- Économie
- / High Tech
Door Marie Godfroid
Het internationaal erkende instituut voor digitale kunsttechnologieën Numédiart is enig in Wallonië. Al zeven jaar blinkt het uit in de bewerking van geluid, beeld, video, gebaren en biosignalen. Emotie geboren uit de ontmoeting tussen mens en machine.
Alles begon met de Mona Lisa. Hoe heeft een van de grootste artistieke referentiepunten aller tijden onze kijk op kunst veranderd? Om het antwoord op die vraag te vinden, was er eerst een groep kunstenaars nodig en een origineel idee, gebaseerd op het beeld van het beroemde Da Vinci-schilderij. Verder: researchers die gek genoeg waren om de handschoen op te nemen. En tot slot: een onderneming met de nodige competenties om aan de slag te gaan met de ideeën en de technische uitvindingen van die twee groepen.
Het project dat daarmee ontstond en dat Numédiart op de kaart zette, was ‘MorFace’, een tentoonstelling waarin de manier waarop je naar een werk kijkt opnieuw werd uitgevonden. Het was een unieke ervaring, die het publiek de kans gaf om te versmelten met het schilderij en waarbij hun eigen gezicht plotseling dat van La Gioconda verving. “Dat eerste project is het project dat we het vaakst hebben getoond. Het was ook heel typerend voor wat we wilden doen”, legt directeur van het Numédiart-instituut Thierry Dutoit uit. “Bijna 30 jaar lang hebben we aan de universiteit competenties ontwikkeld op het gebied van beeld- en woordbewerking (zoals ‘Acapela’, een bedrijf dat in 1996 werd opgericht door onderzoekers van het lab). Verder moesten we financiële middelen vinden, om steeds verder te gaan. In 2005 zijn we beginnen te praten over Bergen 2015 en kregen we het gevoel dat het interessant zou zijn onze activiteiten op te nemen in een creatiever en cultureler thema.” Met het uitmuntendheidsprogramma dat werd toegekend door het Waalse Gewest kon het onderzoekscentrum nieuwe concepten ontwikkelen en kon het focussen op specifieke competenties. Maar de bestaansreden van Numédiart is een leemte vullen met betrekking tot de onderontwikkeling van culturele en creatieve verenigingen in Europa. “Dat maakt deel uit van een dynamiek. Je moet de creativiteit van de mensen benutten. Technologie is een manier om dat te doen, maar natuurlijk niet de enige.”
Multidisciplinair
Numédiart mag dan vooral inzetten op technologische en digitale research voor culturele en artistieke creaties, het instituut trekt verschillende soorten onderzoekers aan. “Niet iedereen heeft hetzelfde profiel. Je hebt ingenieurs, informatici, kunstenaars die zich enkel richting technologie hebben ontwikkeld. Sinds tien jaar staat het lab ook open voor mensen die daar vroeger niet thuishoorden: kunstenaars, psychologen (die gedrag bestuderen via nieuwe technologische procedés), maar ook economen, die studenten de kans geven om hun research concreet te maken door een spin-off of start-up op te richten.” Het programma is heel volledig en omvat allerlei toepassingen: op economisch en artistiek gebied, maar ook maatschappelijk en medisch. Het is in dat kader dat de academie voor schone kunsten van Doornik en kunsthogeschool Arts2 in Bergen meewerken aan de verschillende programma’s.
Toch blijft ‘Créactif’ (opleidingsateliers voor studenten van de Bergense universiteit en het Henegouwse onderwijsconsortium Pôle Hainuyer) het meest betekenisvolle project dat het instituut heeft opgezet. “We leiden mensen tijdens avondateliers op in die nieuwe technologieën. Daar zijn we best trots op, want we zijn begonnen vanaf niets. Op een gegeven moment is er een soort breuk tussen wat de researchers doen in het lab en dat wat de studenten kennen. Als je daar niet uit raakt en hen dat niet uitlegt, is het heel moeilijk de studenten te boeien en ze te laten deelnemen aan de projecten, want ze zijn daar niet voor opgeleid.” De ateliers trekken steeds meer volk, wat bewijst dat het concept creativiteit introduceren in een technische en wetenschappelijk faculteit bijna vanzelf ging. “We leiden een vijftigtal mensen op voor wie creativiteit belangrijk is als onderdeel van een project; ideeënmensen, voor wie een project niet alleen relevant moet zijn wat de technische resultaten betreft, maar dat de gebruiker of toeschouwer ook doet glimlachen.”
