- Tendance
- / Concept
Door Mélanie Noiret
De personages van Olivier Goka zijn kleurrijk en ludiek. Ze zijn tegelijkertijd schattig en ronduit trendy. Ze zijn helemaal gemaakt van staaltjes plastic en worden zowel door kunstliefhebbers als de grote merken gewaardeerd. Ontdek het geplastificeerde – maar niet versteende – universum van een kunstenaar die met ons afval speelt.
De eerste keer was tijdens een etentje onder vrienden. Olivier Goka begon, zonder erbij na te denken, een poppetje te maken met de overschotjes op tafel – een beetje zoals wij met ons servet zitten te spelen en de tandenstoker en rietjes ombuigen. Het is geen toeval dat dat eerste werkje al meteen artistiekerig was – in tegenstelling tot wat wij in elkaar draaien – want Olivier is gepokt en gemazeld in de wereld van het beeld.
Animatie en illustratie
Olivier Goka werd geboren in de drielandenstreek, meer bepaald in Montzen. Hij studeerde af als illustrator aan het Saint-Luc in Brussel en volgde daarna een opleiding filmanimatie. Dankzij die tweede opleiding kon hij meewerken aan de film Les Triplettes de Belleville (2003), eerst als assistent en later als animator. Het was zijn taak om de bewegingen van de nevenpersonages te verzorgen. Hij ging verder als illustrator, met cartoons die hij maakte voor onder andere de krant L’Écho, de bank ING en het ONE (Office de la Naissance et de l’Enfance). Hij maakte ook een strip voor Spirou Magazine, Antarctique Nord, waar hij zowel de tekeningen als het scenario voor verzon. Jean-Luc de beer en Bertrand de pinguïn beleven hun avonturen als bevroren onderzoekers tegen de achtergrond van de opwarming van de aarde. Alles wordt overgoten met een enorme laag humor en wordt gedragen door een mooie waaier van maffe personages, onder wie een zekere kapitein Costaud, die niet helemaal toevallig lijkt op een bekend personage.
Goka werkt het liefst met plastic
Het was dus een beetje toevallig dat Olivier Goka zijn eerste personages maakte met behulp van overschotjes. In het begin werkte hij vooral, maar niet uitsluitend met plastic. Goka gebruikt graag verschillende materialen door elkaar. Zo maakte hij de koppen van zijn poppetjes in het begin vaak van de steel van houten werktuigen. Maar gaandeweg komt het plastic meer op de voorgrond: het is makkelijk te bewerken en bestaat in alle kleuren en vormen. Bovendien is het lichter dan alle andere materialen en is het makkelijk te vinden en kost het zogoed als niets, om niet te zeggen helemaal niets. “Eerste voordeel: net als mijn vader heb ik de neiging om alles te bewaren. Plus, ik vind mijn plastic onderdelen in vuilnisbakken en op vlooienmarkten, en ik krijg ze soms van kennissen. Ik koop dus niets, dat is de enige regel die ik heb. Maar ik recycleer alles! Markers, dopjes, shampooflessen, speeltjes, opzetstukken voor stofzuigers, filters van koffiezetapparaten… de lijst is eindeloos. Ik heb een duidelijke voorkeur voor gekleurde dingen.” Maar hoewel Goka alles recupereert en op een originele manier recycleert, is hij toch geen ecologische diehard. Achter het werk van deze plastische (of plastic-) kunstenaar gaat niet een of andere filosofie schuil. Plastic biedt hem alleen de mogelijkheid om een eindeloze reeks artistieke en ludieke invalshoeken uit te proberen. Toch heeft zijn werk onrechtstreeks ook met het milieuprobleem te maken: plastic is een materiaal dat absoluut niet biologisch afbreekbaar is en maar heel beperkt gerecycleerd kan worden.
“Ik koop niets, dat is de enige regel die ik heb. Maar ik recycleer alles! Markers, dopjes, shampooflessen, speeltjes, opzetstukken voor stofzuigers, filters van koffiezetapparaten… de lijst is eindeloos. Ik heb een duidelijke voorkeur voor gekleurde dingen.”
