- Tendance
Door Marie Honnay
De mode van morgen
Allebei Luikenaars, allebei modeontwerpers en allebei finalisten van het Internationaal Festival van de Mode en de Fotografie in Hyères. Jean-Paul Lespagnard won de modeprijs in 2008. Pablo Henrard is een van de tien genomineerden van de editie 2014. Nog iets wat hen met elkaar verbindt: ze hebben alle twee een duidelijke ambitie, ze weten waar ze naartoe willen en ze hebben een nuchtere kijk op hun vak. Tijd voor een dubbelportret.
GALERIES LAFAYETTE, MAart 2014.
In tegenstelling tot vorig seizoen is Jean-Paul Lespagnard niet in Parijs om aan de pers zijn herfsten wintercollectie 2014-2015 voor te stellen. We spreken af bij Angelina, het vintage koffiehuis van de Galeries Lafayette. Jean-Paul voelt zich hier thuis. Een paar meter verder, in de Galerie des Galeries heeft hij carte blanche gekregen in de tentoonstellingsruimte van de vermaarde winkel aan de Boulevard Hausmann. Deze krankzinnige tentoonstelling, ‘Till we drop’, richtte al zijn schijnwerpers op deze extravagante maar aantrekkelijke Belgische ontwerper. De Belgische mayonaise heeft blijkbaar gepakt, als we mogen voortgaan op de meer dan tienduizend bezoekers.
De vroegere laureaat van het modefestival van Hyères wil het niet hebben over zijn tentoonstelling, ook niet over zijn bekroning in Hyères, nu zes jaar geleden. Wel over de nieuwe richting die hij wil inslaan met zijn merk. Drie seizoenen na zijn eerste Parijse presentatie heeft Lespagnard – niet voor het eerst besloten om een stapje opzij te zetten. “Ik wil komen tot een nieuwe, een meer rechtstreekse relatie tussen ontwerpers en kopers, en tussen ontwerpers en de media. Vanaf volgend seizoen stel ik in juni de stukken voor die in juli in de winkels geleverd worden,” legt hij uit. “Wat de collecties betreft, die zullen beperkt blijven tot pakketten van twintig stuks.”
Lespagnard wil naar eigen zeggen het ritme terugvinden dat overeenstemt met zijn ongeduldige temperament. Dus komt er meer tijd vrij voor zijn andere activiteiten. Culturele veelvraat die hij is, voelt hij zich evengoed op zijn gemak bij het uitwerken van een tentoonstelling van balletkostuums. Vorig jaar oktober heeft hij ook meegewerkt aan de wedergeboorte van het Théatre de Liège. Lespagnard ontwierp de kleren voor het zaalpersoneel. En binnenkort doet hij mee aan een 3D-film van de Zwitserse choreograaf Gilles Jobin. Hij ontwerpt ook tassen van het merk Eastpak, gewoon omdat hij die als jongere zelf ook droeg. “Als ik niet in een project geloof, doe ik niet mee,” vat hij samen. “Elke ontmoeting is belangrijk voor mij. Een samenwerking moet groeien.” Deze manier van handelen houdt hem niet tegen om op verschillende fronten bezig te zijn. Lespagnard is finalist van de volgende Woolmarkprijs. Dat belet hem niet, zonder zijn eigen merk opzij te schuiven, om nauwgezet de aanbiedingen te bekijken van alle jobs die hem worden voorgeschoteld als artistiek directeur. “Als ik een modehuis vind dat mijn waarden deelt, aarzel ik geen seconde om te tekenen.”
