- Business
- / Dossier
- / Économie
Door Thierry Desiraut
Het frame van de Formula E-wagens voor elektrische autokoersen worden samen geleverd door de Franse firma Spark en de Luikenaars van Sodaphi. Een portret.
Het avontuur begint in oktober 2012 in Frankrijk. Frédéric Vasseur, gewezen directeur van de F1‑stal van Renault, richt de firma Spark Racing Technology (SRT) op met de bedoeling hybride en elektrische aandrijvingsystemen te ontwikkelen. Er is niets onbeduidends aan het oprichten van de firma, aangezien ze samenvalt met het ontstaan van Formula E, een onuitgegeven wereldwijde competitie voor racewagens die enkel elektrisch worden aangedreven.
In Formula E rijdt iedereen met hetzelfde model. De eerste uitdaging voor Spark bestaat dus uit het leveren van de 40 Spark-Renault SRT_01E die worden besteld door de promotor en organisator van het kampioenschap, Formula E Holdings (FEH), en die bestemd zijn voor de tien renstallen die zullen deelnemen aan die nieuwe competitie. Elke team beschikt over twee wagens voor de koers zelf en over twee reservewagens. Het feit dat men één enkel model heeft, dat met dezelfde batterij is uitgerust, die door McLaren voor rekening van de FIA werd gefabriceerd, voorkomt dat de kosten de pan uitswingen en zorgt voor een zekere duurzame ontwikkeling van de competitie. Spark gaat al snel samenwerken met Sodaphi en Alexandre Dallemagne, die de noodzakelijke kapitalen zal inbrengen, voor het ontwikkelen van de auto, die in de buurt van Parijs wordt geassembleerd.
Alexandre Dallemagne CEO van Sodaphi Group en medestichter van Spark Racing Technology | ![]() |
De in Beaufays, niet ver van Luik, gevestigde Sodaphi Group is een investeringsmaatschappij die de vorm van een familieholding heeft. Ze is hoofdzakelijk in vijf sectoren actief: de residentiële dienstverlening (aankoop, renovatie en verhuur op medisch gebied, toerisme, studentenwoning enz.), reiniging en catering (maar vooral voor zijn eigen bezittingen), vastgoedbeheer, nieuwe medische technologieën en ten slotte op het gebied van elektrische mobiliteit. “In 2013 hebben we samen met Spark de opdracht binnengehaald voor de eerste 42 Formula E-wagens”, legt Alexandre Dallemagne uit. “We bieden ondersteuning voor het ontwikkelen van het prototype, voor het organiseren van de crashtesten en voor het assembleren en integreren van die eerste wagens. In 2016 hebben we opnieuw de opdracht gekregen voor het nieuwe frame voor het 5e seizoen 2018-2019, maar deze keer is er nog maar één wagen per piloot en bijstand.”
In Formula E is de batterij het grootste onderdeel van de auto. Ze wordt geproduceerd door McLaren, maar heeft slechts een autonomie van 25 minuten. Eens die tijd voorbij is, moet men van wagen veranderen. “Aangezien er nog slechts één auto per piloot zal zijn, moet men proberen het dubbel zo lang uit te houden en dus meer plaats in te ruimen voor de batterij. Om u een idee te geven: de batterij is ongeveer één meter op 80 centimeter groot. Ze heeft ook een zeker gewicht…”
![]() |
De ingenieurs van SPARK hebben met de eerste jaren van het kampioenschap hun voordeel gedaan om de prestaties van dat nieuwe model te verbeteren. Het heeft nu beduidend meer vermogen en zal worden voorzien van een futuristisch aerodynamisch design dat dicht bij F1 ligt.
Uitstalraam
Bovenop de competitie, wil Spark Racing Technology profiteren van het uitstalraam die ze vormt om te tonen hoe groot haar knowhow is op het gebied van elektrische wagens, gaande van de tractieketen over de versnellingsbak tot aan de batterij. Dit met het oog op toepassingen die verder reiken dan de automobielsport. “Van seriewagens tot luchtvaart zijn er veel ontwikkelingsmogelijkheden met een immens potentieel, waarvan sommige al aandachtig worden bestudeerd”, vertelt Frédéric Vasseur.
Dankzij haar stille motor is Formula E niet bestemd voor de traditionele automobielomlopen. U zult ze dus nooit op Francorchamps zien. De koersen worden gereden in steden: Rome, Santiago, São Paulo sluiten zich aan bij steden zoals Hong Kong, Mexico, Parijs, New York en Montréal. In Brussel, heeft de bevoegde minister jammer genoeg het voorstel om de competitie te verwelkomen, afgewezen. “Steden moeten elektrisch gaan rijden”, besluit Alexandre Dallemagne. “De koers moet een sociale gebeurtenis zijn en naar de bevolking komen. In Parijs werd ze niet ver van de Eiffeltoren gereden en trok ze meer dan 10.000 toeschouwers. Het is een andere manier om aan toerisme te doen en ook de culturele impact is heel belangrijk. We moeten de auto opnieuw uitvinden voor een groene mobiliteit: binnen 20 jaar zal de auto niet meer dezelfde effecten hebben. Zoveel te beter.”