Maar laten we de kunstenaar maar verder werken. In zijn atelier staat een ontelbaar aantal dozen bomvol stukjes plastic, gesorteerd naar kleur en afmetingen. Zijn werktuigen: een cuttermes, een metaalzaag en lijm. Als hij aan een tableau begint dat Bernard Babette (sinds jaren zijn vaste fotograaf) zal fotograferen, lijmt hij alleen de afzonderlijke elementen, zodat die later makkelijk gedemonteerd kunnen worden. Dan kunnen die terug worden geplaatst en – zijn credo indachtig – opnieuw worden gebruikt. Maar als hij sculpturen maakt om te verkopen, worden de elementen onderling vastgeschroefd met behulp van houten cilinders. Het moet stevig zijn en gemakkelijk te manipuleren, en mag mettertijd niet breken als het wordt verplaatst.
Plasticmanie
De beeldjes van Goka zijn buitengewoon charmant en expressief en ze veroveren de harten, niet alleen van particulieren, maar ook van de grote media en merken. Het eerste bedrijf dat ervoor viel – en daarmee in de kijker liep – was de galerie 1 / 1 in Brussel, die de tentoonstelling, Les déchets contre attaquent (De tegenaanval van het afval) organiseerde. Daarna ging het Parijse agentschap Costume 3 Pièces voor de bijl: het bestelden bij Goka ‘tableaus’, of geënsceneerde foto’s van zijn personages, voor marketing- en reclametoepassingen. Zo komt het dat zijn personages terug te vinden zijn op de affiches van de keten Shopy, het Festival van de Tekenfilm, de kalender van Pepsi Japan, het Fête de la Musique (2008), het BLBE (het Brusselse centrum voor interculturele actie), maar ook The New Yorker en The Observer publiceerden zijn werk.
Als je de beeldjes van Goka aandachtig bekijkt, is het een amusant spelletje om te achterhalen wat het kopje of het lijf in oorsprong was. Het is alsof je het voorwerp in laagjes uit elkaar haalt om te raden hoe het is samengesteld. En dan sta je voor leuke verrassingen. Ons dagelijkse afval is een klein, levendig meesterwerkje geworden.
De Collectie Vonpischmeyer!
Maar de laatste meesterzet is de onwaarschijnlijke collectie Vonpischmeyer . U kent vast wel deze fantastische ontdekkingsreiziger, Léopold Vonpischmeyer. Nee? Die naam zegt u niets? Ook niet als u er uw geschiedenisboeken op naslaat? Dat is normaal. Hij is helemaal verzonnen door Olivier Goka. En toch zijn de ontdekkingen van deze verbazingwekkende laat-negentiende-eeuwse reiziger in 2012 prominent tentoongesteld in de galerie Anversville (Antwerpen) en later in het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren. Met zijn plastic reproducties van Congolese beeldhouwwerken en maskers heeft Goka het publiek versteld doen staan en officieel om de tuin geleid. Ze leken sprekend, zoals dat heet. De sculpturen van Goka – sorry, van Léopold Vonpischmeyer - stonden tentoongesteld tussen de echte Afrikaanse werken en verkregen legitimiteit door hun opstelling op een centrale plaats in de vitrines. Ze wierpen op een humoristische manier en met medewerking van het museum vragen op over het statuut van het kunstwerk: wordt een voorwerp, wat ook zijn oorsprong is, een kunstvoorwerp als het in een museum wordt opgesteld? “Voor de bezoekers was het een welles-nietesspelletje. In de vitrines was het moeilijk om te zien dat het om stukjes geassembleerd plastic ging. Bij de tentoonstelling in de Botanique waren er ook gidsen, studenten, die niet op de hoogte waren en mijn werk in alle onschuld voorstelden als echte collectiestukken”, legt Olivier uit. In ieder geval staken de 45 beeldjes van Goka niet af tegen de echte collectie primitieve kunst.
BIO EXPRESS
2004 — Tentoonstelling Les déchets contre-attaquent (De tegenaanval van het afval) in galerie 1/1, Brussel.
2005 — Olivier Goka gaat werken voor het Parijse agentschap Costume 3 Pieces.
2007 — Persoonlijke tentoonstelling ‘De Collectie Vonpischmeyer’, Botanique (Kruidtuin), Brussel.
2013 — Voorstelling van ‘De Collectie Vonpischmeyer’ in het Koninklijk Museum voor