Waw magazine

Waw magazine

Menu
© C.Vandercam

Charleroi, 1666-2016

  • Patrimoine
  • / Culture
Hainaut  / Charleroi

Door Christian Sonon

De la ville fortifiée à la ville industrielle

Alors qu’elle entame sa deuxième reconversion et s’apprête donc à écrire une nouvelle histoire, Charleroi, deuxième plus jeune ville de Belgique, souffle cette année ses 350 bougies. Trois siècles et demi faits de hauts et de bas. Entre remparts et terrils.

 

Van versterkte stad tot industriestad

Nu Charleroi, de tweede jongste plaats van België, aan zijn tweede reconversie begint en dus een nieuwe bladzijde in zijn geschiedenisboek gaat schrijven, blaast het dit jaar 350 kaarsjes uit. Drie en een halve eeuw met hoogten en laagten. Tussen stadswallen en terrils.

 

Driehonderdvijftig jaar stelt niet veel voor op de schaal van een stad, maar toch betekent het dat er al heel wat wagons aan de trein van de Geschiedenis zijn gehaakt. Wees gerust: we gaan u niet vertellen hoe Charleroi steen na steen werd gebouwd. Maar misschien wilt u wel weten wat het lot van de stad heeft bepaald.

Kinderen stellen soms heel relevante vragen... “Wat was er vóór Charleroi, papa?” – “Toen de eerste stenen werden gelegd, stond er op die plaats een vredig dorpje dat Charnoy heette. De bewoners ervan maakten spijkers en gingen steenkool halen in de mijnen. Dat dorpje lag aan de oever van de Samber en de gronden ervan behoorden toe aan de Spaanse Nederlanden.” – “En waarom hebben de Spanjaarden het dorpje afgebroken om er een stad te bouwen?” – “Omdat ze toen dikwijls oorlog voerden met de Fransen, die zuidelijker gelegen vestingen bezaten, meer bepaald in Mariembourg en Philippeville. De Spanjaarden zochten dus een strategische plaats om er een fort te bouwen. Dat deden ze niet om de bewoners te beschermen, maar om hun grondgebied te verdedigen. Die op de as Bergen-Namen en op de hoogten van de Samber gelegen plaats vonden ze heel geschikt.” – “Waren zij het, die er de naam Charleroi aan gaven?” – “Ja, dat was ter ere van hun koning Charles II. Die was toen nog maar een kleuter van vijf jaar, maar hij heerste al, met de hulp van zijn mama, natuurlijk.

Rond de Place Charles II

Hoewel het de Spanjaarden waren die het fort in 1666 begonnen te bouwen, waren het de Fransen die het afwerkten nadat ze het, minder dan een jaar later, hadden veroverd. De uitgekiende, op de Place Charles II gerichte configuratie, is het werk van Vauban, de beroemde militaire architect van Lodewijk XIV. Wanneer men een maquette uit die tijd vergelijkt met het huidige plan van het stadscentrum, ziet men heel goed dat die configuratie bijzonder weinig veranderd is. Men herkent zeer goed de zeshoekige omwalling en het radiometrische interne tracé van de eerste versterking, met het bolwerk rond het wapenplein. Het was ook de markies van Vauban die de uitbreiding van de vesting tot aan de overkant van de Samber aanvatte om de zuidelijke flank te beschermen. Op die manier ontstond de Benedenstad, rond de huidige Place Albert Ier.

De bloeitijd van het Zwarte Land

We besparen u de verschillende machtswissels tussen Fransen, Spanjaarden en Oostenrijkers die achtereenvolgens gedurende 150 jaar de stad veroverden – het loonde wel de moeite ze te versterken! In 1815, na de nederlaag van Napoleon, viel de stad in handen van de Hollanders, die de versterkingen gingen uitbreiden naar het noorden en die de Samber bevaarbaar maakten, wat van essentieel belang was om de steenkool naar Frankrijk te voeren. Dankzij de komst van de eerste spoorweglijn en de bouw van een station in 1843 gaan de glas‑, de staal‑ en de steenkoolnijverheid, die zich geleidelijk rond de stad hadden ontwikkeld, een fenomenale uitbreiding kennen. In 1867 besluit de Stad tot het afbreken van de wallen, die haar verstikten. In de plaats van stenen komen er met bomen begroeide lanen en vallen de Beneden‑ en de Bovenstad elkaar in de armen. Het economische leven van de stad wordt geregeld door de steenkoolmijnen. Dit is de tijd van koning Leopold II. Het Zwarte Land stelt het goed. De stad wordt de tweede rijkste van een land dat zelf (na Engeland) de tweede industriële grootmacht ter wereld is! In 1911 vindt er een wereldtentoonstelling plaats.

