- Patrimoine
Door Marie-Marthe Schuermans
De donjon van Crupet, die sinds iets meer dan anderhalf jaar gerestaureerd wordt, staat in het centrum van de belangstelling. De nieuwe eigenaars willen hem een complete lifting geven. Ze doen daarvoor een beroep op het vakmanschap van een team ervaren deskundigen.
Een geklasseerd gebouw kopen, is dat een uitdaging? Ja, want er komen een heleboel verschillende stappen en formaliteiten bij kijken. Het veronderstelt een strenge regelgeving. En neen, want je doet niet zomaar eender wat, des te meer omdat er duidelijk vastgelegde verplichtingen verbonden zijn aan de financiële tegemoetkomingen (het Gewest, de gemeente). Het maakt allemaal niet uit! Gedreven door de passie voor het avontuur schrikt de familie de Bever niet terug voor de verplichtingen. In tegendeel, ze is een goede leerling en werkt bewust samen met de specialisten die historisch en archeologisch onderzoek doen. De talrijke werfvergaderingen geven blijk van de wil om de mysteries van dit oude gebouw te onderzoeken en te begrijpen. De nieuwe eigenaars schikken zich dus graag naar de geldende regels. Het gaat hier immers om het
werk van een team dat de authenticiteit van het goed wil bewaren.
De financiële investering is gigantisch en we mogen blij zijn dat er mensen zijn die zo veel geld kunnen steken in dit soort projecten. Zo kan ons erfgoed, en in dit geval het erfgoed op de lijst ‘Erfgoed Exceptionnel de Wallonie’, bewaard blijven en voortbestaan. Respect voor de creaties van onze verre voorouders vormt dan ook een rode draad tijdens de uitvoering van de werken.
De donjon door de eeuwen heen
Jarenlang was het moeilijk om een precies jaartal te plakken op de constructie van de donjon van Crupet. Er bleven twijfels bestaan waardoor het onmogelijk was de eeuw waarin het kasteel werd gebouwd met zekerheid te bepalen. Het zijn de houten structuren (vloeren, vakwerk en constructies) – de beste aanwijzingen voor de bouwperiode – die de antwoorden op heel wat vragen hebben geleverd. In het kader van de opstart van de restauratie en dankzij een grondige dendrochronologische analyse heeft men de leeftijd van de bomen die gebruikt zijn voor de structuur van de donjon kunnen bepalen vóór er een jaar geleden van start werd gegaan met de werken. Op basis van de analyse van de jaarringen van het gebruikte hout kon men de periode van de oorspronkelijke constructie afleiden. De bouw van het versterkte huis wordt gedateerd tussen 1286 (jaartal twee keer vermeld voor het vellen van de bomen) en 1299. In combinatie met de bestaande historische bronnen levert dat voor de datering een tijdsvork tussen 1278 en 1304 op. Geen onbelangrijke informatie voor het vervolg van de werken.
Sinds de bouw ervan hebben verschillende eigenaars in de loop der tijd allerlei aanpassingen gedaan aan het kasteel. Ze hebben er allemaal hun afdruk nagelaten naargelang hun levenswijze, hun smaak of de noden die hun gezinssamenstelling met zich meebracht. We kunnen zeggen dat de bouwheer van het originele gebouw zijn werk goed gedaan heeft. In de 13de eeuw werd er groot en stevig gebouwd en de kasteelheer van Crupet heeft op dat vlak alles op alles gezet! Groot? De afmetingen van het rechthoekige gebouw zijn 13,10 op 9,80 meter met een hoogte van ongeveer 26 meter. Stevig? Afhankelijk van de verdieping schommelt de dikte van de muren tussen 1,70 meter op het gelijkvloers en 1,10 meter op de verdiepingen. Die dikke muren kunnen natuurlijk toegeschreven worden aan de onvermijdelijke zorgen rond veiligheid in bepaalde periodes van de geschiedenis. De vensters zijn zo vaak aangepast dat ze op zich al een volledig hoofdstuk waard zijn. Ze zijn dichtgetimmerd, verplaatst, toegevoegd. Men wil ze klein in het begin (veiligheid), met middenstijlen, openklappend, met korfbogen in halvemaanvorm bovenaan, er zijn er een aantal met spijlen op het gelijkvloers, en slechts een paar kleintjes op het kelderniveau. Op de bewoonbare verdiepingen zijn er nog een vijftiental vensters overgebleven. Sommige zijn dichtgemaakt, maar de ramen zijn teruggevonden en worden nu gerestaureerd. Wees gerust, die zullen allemaal terug op hun originele plaats belanden.
