- Tendance
Door Carole Depasse
Alpaca’s zijn niet alleen maar mooie dieren. Het kweken ervan is geen kinderspel.
Geavanceerde genetische selectie en strikte wetenschappelijke criteria komen erbij kijken.
De eisen en het geheim van deze verbazende productie.
Het goddelijke garen voelt zacht aan en is zacht om te dragen. Om het te maken, werd er 8000 jaar geleden, op de hoogvlakte van de Altiplano, midden in het Andesgebergte, een diersoort gecreëerd, de alpaca. Zijn voorouder, de vicuña of wilde lama, is het dier met de vacht waarvan het fijnste en het meest luxueuze garen ter wereld wordt geproduceerd (met een diameter van 14 micron – ter vergelijking: een menselijk haar is ongeveer 60 micron dik). Het is juist de fijnheid die dat garen zo zacht maakt. Alpacagaren was een van de kostbaarheden van de Incabeschaving en werd het “garen der goden” genoemd, waardoor het voorbehouden was aan het koningshuis. Dit kameelachtige dier beschikt dus over het dubbele erfelijke voordeel dat zijn vacht enerzijds van uitzonderlijke kwaliteit is, een goede isolatie biedt (zevenmaal beter dan wol), sterk en licht is en, anderzijds, in grote hoeveelheden verkrijgbaar (tot 2 kg wol van eerste keus per dier). Twee kenmerken die, naast het rustige karakter van het dier, Éric en Laurence Varlet ertoe hebben aangezet alpaca’s te gaan kweken en garen te spinnen van de vacht ervan.
Vreselijk “macho”
De eerste alpaca’s (van het huacayas-type) kwamen in 2011 op de Maquis-hoeve aan. De volgende jaren breidde de fokkerij aanzienlijk uit door aankopen en geboorten. De streng geselecteerde kudde omvat nu dieren met een uitzonderlijke stamboom, die het nakomelingschap vormen van uitlopende generaties uit Nieuw-Zeeland, Australië, Amerika en Peru, waarvan de dekhengst, die – hoe kan het anders – “macho” wordt genoemd, de gelukkige vader is van “crias” van allerlei kleur. De volgende geboortes worden verwacht tegen de zomer van 2016, waarbij men moet weten dat een moeder of “hembra” slechts één jong per jaar draagt. Momenteel telt de kudde een veertigtal alpaca’s en er is geen sprake van ze groter te maken. “Wij willen geen volume of rendement, maar kwaliteit”, zegt Éric Varlet.
In de met bomen begroeide weiden van het landgoed lopen de volgens hun leeftijd over verschillende kralen gespreide alpaca’s rustig het vette gras te kauwen. De dieren zijn trots, nieuwsgierig en verrassend met hun “pompon” op de kop en hun uitdagende amandelvormige ogen. Alpaca’s zijn de dieren waarvan de vacht de meest uiteenlopende natuurlijke kleuren ter wereld heeft. Er bestaan 16 officieel erkende kleuren, maar er werden er ongeveer 200 vastgesteld. Ze vormen een heel subtiel kleurenpalet, dat van zwart tot wit gaat, via grijs, bruin en beige. “In het begin selecteerden we wijfjes met lichte kleuren, want de wereldwijde industriële fokkerij heeft in genetisch opzicht jarenlang de voorkeur gegeven aan wit, dat fijner en dus zachter, langer en sterker haar oplevert. Door het haar te verven, kon men daarna gemakkelijk kunstmatige kleuren maken. Tegenwoordig zijn er opnieuw meer gekleurde alpaca’s in de fokkerijen en dat is maar goed ook. De natuurlijke kleuren kunnen niet worden nagemaakt. Onze hengst is trouwens gekleurd. Grijs is de enige kleur die we niet hebben, want het reproduceren ervan is ingewikkeld en goede grijze vachten zijn zeldzaam. Bij het spinnen mengen we soms vachten om een kleur te verkrijgen. In onze microspinnerij mag overigens geen verf worden gebruikt om de vachten te bewerken, net zomin als chemische producten, zuren en verzachters.”