Ook wat zijn betrokkenheid betreft bij Mons 2015, zit hij niet stil. “Vooral omwille van de workshops die we gaan doen met kinderen,” voegt hij eraan toe. Op dezelfde manier heeft hij nog in maart een workshop geleid in het Parijse Palais de Tokyo: 400 kinderen op een middag. En de ontwerper geeft graag toe dat hij niet verlegen is ‘om hun ideeën in te pikken’. Heel normaal, vindt hijzelf: “Ik geef hen ook die van mij.” Deze eeuwige enthousiasteling, liefhebber van buitenlandse films, is zelfs een beetje Vlaming. De Luikenaar heeft immers, uitzonderlijk toch, een aantal jaar in Antwerpen gewoond. Lespagnard is ook een bewonderaar van de haute coutureontwerper Christian Lacroix, omdat die fris blijft en omdat hij het verschil blijft maken. Dankzij zijn dorst naar vernieuwing die hij altijd behouden heeft. Die karaktertrek hebben de twee ontwerpers gemeen met elkaar. De Belg Jean-Paul Lespagnard blijft een zoon van zijn geboortedorp Harzé, maar ook van Brussel, waar hij een vaste stek vond. Of van Europa, dat hij heel het jaar doorkruist. Een wereldburger, eigenlijk.
VILLA NOAILLES, ApRIL 2014.
Zes jaar na Lespagnard is Pablo Henrard finalist van het prestigieuze Internationaal Festival van de Mode en de Fotografie van Hyères. In 2013 studeerde hij af aan de modeacademie van La Cambre. Deze 23-jarige Luikenaar is hierheen gekomen om een prijs te pakken, uiteraard. Maar ook om zich te laten opmerken. Wat dat ‘opmerken’ betreft, dat valt best mee. Toen hij afstudeerde werd hij al opgemerkt door de aankoopster van het label Opening Ceremony. Dat is een conceptwinkel in Los Angeles, Londen en New York. Oprichters Carol Lim en Humberto Leon werden de coolste fashionistas ter wereld, vooraleer ze zich lieten verleiden om voor het Parijse modehuis Kenzo te gaan werken. Net dit duo zat afgelopen lente de jury voor op het festival van Hyères. Pablo Henrard heeft de eerste prijs uiteindelijk niet weggekaapt. Maar dat hij bij de finalisten was, is op zich al een enorme verdienste. Deze jongen uit de heuvels van Herve – Belgischer dan Belgisch – heeft er altijd van gedroomd om jurken te ontwerpen. Toch blijft hij verknocht aan zijn vlakke land.
Hij volgde stage bij de Belg Olivier Thyskens in New York, bij Jean-Paul Gaultier, de ontwerper die zich altijd al omringd heeft met Belgische medewerkers, en ook nog bij Jean-Paul Lespagnard. Henrard heeft geen minuut stilgezeten. Toen hij pas was afgestudeerd, werkte hij keihard voor Opening Ceremony en gooide zich daarna voluit op de wedstrijd van Hyères. Ook heeft hij een paar maanden in Parijs gewerkt in de studio van Cédric Char lier, ook al een vrucht van La Cambre. Hij onthoudt van zijn opleiding op zijn Belgisch, “een heel serene manier om naar je werk te kijken en een constante zoektocht naar eenvoud in elke creatie”. Eenvoud die, het moet gezegd worden, samengaat met een uitgesproken en onbeschroomde stijl. Pablo wil helemaal geen afstand nemen van zijn Waalse roots. Toch bekent hij dat hij niets liever doet dan over heel de wereld mode te blijven ontdekken. De verkoop van zijn eerste collectie bij Opening Ceremony maakte hem duidelijk hoe het financiële plaatje eruitziet in de textielwereld. Toch blijft hij de kaart trekken van een ethische verantwoorde productie. Net als andere Belgi sche ontwerpers zoals Natan en Jean-Paul Lespagnard laat hij zijn creaties maken in een atelier in Binche. Die zijn het gewoon om nauwkeurig te werken in kleine reeksen. Zijn authenticiteit en zijn zin om het in deze wereld te maken zijn de twee pijlers van zijn dualiteit. Een dualiteit die hij terugvindt tussen België en de rest van de wereld.