In de loop der tijd is het domein in handen gekomen van verschillende families, meestal door erfenissen en huwelijken, door oorlogen als het (absoluut) noodzakelijk was, en anders – iets waar we beter bekend mee zijn – via een notariële akte. Behalve de initiatiefnemer van het project is er een koppel dat zich in de 16de eeuw bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt. Door hun huwelijk in 1540 verkregen Guillaume de Carondelet en Jeanne de Brandebourg het domein, waar ze in 1568 hun intrek namen. Op hun initiatief werden er belangrijke verbeteringen uitgevoerd. We moeten ons ervan bewust zijn dat het gebouw heel wat soberder was voor de transformaties waar zij voor zorgden. Je moet je ook voorstellen dat de drie verdiepingen binnen enkel toegankelijk waren via molenaarstrappen, waardoor de bewoners en bezoekers zich door kleine gaten moesten wurmen om van het ene niveau naar het andere te gaan. Om dat ongemak te verhelpen, besloot het jonge koppel een cilindervormige toren aan het bestaande kasteel te bouwen met daarin een grote trap die naar elke verdieping leidde, waaronder die met de uitbouw met vakwerk die de eigenaars eveneens ontwierpen. De trap is nog bruikbaar, maar heeft een grondige restauratie nodig. Overigens is van buitenaf heel goed te zien hoe het oude gebouw en de trappentoren met elkaar verbonden zijn.
In die tijd kwam je niet vlotjes binnen in een donjon die noodgedwongen goed bewaakt was. Gasten mochten niet verdacht overkomen bij de wachters, die hen zagen naderen vanuit de prachtige portaaltoren, die toegang biedt tot de boerderij. Eerst kwam je door die toren waarop een zeer mooie pinakel stond met het blazoen van de Carondelets. In de top van de toren zijn nog steeds de wapenschilden te zien met de namen en leuzen van hun landsheren.
Nadat we de binnenplaats hebben overgestoken, komen we op een kleine brug met drie bogen waaronder de overblijfselen van twee oudere houten bruggen uit de 13de en de 16de eeuw zijn ontdekt. Zo komen we voor de oorspronkelijke toegangspoort. Rond de boog in gotische stijl is een rechthoekig kader afgetekend dat licht inspringt. Dat noemen we de feuillure, een precies afgemeten ruimte waardoor een ophaalbrug perfect past in de daarvoor uitgespaarde holte. Dat verhinderde aanvallers de toegang tot de donjon aangezien die zonder deurknop of -klink geen grip hadden op de poort.
Geen kasteel zonder boerderij
Naast de aanpassingen die het koppel CarondeletBrandebourg doorvoerde, beslisten zij ook om een boerderij die voordien uit vergankelijke materialen (hout, aarde, stro) was opgetrokken, te reconstrueren in steen. Naast de portaaltoren getuigen een schuur, een stal en het oude verblijf van de boer in de vorm van een kleine toren daar nog van. Aangezien het in die tijd niet zo gemakkelijk was als nu om de voorraden te beheren, dienden de producten van de boerderij, de graanoogst, het kweken van kippen, koeien en varkens, het fruit van de boomgaard en de groenten uit de moestuin, en het brouwen van bier allemaal om een steentje bij te dragen. Eigenaardig is dat er ook vis op het menu stond. De karpers aten het keukenafval en de gulzige vissen werden in het water van de slotgrachten van het kasteel gevangen en aan de tafel van de kasteelheren geserveerd. De boerderij, die perfect geïntegreerd is in het domein, maakt deel uit van het restauratieplan.
Korte leegstand
De 17de en 18de eeuw bestaat uit blanco bladzijden voor de donjon, die zijn rol beperkt ziet tot een tijdelijke verblijfplaats voor logees. De eigenaars komen er zelden. Het is pas in 1925 dat een gerenommeerde Brusselse architect, Adrien Blomme (1878-1940), besluit om het versterkte huis van Crupet te kopen wanneer hij op zoek is naar een vakantieverblijf voor zijn gezin. Hij doet er grondige aanpassingen om voor een zeker comfort te zorgen en de vertrekken aan te passen aan de tijdsgeest. De uitgevoerde werken gaan natuurlijk niet zo ver als die van de Carondelets, die (tot onze grote vreugde) hun hele leven al bouwend moeten hebben doorgebracht… De familie Blomme heeft jarenlang wel heel fijne momenten beleefd in Crupet. Het was de jongste dochter die het huis erfde. Zij woonde er met haar echtgenoot, die zelfs burgemeester van het dorp is geweest. Dat toont aan hoe harmonieus de relatie tussen de bewoners en het gezin was.
Tegenwoordig is de donjon in handen van de familie de Bever, die eveneens veel belang hecht aan nieuwe technologieën op het vlak van isolatie en thermische optimalisatie. Over een jaar zal het water van de Crupet en de Ry de Vesse opnieuw terugvloeien in de bedding van de slotgrachten aan de voet van de schitterende donjon. Het ziet ernaar uit dat het prachtige dorpje Crupet nog mooie tijden te wachten staan.
TOPDATUMS
1286-1299 : Bouw van de versterkte woning
1568 : Verwerving door het echtpaar Guillaume de Carondelet-Jeanne de Brandebourg
1925 : Verwerving door architect Adrien Blomme
2009 : Verwerving door de familie de Bever en restauratie
2018 : Einde van de werkzaamheden