- Patrimoine
- / Ons geschiedenis
Door Bruno Deheneffe
Naast overblijfselen uit de prehistorie en de mijnen verbergt de gemeente van de Iguanodons nog heel wat andere geheimen. Sinds 2010 is het project Terhistoire daarvan het bewijs.
De grote verscheidenheid van het patrimonium van Bernissart, of dat nu historisch is, natuurlijk of door de mens gebouwd, overbrugt een periode die teruggaat tot het Krijt. Om die door een groot publiek te laten kennen en waarderen, heeft de oude mijnplaats zich in 2010 verbonden met de Franse stad Condé-sur-Escaut. Die ligt op amper 10 kilometer van Bernissart en staat bekend om zijn middeleeuwse vestingwerken. Samen zijn ze gestart met het Europese toeristische project dat Terhistoire (Interreg IV) werd gedoopt.
Naast een tablet die een paar maanden geleden werd uitgebracht en waarmee je een soort reis door de tijd beleeft (zie kader), heeft dit ambitieuze concept ook gezorgd voor een aantal nieuwe wandelcircuits. Elk afgebakend en thematisch parcours van telkens zowat veertig kilometer richt zich tot wandelaars en liefhebbers van het mountainbiken. Er werd een gids uitgebracht om deze mooie streek te verkennen en de bezienswaardigheden te ontdekken, te beginnen aan het Museum van de Iguanodon. Die dinosaurus is sinds 1878 het zinnebeeld van de gemeente en van de opgraving door mijnwerkers van 29 dinosaurusfossielen die sindsdien tentoongesteld zijn in het Natuurhistorisch Museum in Brussel. Twaalf jaar geleden werd een van die skeletten die zo belangrijk bleken voor de paleontologie terug naar Bernissart gebracht. Je kan het bekijken in de daarvoor ingerichte tentoonstellingsruimte. Enkele overblijfselen waar de inwoners heel trots op zijn, getuigen nu nog steeds van het mijnbouwverleden van Bernissart. Aan het einde van de Rue des Iguanodons is de oude vuurmachine daar het kostbaarste bewijs van. Dat is een gebouwtje uit 1782, waarin een stoommachine stond die de pompen aandreef om het mijnafvalwater af te voeren.
Later zouden de jachtwachters van de hertog van Croÿ er intrekken, tot het een ruïne werd. In 2005 werd het door de gemeente gekocht en gerenoveerd, zodat het nu een unieke getuige is van de pre-industriële tijd. Binnenin werd het pompmechanisme zo getrouw mogelijk hersteld zodat de bezoekers kunnen zien hoe dat werkte. “Van dat type bestaat er nog maar één, in het Britse Tipton, vlak bij Birmingham”, vertelt Lucille Savignat, de coördinator van Terhistoire.
Er werd een gids uitgebracht om deze mooie streek te verkennen en de bezienswaardigheden te ontdekken, te beginnen aan het Museum van de Iguanodon.
Het Museum van de Mijn
De herinnering aan de heroïsche tijd van de ‘zwarte smoelen’ wordt sinds 1992 levendig gehouden door de ex-mijnwerker Jeannot Duquesnoy. Zijn verdienste is dat hij uit de ingewanden van de aarde materiaal en machines heeft kunnen recupereren die bestemd waren voor de sloop. Zoals de reusachtige mijnventilator met bronzen paddels, of een stoomlier of de liftkooi voor paarden.
Dit oude mijnwerkersdorp kan zich ook beroepen op een uitzonderlijk ecologisch erfgoed. Net als de meeste natte zones van de vallei van de Haine, zijn de moerassen van Harchies aan het begin van de 20ste eeuw voortgekomen uit de bodemverzakkingen als gevolg van de mijnbouw. De grote kuilen vulden zich met water en werden de meren die nu een habitat zijn voor verschillende soorten vogels – sinds 1994 huist de aalscholver hier – en een onschatbare flora.
Dit beeld staat in sterk contrast met de maanlandschappen van de zandgroeve van Grande Bruyère in Blaton. Insecten en zwaluwen hebben van deze uitgestrekte zandvlakte, waar alleen wat droge planten groeien, een echt vluchtoord gemaakt. Blaton verbergt ook nog een ongebruikelijk architectonisch erfgoed: de zogeheten ‘crètes à cayaux’, zandstenen muurtjes waarvan de herkomst teruggaat tot het neolithicum.
Nog zoiets merkwaardigs is de kerk van Onze- Lieve-Vrouw van Pommeroeul. De schuine toren van die kerk daagt de wetten van de zwaartekracht uit. Experts zijn het niet eens over de reden van die afwijking, maar verbaasde toeristen kunnen de toren zien vanop kilometers afstand.
VAN HET KRIJT TOT HET DIGITALE TIJDPERK
Een tablet laat de toeristen voortaan op een speelse en interactieve manier deze mooie regio ontdekken.
Sinds vorige lente laat een app de grensstreek tussen Bernissart en Condé-sur-Escaut op een andere manier ontdekken. De makers van het project Terhistoire hebben een toeristisch hebbedingetje ontwikkeld dat de buurt op een speelse en educatieve manier laat zien. Het is het resultaat van een samenwerking met studio Lucky Pencil uit Valenciennes, gespecialiseerd in de productie van videogames en films. “We hebben voor een tablet gekozen in plaats van een smartphone, omdat die laatste minder gebruiksvriendelijk is,” legt directeur Ludovic Leleu van Lucky Pencil uit. Deze beeld met een filmische blik op de pracht van de architectuur, de natuur en het erfgoed van deze streek.
Het Museum van de Iguanodon en de mediatheek van het Franse Condé-sur- Escaut stellen gratis een vijftiental tablets ter beschikking van het publiek. Het verhaal werd Fragment gedoopt en is een schattenjacht in het gezelschap van een historisch personage dat als interactieve gids dienst doet: hertog Emmanuel de Croÿ.
Fragment nodigt de gebruiker uit om de historische puzzelstukjes, eigen aan de streek, opnieuw samen te voegen. “Elk van de 42 etappes komt overeen met een code die telkens een thematische animatie opent die met het parcours te maken heeft. Dat kan een filmpje zijn, een reconstructie in 3D of een spelletje,” vertelt Lucile Savignat, coördinator van Terhistoire.
Behalve de zaken waar je niet aan voorbij kan, neemt Fragment ook interviews en getuigenissen op over de merkwaardigheden en de knowhow die typisch is voor deze streek: de staande wip van Harchies, de bijzondere muurtjes, enzovoort.kunstenaars hebben de toeristische informatie uitgeschreven,
Informatie :
Place de Blaton, 29B-7320 Blaton
terhistoire@terhistoire.eu www.terhistoire.eu