ik me 100% lichamelijk fit, ook al kraakt mijn knie nog een beetje. Ik ski weer op een natuurlijke manier, zonder angst. Het bewijs: op 5 januari 2020 behaalde ik de 5e plaats in de slalom van Zagreb die meetelt voor de Wereldbeker. Dat was te gek!
Is het een bron van trots om te denken dat een Belgische skiër de top van het Olympisch klassement kan halen?
Ja, ik wil graag het idee overbrengen dat het kan met de juiste omkadering en hard werken. En dan is er nog de bevordering van de sport. We hebben een federatie opgericht, we hebben veel jonge mensen tot deze sport gebracht. Het zou jammer zijn als er na Armand Marchant, niemand meer over was in het Belgische skiwereldje.
Hoe word je een alpineskiër in een vlak land?
In mijn geval is het in de eerste plaats een familieverhaal. Mijn vader heeft een handel in kalveren en mijn moeder is een dierenarts. Na hun werkweek kwamen ze mijn zus en mij halen om naar de bergen te gaan. Ik was twee en een half jaar oud. Het was skiën voor het plezier. Toen begon ik aan kleine wedstrijden deel te nemen met de club in Malmedy. Daarna bracht ik mijn zomers al skiënd op de gletsjers door. Op dat moment werd de Belgische skifederatie opgericht. Omdat ik een van de besten was, ben ik lid geworden van deze structuur. Het verliep echter niet zoals gepland want er waren spanningen binnen de sportorganisatie. Maar in 2008 had ik het geluk mijn huidige coach te ontmoeten, Raphaël Burtin, voormalig lid van de Franse Olympische ploeg. Hij zag dat ik potentieel had en stelde mijn ouders voor om mij naar het hoogste niveau te brengen. Toen ik twaalf was, stelde hij voor dat ik vier maanden zou skiën op een gletsjer, vier maanden in de bergen zou doorbrengen en aan veel wedstrijden zou deelnemen. Mijn ouders stemden toe en dat was het begin van het avontuur. Ik ging van skiën voor de fun naar wedstrijdskiën. Een andere wereld ! Er is iets opwindends aan om het tegen anderen op te nemen. Van het een kwam het ander en de doelstelling om professional te worden werd duidelijk. Ik begon steeds vaker het podium te halen in de categorieën U16 en U18. Maar het was in december 2016 dat het echt klikte toen ik mijn eerste punten scoorde in de Wereldbeker. Het voelde aan als een voetballer die net zijn eerste doelpunt in de Champions League had gescoord!
Hoe heeft die keuze jouw leven veranderd?
Het was ingewikkeld. Ik was nog jong, ik zat in het derde middelbaar, toen ik al niet meer naar school ging, omdat onderwijs volgen op zo’n afstand te beperkend was. Ik bracht mijn dagen door op ski’s, ook in de zomer toen ik ging skiën in Argentinië, op het andere halfrond. Gelukkig had ik het vertrouwen van mijn ouders die mij zeiden : “Als je een deftig niveau kan bereiken in het skiën, maak er dan je beroep van. Zo niet, kun je altijd nog naar school terugkeren.” Ik dank hen voor hun vertrouwen. Ik weet hoe gelukkig ik mag zijn dat ik deze steun heb genoten.
En op financieel vlak?
Het was een beetje een strijd. In België zijn we een kleine federatie met weinig middelen in vergelijking met Frankrijk waar alles in het werk wordt gesteld om skiërs in de beste omstandigheden te laten evolueren. Uitrusting, reizen, coaches ... alles wordt betaald. Sinds enkele jaren word ik gelukkig gesteund door het Adeps. Zonder hen zou ik niet op de pistes staan. Maar ik moet ook zelf sponsors zoeken om mijn winterseizoen te financieren. Het is soms frustrerend omdat, zoals in alle sporten, geld veel dingen bepaalt. Het stelt me in staat om beter materiaal te gebruiken en meer te trainen. Maar ik vecht met de wapens die ik ter beschikking heb.
Is het mogelijk om van het skiën te leven in België?
Ja. Wanneer je een bepaald niveau bereikt, kun je ervan leven, als je maar resultaten boekt en goed weet te onderhandelen over je contracten. Je hebt een goede manager nodig (lacht), wat niet altijd gemakkelijk is in België omdat we niet veel van skiën afweten. Wij hebben niet dezelfde cultuur als die landen waar skiën een grote sport is.
Hoe voelt het om een Belgische skiër te zijn temidden van vertegenwoordigers uit landen waar skiën bijna een godsdienst is ?
Het lijkt soms vreemd. Toen ik begon, kregen mijn ouders te horen : “Wat ? Je zoon stopt met schoolgaan om te gaan skiën ?” Er was iets mis met de vergelijking. Toen ik aan de eerste wedstrijden in Frankrijk meedeed, was ik “de Belg die skiet”. Een cliché. Daarna, beetje bij beetje, door goede resultaten, verdiende ik respect. Mensen zagen dat ik het nodige niveau bezat. Ook al zijn er geen bergen in België en beschikken we niet over de juiste infrastructuur, kun je grootse dingen doen als je maar hard werkt.
Hebben je Zwitserse, Franse, Oostenrijkse concurrenten je ooit complexen bezorgd?
Het is waar dat in het begin, wanneer je hoort: “de Belg, de Belg, de Belg ...”, het een beetje vervelend is, om niet te zeggen irritant. Sommigen vonden het vreemd dat ik een plaats kreeg in bepaalde races. Maar dat was snel geregeld. Mijn complex verdween dankzij mijn goede resultaten. Wat had ik minder dan de anderen ?
Hoe kan een skiër in België trainen?
In België blijft de training beperkt tot de fysieke voorbereiding. Mijn seizoen stopt eind april, ik neem wat vakantie in mei alvorens de zomer in België door te brengen voor fysiek werk. Dan moet ik naar Frankrijk, Zwitserland of Oostenrijk, op de gletsjers. Ik verblijf maar twee of drie maanden per jaar in België. De rest van de tijd leid ik een zwerversbestaan, maar dat is wat ik leuk vind en wat me gelukkig maakt.