Waw magazine

Waw magazine

Menu
© Cédric Vanbellingen
© Cédric Vanbellingen

Alphabiotoxine

  • Business
Hainaut  / Frasnes-lez-Anvaing

Door Gilles Bechet

GENEESKRACHTIGE VERGIFFEN

Alphabiotoxine in Montrœul-au-Bois beschikt over een weergaloze kennis en een catalogus met vergiffen van driehonderd verschillende soorten uit de hele wereld om de geneesmiddelen van de toekomst te bereiden.

 


© Cédric Vanbellingen
Boomvogelspin van West-Afrika

Sommige mensen hebben een afkeer van slangen, vogelspinnen, schorpioenen en andere giftige dieren, terwijl anderen ze fascinerend vinden. Het zijn dieren die we liever niet zien, omdat ze ons angst inboezemen. En omdat ze zo gevaarlijk zijn, is dat gevoel in veel gevallen terecht. Het zijn ook dieren die al sinds de oudheid worden gebruikt om geneesmiddelen voor de mens te maken. Maar pas in de 19de eeuw werd op initiatief van Pasteur en zijn volgelingen een begin gemaakt met het gebruik van vergiffen voor de productie van antigifserums.

Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw werden vergiffen op een meer industriële schaal geproduceerd, maar de aandacht ging nog steeds uit naar slangen en antigifserums. Terwijl het dierenrijk bijna 100 000 giftige soorten telt, werd maar weinig gedaan met bijvoorbeeld schorpioenen en spinnen. Enkele decennia geleden ontstond het besef dat achter de complexe moleculen waaruit deze vergiffen bestaan, een groot aantal onontdekte therapeutische eigenschappen schuilgaan. De technologische ontwikkeling die in laboratoria plaatsvond, maakte het mogelijk om vergiffen in steeds kleinere doses van niet meer dan een picogram te extraheren.

Een uniek maar onopvallend bedrijf

Overal ter wereld zijn onderzoekslaboratoria van universiteiten en biotechnologiebedrijven tegenwoordig bezig met onderzoek op basis van vergiffen. En om enkele druppels van die kostbare vloeistoffen te bemachtigen, doen ze een beroep op een Waals bedrijf dat uniek in zijn soort is. Alphabiotoxine valt niet graag op. Het bedrijf is gevestigd in een oude boerderij opzij van een weggetje dat door het dorp Montrœul-au-Bois loopt. Daar werd het opgericht door Rudy Fourmy, een laborant met een passie voor de chemische samenstelling van vergiffen, die later versterking kreeg van de scheikundige Aude Violette. Samen beheren ze een catalogus met driehonderd vergiffen van slangen, hagedissen, spinnen, schorpioenen, kikvorsachtigen, vliesvleugeligen en enkele andere, onverwachtere soorten.

Diversiteit boven kwantiteit

Begin jaren nul volgde ik een cursus over de chemische samenstelling van vaccins in het natuurhistorisch museum van Parijs. Ik besefte toen dat de onderzoekers gefrustreerd waren omdat ze niet aan de grondstof konden komen die ze voor hun onderzoek nodig hadden”, legt Rudy Fourmy uit. Als nichespeler richt Alphabiotoxine zich meer op diversiteit dan op kwantiteit. In de gebouwen is meestal maar één exemplaar aanwezig van de soort waarvan het bedrijf het vergif aanbiedt. Er is ruimte voor maximaal tweehonderd slangen en drieduizend ongewervelden. Als de voorraad vergif van een soort voldoende is, wordt het dier toevertrouwd aan een zoölogisch instituut.

De vergiffen die Alphabiotoxine per koerier naar alle uithoeken van de wereld stuurt, zijn bestemd voor onderzoekslaboratoria en niet voor industriële productie. “Met de extractie van vergif uit dieren is het niet mogelijk om een grootschalige productie op te zetten. Een vergif is het resultaat van de verbinding van tientallen moleculen, waarvan er slechts één het werkzame bestanddeel bevat waarnaar we op zoek zijn. Zodra dit geïsoleerd is, kan het synthetisch geproduceerd worden in een industriële omgeving.


© Cédric Vanbellingen

Oog voor dierenwelzijn

Bij Alphabiotoxine worden geen grote vivaria gebruikt om de dieren te huisvesten. In plaats daarvan staan er rijen met kunststof bakken en dozen die op de grootte en behoeften van het dier zijn afgestemd. Ze vinden er een onderlaag die aan hun natuurlijke omgeving herinnert en diverse elementen die als schuilplaats dienen. Maar niet alles is verscholen. Achter de glazen wand van een reproductieterrarium is een groene mamba te bewonderen. Deze zeer giftige boomslang uit Oost-Afrika beweegt zich voort als een bijna lichtgevende groene stroom. Voor de medewerkers is dierenwelzijn een belangrijk en voortdurend aandachtspunt. “De ethische benadering is totaal anders dan aan het begin van de 20ste eeuw. Dat is de reden waarom we zo min mogelijk dieren houden. Met één of twee exemplaren van elke soort kunnen we tegemoetkomen aan alle behoeften.

