Waw magazine

Waw magazine

Menu
© P. Schyn
© Trinkhall Museum

De Trinkhall

  • Culture
Liège  / Luik

Door Gilles Bechet

op een zee van kwetsbaarheden

Sinds juni beschikt Luik over een nieuw museum om werk van kustenaars met een mentale handicap te tonen. Het Trinkhall Museum ligt in het midden van het Avroy-park en doet speciaal werk, volgens een speciale aanpak die meer dan 40 jaar geleden werd ingevoerd door het Créahm.

 


© Trinkhall Museum

Het is een piratenschip dat met volle zeilen uitvaart. Het bestaat uit reepjes karton, kurken en stukjes touw. In de vuurmonden kun je tekeningen zien. In die fantastische ark heeft Alain Meert alles bijeengebracht waarvan hij houdt : mensen, muziek en beeldende kunst.

De kunstenaar, die al lang kind aan huis is in de ateliers van het Créahm, heeft, samen met zijn begeleider Patrick Marczewski, heel het jaar 2019 gewerkt aan een antwoord op de vraag Wat is een museum ? Zijn ideale museum is een kwetsbaar, ongewoon, opgewekt, solidair en open werk, dat zich niet bekommert om grenzen en tegenslagen, wat ook blijkt uit de werken in het Trinkhall Museum, waarvan hij de tewaterlating viert. Het nieuwe museum ging in juni jongstleden open in het centrum van het Avroy-park en wil het door het Créahm geïntroduceerde artistieke werk met mentaal gehandicapte personen voortzetten. Het Créahm – waarvan de naam staat voor creativiteit en mentale handicap – werd in 1979 opgericht door Luc Boulangé een jonge kunstenaar met een visie. Het kaderde in een internationale beweging die na mei ’68 vragen stelde bij de psychiatrie en de kijk op mentale handicaps. Hij opende een creatief atelier voor mentaal gehandicapte personen, maar wilde niet dat dit als tijdverdrijf of therapie zou worden gezien, zoals het toen gebruikelijk was in woon- en zorgcentra, maar louter als een artistiek gebeuren.

Nu berusten zowel het kloppende hart als de bestaansreden van het museum op zijn rijke verzameling van meer dan 3000 tekeningen, etsen, schilderijen en beeldhouwwerken.


De eerste tentoonstelling in 1981

In 1981, naar aanleiding van het Internationaal Jaar van de Gehandicapten, zocht hij contact met instellingen die in andere landen soortgelijke initiatieven namen, om te vragen dat ze hem werken zouden opsturen, die in het atelier door mentaal gehandicapte kunstenaars werden gemaakt. Verbluft als hij was door de kwaliteit van het grote aantal tekeningen, schilderijen en beeldhouwwerken dat hij ontving, besloot hij een tentoonstelling te organiseren en vroeg aan de Stad Luik om daarvoor het in haar bezit zijnde maar leegstaande Trinkhall-gebouw te mogen gebruiken. Hij kreeg die toestemming en hoewel de tentoonstelling geen groot publiek trok, werd ze toch goed ontvangen door de kunstcritici. Na een chaotisch periode van gedwongen bezetting, verleende de Stad aan het Créahm een erfpachtovereenkomst die nog steeds geldig is voor het huidige museum. “Dat is van belang, want het betekent dat er stevige banden bestaan tussen het Créahm, het museum en de Stad. Ons museum is een openbare dienstverlening die uitdrukking geeft aan een stedelijk beleid om cultuur te beschouwen als een emanciperende factor”, stelt Carl Havelange, de artistiek directeur van het museum.


Carl Havelange, de artistiek directeur van het museum.

Meer dan 3000 werken uit België en het buitenland

Nadat de Trinkhall korte tijd plaats had geboden aan de ateliers, werd ze een centrum voor uiteenlopende kunsten, dat in 1982 tot ‘MADmuseum’ werd omgedoopt. Toen in 2008 bleek dat de staat en de aard van de ruimten het museumteam niet meer toelieten er zijn activiteiten te ontplooien, schreef de Stad een architectuurwedstrijd uit voor een nieuw museum. Er waren twaalf jaar vol verwikkelingen nodig om dat plan ten uitvoer te brengen. Nu berusten zowel het kloppende hart als de bestaansreden van het museum op zijn rijke verzameling van meer dan 3000 tekeningen, etsen, schilderijen en beeldhouwwerken uit de ateliers van het Créahm, maar ook uit andere, zowel Belgische als buitenlandse ateliers voor gehandicapten.