De grote stedenbouwkundige omwenteling

En wat is er daarna met Charleroi gebeurd, papa?” – “O, de stad zou nog twee grote verbouwingsfasen kennen. Na de Tweede Wereldoorlog rijzen er zowat overal veel gebouwen en huizen in Jugendstil op. In 1930 wordt de oude bocht van de Samber gedempt om plaats te maken voor een grote laan, de Boulevard Tirou, waarrond het commerciële centrum van de stad zich zou ontwikkelen. Het is ook in die tijd dat het Stadhuis en het belfort worden gebouwd. Later, in de jaren 1960, zou het uitzicht van de stad nog eens veranderen door het opduiken van torens en administratieve gebouwen zoals de Tour de l’Europe en de Tour Baudoux. In 1975, ten slotte, wil Charleroi zijn mobiliteitsprobleem oplossen door het aanleggen van een autosnelweg rond de stad.

Vandaag is de streek, zoals we weten, zwaar getroffen door de oliecrisis en de ondergang van de nijverheid. Charleroi moest met zichzelf in het reine komen en zien uit te groeien tot een grote moderne metropool. Na de versterkte en afgezonderde stad, na de industriële en ontgonnen stad, is het nu tijd voor een open en aantrekkelijke stad. Een stad die verankerd is in haar grondgebied en die aansluit op het omringende landschap. Dat werk werd al meer dan twintig jaar geleden aangevat…

 

     

Nadat in 1930 de bocht van de Samber gedempt wordt, ontstaat er ruimte voor de boulevard Tirou en appartementsgebouwen.

©Archives Ville de Charleroi

 

Ondergrondse overblijfselen

Wat schiet er nog over van Charleroi als versterkte stad? In het stadscentrum zo goed als niets, behalve het speciale tracé van de straten rond de Place Charles II. Maar wanneer men een beetje dieper gaat zoeken, zal men ontdekken dat de ondergrond van de stad onvermoede getuigen van haar militaire verleden bewaart. Onder dat laatstgenoemde plein bevindt zich nog altijd de put die bij de oprichting van de Franse vesting werd ontworpen om de bouwers van de stad van het nodige water te voorzien. Een beetje verder, onder de Boulevard Zoé Drion, kan men een indrukwekkende galerij ontdekken, die uit de tijd van de Hollandse vesting dateert.

In 1695 werd er op bevel van Lodewijk XIV een plan in reliëf gemaakt van Charleroi. Om de strategie van die versterkingen beter te kunnen begrijpen, werd in het Stadhuis onlangs een kopie van dat plan onthuld. Het belfort van zijn kant, dat door de UNESCO op de werelderfgoedlijst werd geplaatst, geeft heel de geschiedenis van de Stad Charleroi weer in een nieuwe scenografie. Dat zijn allemaal plaatsen die op aanvraag kunnen worden bezocht, maar enkel door groepen.

 

Maison du Tourisme du Pays de Charleroi
+32 (0)71 86 14 14

Feest in het Land van Charleroi!

 

Men wordt niet alle dagen 350 jaar! Om die verjaardag in de verf te zetten met een gevarieerd programma, hebben alle actieve krachten uit Charleroi de handen in elkaar geslagen: de bestuurders, de stadsdiensten, de culturele en wetenschappelijke spelers, de onderwijsinstellingen, de horeca, de folkloreliefhebbers, de ouderen, de wijkcomités... “We hebben alle instellingen en verenigingen opgeroepen om projecten in te dienen”, verklaart Najia Sakhi, die in de coördinatiecel voor de 350 jaar instaat voor de communicatie. “Voorstellen konden enkel worden aanvaard, als ze aansloten bij deze historische datum. Men kon dus geen klassiek evenement voorstellen en daar het etiket ‘350 jaar’ opplakken. We wilden iets nieuws, iets origineels, iets dat in verband staat met de geschiedenis, het erfgoed of de folklore, iets dat over verleden, heden of toekomst gaat.