De meeste dieren zijn in gevangenschap geboren. Voor de spinnen, die niet altijd gemakkelijk te identificeren zijn, speelt Alphabiotoxine op veilig door de voorkeur te geven aan eigen kweek, een proces met een hoog uitvalpercentage. Een cocon van een vogelspin kan namelijk wel duizend eitjes bevatten. Ongeveer honderdtwintig daarvan groeien uit tot vogelspinnetjes, maar slechts een stuk of veertig bereiken een geschikte grootte voor de productie.

Het slangenmelken gebeurt handmatig door zachtjes op de gifklieren te duwen. De reptielen hebben er weinig last van. De geëxtraheerde hoeveelheid is overigens indrukwekkend. Bij de schorpioenen en spinnen, die een extern skelet hebben, wordt het vergif verkregen door een korte elektrische schok, die geen pijn of letsel veroorzaakt. De hoeveelheden zijn daarentegen uiterst gering.

Het slangenmelken gebeurt handmatig door zachtjes op de gifklieren te duwen. De reptielen hebben er weinig last van. De geëxtraheerde hoeveelheid is overigens indrukwekkend.

 


© Cédric Vanbellingen

Samenwerking met universiteiten

Alle extractieprocedures zijn aan zeer strenge protocollen gebonden. In normale periodes worden de slangen om de drie weken gemolken. Maar sinds het begin van de pandemie is het tempo verlaagd om alle risico’s uit te sluiten, ook al is sinds de oprichting van het bedrijf geen enkele medewerker ooit gebeten. Maar het blijven gevaarlijke dieren. “Een slang kun je niet temmen : die moet je manipuleren”, benadrukt Aude Violette. Bij een ongeval zijn er noodplannen die het mogelijk maken om antigifserumvoorraden aan te spreken.

De extractie is slechts een deel van de veeleisende laboratoriumarbeid, want voordat het product naar de klant wordt verzonden, moet het ingevroren of gevriesdroogd worden.
Het bedrijf is heel flexibel : afhankelijk van het soort onderzoek kan het zijn productie aan de behoeften van de klanten aanpassen.

Het laboratorium verricht geen zelfstandig onderzoek, maar werkt samen met verschillende universiteiten. Met de Universiteit van Bergen aan de ontwikkeling van een diagnostische test voor zwangerschapsvergiftiging op basis van een molecule uit het gif van de reuzenpad, met de Universiteit van Luik aan neurodegeneratieve aandoeningen en met de Universiteit van Queensland (Australië) aan evolutieonderzoek. Het laboratorium was ook de voornaamste leverancier van het Europese onderzoeksprogramma Venomics, dat als doel heeft om de therapeutische mogelijkheden van het vergif van verschillende soorten te ontwikkelen.

Rudy Fourmy en Aude Violette beheren samen een catalogus met driehonderd vergiffen van slangen, hagedissen, spinnen, schorpioenen, kikvorsachtigen, vliesvleugeligen en enkele andere, onverwachtere soorten.

 


© Cédric Vanbellingen
Estuariene steenvis

Op zoek naar een vogelbekdier

Alphabiotoxine heeft zich met eigen middelen ontwikkeld en gaandeweg een unieke kennis van originele producten verworven. Het bedrijf exporteert 95 % van zijn productie, waarvan 70 % in Europa. Remy Fourmy en Aude Violette zijn de twee enige fulltimemedewerkers. Afhankelijk van de behoeften krijgen ze ondersteuning van een handvol externe krachten met zeer specifieke profielen.

Zo is het bedrijf op kruissnelheid gekomen. “We proberen niet om de vergiffen van zeshonderd in plaats van de huidige driehonderd soorten aan te bieden. We maken liever datgene rendabel wat we nu produceren en wat al heel divers is.” De groei zal eerder technologisch van aard zijn. Zo zijn ze van plan om op middellange termijn nieuwe technieken te ontwikkelen, met name om het vergif van mariene organismen te extraheren.

Rudy Fourmy weet dat er nog veel te onderzoeken valt in de wereld van de vergiffen en dat er nog veel onontdekte dieren zijn. Als hij een droom mocht verwezenlijken, zou hij de kans willen krijgen om een vogelbekdier van dichtbij te observeren. Niet iedereen weet dat dit een van de weinige giftige zoogdieren is. Het mannetje heeft een stekel op zijn achterpoten waarmee hij een vergif afscheidt dat een menselijk been kan verlammen of zelfs een hond kan doden. Het vogelbekdier is een schuw nachtdier, dat in het wild alleen nog in een aantal afgelegen gebieden in Oost-Australië voorkomt. De kans om deze bedreigde en beschermde soort te ontmoeten, is erg klein, maar deze droom herinnert ons eraan dat Alphabiotoxine geen doorsnee bedrijf is.

www.alphabiotoxine.com

 
Your opinion counts