Kunst en techniek: parallelle werelden?
Misschien ligt daar wel de magie van Numédiart: prototypes en uitvindingen tot leven brengen die diep verscholen liggen in gespecialiseerde laboratoria. “Tien jaar geleden, toen de journalisten kwamen, toonden we hen onze technologieën op de computer en ze vonden dat interessant. Maar als je diezelfde technologie nu aan kunstenaars geeft, gaan die veel meer spreken. Want ineens beseffen de mensen dan waarover het gaat. Via het kunstwerk beroert techniek de mensen.” Of je dat nu wilt of niet, de wereld van kunst en spektakel zit net als de culturele en creatieve industrie in die gigantische technologische maalstroom. “De technologie bestaat en evolueert onafgebroken. Dat gaat van een installatie in een toneelstuk tot de spektakels van Franco Dragone, met wie we samenwerken. Mensen denken altijd dat kunst iets heel menselijks is en het zonder technologie moet stellen. Technologie is echter altijd al aanwezig geweest in kunst, in alle kunsten. De technologie van een schilder heet penseel en kleurenpalet. Dat transformeren is zijn kunst. Telkens wanneer we over een technologie beschikken, kunnen we een kunst ontwikkelen die daarmee overeenstemt.” Het bewijs: de talrijke evenementen die worden opgezet rond nieuwe technieken (CitySonic, VIA…), clips en animaties waarvan onze mond openvalt, alles wat de software in onze portables kan. Kortom, technologie is overal maar ze zou zeker niet zo wijdverspreid zijn zonder artistieke creaties. “Creativiteit aanmoedigen is in de eerste plaats de sleutels aanreiken van de deuren waarachter dingen verborgen zitten die bestaan en ontdekt moeten worden. Veel mensen zouden creatief kunnen zijn, maar zijn het niet omdat ze noch de tools noch de cultuur ervoor hebben. Bij Numédiart hebben we een arsenaal van tools ontwikkeld die we proberen aan te bieden, en ook een vorm van cultuur waarvoor we veel moeite doen om die door te geven aan de studenten. Voor je nieuwe concepten ontwikkelt, moet je nieuwe deuren openen.”
Levenslang onderzoek
Numédiart is onderverdeeld in zes onderzoeksthema’s:
1. Hypermediasurfing via overeenkomsten in de content (bijvoorbeeld het project ‘Dancers’).
2. Interactieve performances (met draadloze sensoren waardoor je realtime bewegingen kunt meten).
3. Mechanische strijk- en tokkelinstrumentenbouw (innovatieve muziekinstrumenten ontwikkelen).
4. Monumentale projecties (beelden videoprojectie op grote 3D-constructies).
5. Registratie van bewegingen (motion capture, een bijdrage aan onder meer de creatie van een videoclip voor de groep Ghinzu of animaties voor MAMEM O).
6. Sociale interactiviteit (tools om mensen te volgen in grote ruimtes).
Wallonië, creatief Europees district
Wallonië heeft de oproep tot voorstellen gewonnen voor ‘European Creative Districts’ van de Europese Commissie. Uit zowat 40 dossiers afkomstig uit heel Europa werden einde 2012 slechts twee laureaten gekozen, waaronder Wallonië. De andere laureaat was Toscane. Het Waalse project, Wallonia European Creative District, zal twee en een half jaar bestrijken en heeft de ambitie om van het Creative Walloniaplan (gelanceerd in 2010) het Europese referentieplan te maken, waardoor het dus zou fungeren als ‘grootschalig voorbeeld’ voor andere regio’s.
Wallonia European Creative District gaat over het beklemtonen van het belang dat de creatieve economie heeft voor de economische transformatie van de Europese Unie. Dat doel zal worden bereikt via een strategie bestaande uit zowat 15 concrete acties die de uitwisseling tussen de CCI’s (culturele en creatieve industrieën) en de klassieke industriesectoren moeten maximaliseren, volgens een aanpak die een reële en duurzame impact kan hebben op de hele regio.