Eerbetoon aan zanger Jacques Bertrand

Omdat de eerste steen van de stad op een derde september werd gelegd, is die datum uitgekozen als orgelpunt van de manifestaties. Toen het evenement nog in de toekomst lag op de dag dat wij dit schreven (in augustus), zag het programma voor het weekend van 3 en 4 september er heel vrolijk en kleurrijk uit: officiële ceremonie en beiaardconcert op zaterdagnamiddag, dan een indrukwekkende optocht door de straten van het stadscentrum tot aan de kaden van de Samber. Een stoet die de 350 jaar geschiedenis van Charleroi zou schetsen, met metaalarbeiders, mijnwerkers, glasmakers, naoorlogse auto’s, reconstructeurs, revolutionairen van 1830, een praalwagen van de luchtvaartindustrie en – natuurlijk – de reuzen van de stad en veel zangkoren. Aan een uitzonderlijk evenement moeten ook uitzonderlijke personen deelnemen: een honderdtal leden van de Ommegang, onder wie Keizer Karel en zijn hofhouding, wilden voor deze gelegenheid hun Brusselse residentie verlaten. Het grote volksfeest op zaterdagavond – dat “Quai fièsse!” was gedoopt – heeft natuurlijk heel wat golven veroorzaakt op de Samber. Ook de muren van de stad trillen nog na bij de herinnering aan de duizenden personen die op zondag enkele volksliederen hebben aangeheven, die werden geschreven door de Charleroise zanger Jacques Bertrand (1817-1884): “Lolotte”, natuurlijk, maar vooral “Pays de Charleroi”, waarvan de stadsbeiaard vandaag nog de noten speelt.

“Charleroi tussen licht en schaduw”

De Stad heeft echter niet gewacht om haar 350 kaarsjes officieel uit te blazen vóór ze aan het feesten ging. Vermakelijkheden, concerten, feesten, lezingen en tentoonstellingen bepaalden al sinds de lente het levenstempo in Charleroi. Er werden een bier en een praline gecreëerd; er werden publicaties aan de stad gewijd – waaronder een zeer mooie brochure van “Espace Environnement”, die 350 jaar stadsgeschiedenis schetst; er werd eer betoond aan de chemicus en industrieel Ernest Solvay, die zijn eerste fabriek in Couillet vestigde, en aan de in Charleroi geboren kanunnik en natuurkundige Georges Lemaître; in de Sint-Valentijnsmars stapten voor het eerst folkloristische groepen uit de districten van Charleroi mee op; er werd een grote zoektocht georganiseerd in de stad enz. De sport werd niet vergeten: om de herinnering op te roepen aan de legendarische voetbalderby’s tussen Sporting en Olympic, werd er begin september een ontmoeting gepland tussen de Zebra’s en de Dogs!

De best geslaagde activiteit behoort echter tot het gebied van de bescherming van het erfgoed”, noteert Najia Sakhi. “In het Museum voor Schone Kunsten vond de tentoonstelling ‘Charleroi tussen licht en schaduw’ plaats, die door het Glasmuseum van Charleroi werd aangeboden en gewijd was aan het glas-in-loodraam in privéruimten, van 1880 tot 1940. Die kende zoveel succes, dat ze verlengd werd. Op de tentoonstelling kon het publiek niet enkel zien hoe glas-in-loodramen worden gemaakt, maar er ook kennismaken met de glas-in-loodramen uit veel privéruimten (herenhuizen, arbeiderswoningen, handelszaken enz.) aan de hand van oorspronkelijke stukken uit museumverzamelingen, archiefdocumenten en foto’s.

De burgers als commissarissen van hun tentoonstelling

En morgen? In het laatste kwartaal van 2016 zullen er een colloquium, en festival, tentoonstellingen en een paneldiscussie plaatsvinden. Op 23 en 24 september komen in het Paleis voor Schone Kunsten liefst 25 deskundigen van verschillende universiteiten een portret van Charleroi schetsen aan de hand van de mensen, de technieken en de ideeën die gedurende 350 de identiteit van de stad hebben gevormd. Op hetzelfde ogenblik gaat de “Asfalt”-biënnale van start, een stedelijk kunstenfestival waarvan deze derde uitgave vooral gewijd zal zijn aan de openbare ruimte als leefkader (zie kaderstuk). Maar het is vanaf 21 oktober, datum van de vernissage van de tentoonstelling “Publiek aan het werk”, dat men zal kunnen zien wat de inwoners van Charleroi in hun mars hebben. Het Museum voor Schone Kunsten van Charleroi en het Fotomuseum hebben zich aan een origineel experiment gewaagd door de hele de organisatie van een tentoonstelling aan het publiek over te laten. “Er werden ongeveer zestig burgers gekozen op basis van hun motivatie,” legt Najia Sakhi uit. “Van april tot augustus hebben ze kennisgemaakt met de musea en de verzamelingen ervan en geleerd op welke verschillende manieren men met kunst kan omgaan. Samen hebben ze het thema van de tentoonstelling gekozen en uitgewerkt, en de lijst van de werken opgesteld.Ten slotte hebben ze gezorgd voor de presentatie, de berichtgeving in de media en de communicatie over de tentoonstelling, die tot 21 januari zal plaatsvinden in het Museum voor Schone Kunsten.” Het thema? Mutaties. Zoals de Waalse metropool er nu een beleeft!

 

Voor het volledige programma zie www.charleroi.be/350ans