Uit de rijkdom en de diversiteit van de museumcollectie blijkt dat er geen standaarddefinitie of eigen esthetica van toepassing is op mentale handicaps. “Het eerste wat een bezoeker aan onze tentoonstellingen kan vaststellen, is de uitzonderlijke kwaliteit van de werken. Je kunt die niet een beetje meewarig bekijken met de achterliggende gedachte dat zelfs een gehandicapte kunst kan maken. Het enige gemeenschappelijke dat ik zie bij alle kunstenaars aan wie wij plaats bieden in de collectie, is hun kwetsbaarheid, in de zin dat ze meestal veel psychische of mentale moeilijkheden in verband met hun handicap hebben gekend. Maar aangezien we allemaal kunstenaars zijn, is kwetsbaarheid geen teken van zwakheid, maar veeleer van expressieve kracht.

 
© Michel Petiniot                                                                                                                   
© Pascal Duquenne

Een springplank naar de kunstwereld

Elk seizoen zal de Trinkhall een speciale thematiek verkennen aan de hand van werken uit de eigen verzameling en van die van enkele hedendaagse kunstenaars die daarvoor worden uitgenodigd. Omdat het niet de bedoeling is om de enen met de anderen te vergelijken, maar om de electieve emoties en affiniteiten van de verschillende werken aan te voelen, bestaat er geen enkel kartel om ze te identificeren. Voor meer informatie verwijst het museum naar de zeer volledige bezoekersgids. Dankzij het systeem van mobiele ophanglijsten kan men de ruimte aanpassen en nieuwe bezoektrajecten uitwerken naargelang de ophanging.

De eerste thematiek die tot in september 2021 wordt ontwikkeld, is die van Gezichten / Grenzen. Meer dan 80 werken die de duizelingwekkende identiteit verkennen in gezichten die veranderen, zich opsplitsen, vervagen en ons vragen stellen. Op de benedenverdieping is er een monografische zaal gewijd aan het werk van een atelierkunstenaar die nog niet de bekendheid geniet waarop hij recht heeft. Het is een soort springplank naar de kunstwereld. De eerste kunstenaar die werd uitgenodigd om gebruik te maken van die zaal, is Jean-Michel Wuilbeaux, van ‘La Pommeraie’, een atelier uit Ellignies-Sainte-Anne (Beloeil). Het is een oeuvre met gulzige lijnen, kleuren en woorden, die rechtstreeks ingegeven zijn door zijn kindertijd in een arbeidersmilieu aan de Belgisch-Franse grens. De Trinkhall is meer dan een museum en wil een plaats worden voor onderzoek, ontmoeting en uitwisseling, die ook andere activiteiten ontplooit in partnerschap met verschillende operatoren. Zo werkt men aan een transcriptie van de teksten van Jean-Michel Wuilbeaux, die het voorwerp zullen uitmaken van een opvoering waar de woorden van de kunstenaar zullen worden uitgesproken door een toneelspeler en begeleid door livemuziek die wordt gespeeld door Steve Houben.

De Trinkhall heeft haar trossen losgegooid en nodigt met haar kolossale artistieke lading het publiek aan boord uit voor ontdekkingsreizen en ontmoetingen.

Een Trinkhalle in de Duitse kuuroorden

Oorspronkelijk was de Trinkhalle het ontmoetingspunt in de Duitse kuuroorden, waar de kuurgasten elkaar ontmoetten om van het bronwater te nippen of drank te kopen. Toen het Avroy-park in 1880 in Luik werd geopend, maakte men in het centrum ervan een lust- en ontmoetingsoord met een drankgelegenheid en een biljartzaal. Men noemde die plaats de Trink-Hall. Het was een gebouw van glas en staal in Moorse stijl, dat voorzien was van twee met koper beklede koepels. In 1885 zouden er de eerste filmvoorstellingen in de Vurige Stede hebben plaatsgevonden. Een brand en twee wereldoorlogen leidden echter tot de ondergang van het gebouw, dat al zijn glans verloren had en waarvan de oosterse bouwstijl met zijn voluten niemand meer interesseerde. Het gebouw werd gesloopt en in 1963 vervangen door een moderne constructie van beton en steen, een gebouw met standing waarin men huwelijksfeesten, dansavonden en zakelijke ontmoetingen organiseerde. Het café op de benedenverdieping en de voor de wandelaars vrij toegankelijke terrassen waren nog steeds gezellige ontmoetingplaatsen. Die modernistische Trinkhall verloederde op haar beurt, werd verlaten en kruiste uiteindelijk het pad van het Créahm. Vandaag is het oude gebouw uit de jaren ’60 onder een klok geplaatst, die werd bedacht door de architecten Aloys Beguin en Brigitte Massart en die 600 m2 tentoonstellingsruimte biedt.

 

Trinkhall Museum
Parc d’Avroy
B-4000 Luik

www.trinkhall.museum

 
Your opinion counts