- Patrimoine
Door François Colmant
Het was al zo vaak aangekondigd, al zo dikwijls uitgesteld, maar de renovatie van de merkwaardige zeventiende-eeuwse Omaliushoeve schiet eindelijk uit de startblokken. Tot grote vreugde van de meerderheid binnen het gemeentebestuur, die al zowat vijftien jaar achter dit project staat.
De werken zouden moeten aanvangen eind 2014. Dit is het laatste hoofdstuk van een verhaal vol verwikkelingen. De verbouwing van de boerderij heeft de gemoederen binnen de gemeenteraad geregeld hoog doen oplaaien. “Er blijven er niet veel meer over die alle stadia van dit dossier hebben meegemaakt,” lacht Francis Hourant, schepen van openbare werken. Het gebouw uit de 17de eeuw, dat bijna helemaal beschermd is, werd in 1999 aangekocht door het Instituut voor het Waalse Erfgoed. Vanaf 2016 zullen de nieuwe gemeentediensten worden ondergebracht in een van de vleugels. In de drie andere komen luxewoningen. De vernieuwde boerderij zal dan grenzen aan een ander gerestaureerd gebouw, de boerderij Saint-Laurent, waarin al 19 sociale woningen zijn ondergebracht.
“We proberen nu al meer dan vijftien jaar die Omaliushoeve nieuw leven in te blazen. Een gezondheidswandeling is het zeker niet geweest, maar we zien nu toch licht aan het einde van de tunnel”, zucht de schepen. Door de omvang van de werken stonden de investeerders niet meteen te springen om zo’n project aan te pakken. In het begin van deze eeuw waren er plannen om hier gîtes, een restaurant en winkels te maken, maar de bouwpromotor kon daarvoor niet genoeg geld bijeen krijgen. Uiteindelijk werd het een publiek-private samenwerking, gesteund door subsidies van de Waalse overheid, die de renovatie tot een goed einde moet brengen. Het prijskaartje wordt geschat op meer dan € 10 miljoen. “We werken met het architectenbureau Garcia en met het bouwbedrijf Thomas & Pirron voor het woongedeelte, dat nieuwe bewoners moet aantrekken en zo mee kan zorgen voor een heropleving van het dorpscentrum. Na het kasteel van de Avouerie en de boerderij Saint-Laurent maakt de restauratie van Omalius deel uit van de opwaardering van ons erfgoed.” Een uniek dossier dus, waarbij de gemeentediensten uit hun uitgewoonde, te krappe lokalen verhuizen naar een authentiekere bestemming. De oppositie wou een nieuw gebouw optrekken om er de werknemers van de gemeente onder te brengen, met het argument dat het goedkoper zou zijn voor de gemeentekas. “Op papier is deze renovatie inderdaad duurder, maar soms moet je wat verder durven te kijken”, argumenteert Francis Hourant. “Met deze aanpassing van een bestaand gebouw restaureren we een uitzonderlijke plek, wat een bijkomend toeristisch argument is. Maar daarenboven zorgen we op termijn voor extra inkomsten op gebied van onroerende voorheffing en personenbelasting. En door nieuwe bewoners aan te trekken zal de economische activiteit in deze wijk ook opnieuw opleven.” Nieuwe winkels, een kindercrèche en een groot saneringsproject met de focus op biodiversiteit zijn het onmiddellijke gevolg van dit omvangrijke project. Anthisnes ligt midden in de Condroz en vleit zich tegen de oevers van de Ourthe aan.
“We proberen nu al meer dan vijftien jaar die Omaliushoeve nieuw leven in te blazen. Een gezondheidswandeling is het zeker niet geweest, maar we zien nu toch licht aan het einde van de tunnel.”
Het dankt zijn faam aan de ontginning van steen en graniet, vanaf de middeleeuwen tot het hoogtepunt aan het begin van de 20ste eeuw. De zuilen van de Fragnéebrug en het grote postgebouw in Luik, en zelfs de triomfboog van het Jubelpark in Brussel zijn opgetrokken in steen van Anthisnes. Maar de steennijverheid is in verval geraakt en er zijn nu maar drie groeves meer open. Anthisnes, met meer dan 4.000 inwoners, wil geen slaapstad zijn, weggedrukt in zijn verleden. Men wil hier nieuwe mensen aantrekken, waarbij ingezet wordt op zijn erfgoed, maar vooral op zijn verenigingsleven, zijn scholen, zijn identiteit. “Je mag dit project niet zien als een zoveelste renovatie van een rijk erfgoed. Het achterliggende idee is veeleer een stap naar een duurzame en sociale ontwikkeling, waarbij jong en oud samenleven, waar de sociale cohesie versterkt wordt en waar op die manier nieuw leven wordt ingeblazen in het gevoelige punt van de gemeente”, besluit Francis Hourant.