Alpacavacht en huskyhaar
Éric en Laurence fokken niet alleen alpaca’s, maar ze scheren ze ook en maken in hun microspinnerij garen van de vacht. “Het scheren (er zijn heel weinig scheerders in België) is een dienst die we uitsluitend voorbehouden aan onze klanten (dat wil zeggen aan de bezitters van alpaca’s die bij hen werden aangekocht). We willen heel wat meer zijn dan alpacafokkers. In de lente, wanneer de kudden van onze klanten moeten worden geschoren en de vacht moet worden bewerkt, dan staan wij klaar,” legt Éric Varlet uit. De microspinnerij, daarentegen, staat open voor alle bezitters van alpaca’s, schapen, geiten, konijnen of lama’s, die van de vacht breigaren willen maken. “Wij kunnen alle partijen bewerken en zorgen voor een perfecte naspeurbaarheid.” De klanten zijn zeker dat ze enkel garen krijgen dat van hun dieren afkomstig is. Van eender welk dier, op voorwaarde dat de haren minstens 5 cm lang zijn. Dat was het geval bij een bezitter van een husky, die zeventien jaar lang 6 kg haar van zijn hond had bijgehouden om er 3 kg garen van te laten spinnen! Een textielontwerper liet dan weer bizonvacht verwerken.
De machines van de microspinnerij bevinden zich in een bijgebouw en komen uit Canada. Er is in heel de wereld slechts één enkele fabrikant die de volledige reeks machines aanbiedt (spinmachine, kaardmachine, machine voor het verwijderen van stekelhaar, twijnmachine, kegeloprolmachine enz.), die nodig zijn voor alle stadia van het omvormen van de vezels tot garen. Éric kreeg ter plaatse een eerste opleiding van een Canadese technicus en Laurence ging naar een Schotse microspinnerij om de basiswerking van de machines te leren kennen en kostbare informatie in te winnen over hun werkwijze. “Door de dagelijkse praktijk verfijnen we onze kennis van de machines en kunnen we ze steeds nauwkeuriger afstellen. Wij zijn in Europa de enigen die voor alpaca’s de kring sluiten: selectie en kweek, scheren en het maken van garen uit de vacht.”
Op termijn zou er nog een boetiek voor afgewerkte producten moeten worden geïnstalleerd in de microspinnerij. Vandaag is er al een onlineboetiek die een idee geeft van wat men allemaal kan maken met 100 % alpacagaren (truien, sjaals, sjerpsen, kousen en mutsen). In de microspinnerij werken drie Waalse ambachtsvrouwen (twee breisters en een spinster) en dat is nog maar een begin. Éric en Laurence zoeken ambachtslui die een “bepaalde opvatting” hebben. Zoals de stilist en modeontwerper Bernard Depoorter.
INLICHTINGEN
GOED OM WETEN
Er bestaan heel wat verschillende soorten alpacagaren, waaronder:
— Royal Baby Alpaca:
Een zeldzame kwaliteit van minder dan 19 micron. Slechts 1 % van de wereldproductie van alpacahaar staat geboekt als Royal Baby.
— Baby Alpaca:
Uitstekende kwaliteit, van 19 tot 22 micron.
— Fine Alpaca:
Een meer courante kwaliteit bij gefokte dieren, van 23 tot 26 micron dik. Dankzij de grote zachtheid, kunnen van dat garen gemaakte kleren op de blote huid worden gedragen, zonder dat men een stekelig gevoel krijgt. Kleren die gemaakt worden met garen van meer dan 30 micron dik, zijn kleren die prikken! Telkens de alpaca’s in de lente geschoren worden, bewaart het fokkerskoppel een monster dat op dezelfde plaats van de vacht werd genomen. Die monsters worden naar een Engels laboratorium gestuurd. Dankzij de resultaten van de uitgevoerde analyses kunnen Eric en Laurence de evolutie van de kwaliteit van de vacht van hun alpaca’s volgen. Op die manier kunnen ze er zeker van zijn dat de voor het fokken uitgevoerde selectie doelmatig is en kunnen ze streven naar een uitmuntende kwaliteit, zoals Baby of Royal Baby Alpaca.
ALPACAGAREN IN DE HAUTE COUTURE
Via krantenartikels kwamen Eric en Laurence in contact met modeontwerper Bernard Depoorter. “We zagen bij hem een echte gevoeligheid voor natuurlijk materiaal, voor lokale producten en ambachtelijke knowhow. We hebben hem dus voorgesteld om samen te werken aan een project voor gebreide kledij. Dankzij zijn unieke kwaliteiten is alpacagaren immers een luxeproduct in de textielsector. Je kunt het vergelijken met kasjmier, maar dan zachter en driemaal sterker dan wol en tweemaal sterker dan mohair (angorawol).”
Voor Les Alpagas du Maquis ontwierp de stilist Bernard Depoorter twee originele couturemodellen, waarin het goddelijke garen de hoofdrol speelt. In het eerste model zit alleen breiwerk, terwijl het tweede model speelt met de afwisseling tussen breiwerk en daim. Het kleurenpalet van de natuurlijke tinten van alpacavacht stemmen overeen met de kleurencodes van Maison Depoorter.