Waw magazine

Waw magazine

Menu

HET KASTEEL VAN LOUVIGNIES
Domein van de Villegas

  • Patrimoine
Hainaut  / Louvignies

Door Christian Sonon

Op zes kilometer van Zinnik (Soignies) bevindt zich het kasteel van Louvignies. Als je door de poort stapt, kom je terecht in de sfeer van debelle époque.

Als de Chaussée Brunehault, die het Noord-Franse Bavay met Utrecht verbindt, door de granietstenen streek van Zinnik trekt, doorkruist hij heel even het dorpje Chaussée-Notre-Dame-Louvignies. Elke dag weer ligt die heerweg daar, zonder ooit een ommetje te maken om het mooie kasteel van het dorp te gaan bewonderen. De toren uit de 11de eeuw, met daarnaast de kleine torentjes, lijken de Henegouwse lucht aan te vallen. Arme geesten, die hier voorbijrazen met oogkleppen aan, denken we, als we dat indrukwekkende gebouw, dat prachtige kasteel van Louvignies, zien opduiken uit het groen. Dit gebouw in neorenaissancestijl, dat je herkent aan de Saraceense toren en zijn uitgestrekte Engels park uit de 19de eeuw, opent elk jaar weer de deuren voor bezoekers.

“Door een huwelijk in 1716 is dit kasteel het domein van onze familie geworden”, legt de huidige eigenares, Florence de Moreau de Villegas de Saint-Pierre ons uit. “Het kasteel werd wat later gerestaureerd. Mijn voorvader, Léon de Villegas de Saint-Pierre, die na een carrière in de diplomatie burgemeester werd van deze gemeente, begon in 1870 aan een lange periode van aanpassingen en renovaties, die duurde tot 1885. De werkzaamheden bleven niet beperkt tot het kasteel zelf, dat overigens mooi werd gerestaureerd rond de oude verdedigingstoren, maar strekten zich ook uit tot het park en de tuinen. Dat was het werk van Louis Fuchs, een landschapsarchitect die toen veel gevraagd werd en die hier een bos met zeshonderd bomen heeft aangelegd, en ook nog een aantal alleenstaande bomen. Uit die periode dateren ook de kapel, de vleugel met stallen met dubbele boxen voor de paarden van de gasten, en de ijskelder. In de winter werd het ijs van de bevroren vijver gehaald en in blokken gesneden. Dat werd in een kelder bewaard, voor de verfrissingen in de zomer. Een laag ijs, een laag hooi, een laag ijs… die ijskelder dient nu natuurlijk nergens meer voor.”

Je weet niet wat je het meeste moet bewonderen als je eenmaal dit prachtige domein, gelegen aan - hoe kan het ook anders - de rue de Villegas binnenstapt. De voorgevel van deze typisch negentiende- eeuwse woning in neorenaissancestijl, met daarin nog overblijfselen van vroegere constructies, of het Engelse park? Dat is vijftien hectaren groot en nodigt je zo uit voor een wandeling. De paden zijn omzoomd met een reeks merkwaardige bomen, zoals de Amerikaanse tulpenboom of een treurzilverlinde. De vroegere groentetuin van één hectare is in vier stukken verdeeld en telt een heleboel perensoorten. Daarnaast ligt de oranjerie, waar nu Florence de Moreau woont. Een gans waakt discreet voor de ingang, net als een geweldige Russische hazewind met een zwartgevlekte pels. “Dat ras werd speciaal gekweekt om op wolven te jagen”, vertelt de vrouw des huizes. Daardoor herinnert ze er ons meteen ook aan dat de naam Louvignies afkomstig is van het Latijns lupus, wat wolf betekent. “Mocht hij zich nu eens bezighouden met vossen, dat zou ons beter uitkomen.”

Een kasteelvouw in de loopgraven

Binnen in het kasteel merk je nog steeds de sfeer van het rijke leven dat men toen leidde. Een wandeling door het gebouw doet denken aan een bezoek aan een museum. Van de witte salon, waar de dames graag keuvelden, naar de eetzaal met zijn indrukwekkende schoorsteen, tot de hal en de kamers boven, langs de kelderkeuken met een heel arsenaal aan keukengerei en zijn grote fornuis. Het interieur, de meubels en de rest van de huisraad zijn al jaren hetzelfde gebleven, en schetsen een goed beeld van de belle époque. Het is een heuse grot van Ali Baba, die Florence de Moreau dan nog eens aangevuld heeft met dingen die ze geleend heeft uit privécollecties. Sinds het begin van de zomer dient het kasteel ook als decor voor een tentoonstelling met de naam ‘Een kasteelvrouw in de loopgraven’, die gewijd is aan een van haar voorouders, gravin Maria de Villegas de Saint-Pierre (lees het artikel op pagina 92). Dankzij de zorgvuldige regie van Florence, die zich daarvoor baseerde op schriftjes en fotoalbums die pas onlangs opdoken in oude koffers, vertellen zowat dertig objecten uit het kasteel elk hun eigen verhaal over het leven van het nichtje van haar grootvader tijdens de Eerste Wereldoorlog. De tentoonstelling laat ons terugkeren naar een van de moeilijkste periodes uit onze geschiedenis waarin een moedige vrouw, helemaal vrijwillig en op haar eigen manier, heeft geprobeerd het leed wat te verzachten. Zo bijzonder, dat ze van koningin Elisabeth de bijnaam ‘de majoor van Poperinge’ kreeg.   

EEN KEUKEN WAAR ELKE REGISSEUR GEK OP IS

Iedereen die ooit in de jaren zeventig het Britse feuilleton Upstairs, downstairs gezien heeft of meer recent, de geweldige reeks Downton Abbey, hoeft alleen maar de ogen te sluiten om zich de keuken voor te stellen, waar de bedienden druk in de weer waren als bijen in hun korf, in de weelderige Engelse huizen van het begin van de 20ste eeuw. De kelderkeuken van het kasteel van Louvignies, aan het einde van een lange, koude gang, is zo merkwaardig, met al het keukengerei dat in perfecte staat is, en met de typische sfeer uit die tijd, dat verschillende regisseurs deze plaats gekozen hebben om te komen filmen. Claude Berri draaide hier Germinal en François Ozon Angel. François- Xavier Vives heeft hier in 2012 met Marie Gillain Landes gefilmd, en er werden ook heel wat scènes opgenomen in de kamers van het kasteel.

Informatie : 

Rue de Villegas, 1
B-7063 Louvignies
www.château-louvignies.be
Your opinion counts