- Star Waw
Door Carole Depasse
Doe-het-zelver met beeld en klank
Digitaal kunstenaar Ronald Dagonnier werd reeds meermaals bekroond door en opgevoerd in de media dankzij zijn originele manier om ons te verrassen. Hij vindt dat hij moeilijk onder één noemer te vangen is. Een kennismaking.
Ronald Dagonnier werd in 1967 geboren te Messancy, in de provincie Luxemburg. Hij studeerde fotografie en video in Luik, waarna hij werd toegelaten tot het Institut Supérieur des Arts (INSAS) in Brussel. Zijn studie verveelde hem, en dat is een paradox, geeft hij toe, nu hij zelf video en digitale kunst doceert aan de Ecole Supérieur des Arts de la Ville de Liège (ESAVL). Hij stelt alles in het werk om dat onbehagen van zijn jeugd en de onaangename herinnering aan een te etherische opleiding niet aan zijn studenten door te geven. “Ik probeer mijn lessen zo in te richten dat ze zowel theoretisch als praktisch zijn en ik werk met voorbeelden. Een docent moet, ongeacht zijn vak, een voorbeeld zijn. Tonen dat kunst geen abstract iets is, dat je kunt exposeren, performances organiseren, dingen kunt realiseren en dat kunst wel degelijk een toekomst heeft.”
Daar is Dagonnier zelf het levende bewijs van. Een snelle blik op zijn museografie doet ons duizelen! Sinds 1999 – een niet toevallig gekozen jaar, want het moment waarop hij met zijn digitale experimenten begon – is Dagonnier op artistiek vlak onverminderd actief gebleven: persoonlijke en collectieve tentoonstellingen, video- en digitaal werk, multimedia-installaties en dan hebben we het nog niet gehad over wat we in de rubriek ‘Varia’ zouden kunnen onderbrengen. Een lange, lange museografische lijst. Op de leeftijd van 53 jaar heeft Dagonnier zijn belofte waargemaakt: deze doe-het-zelver met beeld en klank is uitgegroeid tot erkend voorbeeld, misschien zelfs mentor voor een generatie die online is geboren.
De kunst van het mogelijke
De eerste intentie van het werk van Dagonnier is zonder enige twijfel artistiek. Dat doet echter op geen enkele wijze afbreuk aan de tweede intentie ervan, namelijk het concept of idee dat aan zijn werk ten grondslag ligt. De kunstenaar laat een afgewerkt project los en legt de verantwoordelijkheid voor de interpretatie ervan bij zijn publiek. “Ik stel mijn publiek vragen en geef het kleine tips mee om de communicatie tot stand te brengen, maar het eind blijft open.” Alleen de eigen emoties van het publiek kunnen een antwoord bieden. Hij vergelijkt het met een voorbeeld uit de cinema: “Neem nu een film van David Lynch. Nadat je die hebt bekeken, blijf je met heel uiteenlopende gevoelens en een soort van nieuwsgierige verwachting achter. Ik hou veel meer van kunst die vragen stelt en geen antwoorden geeft, kunst die interactie tussen twee breinen teweegbrengt: het jouwe en het mijne, zodat er verschillende interpretaties kunnen aan worden gegeven”, besluit hij.
Die manier van werken zou Dagonnier zeker niet als filosofisch en nog minder als politiek willen bestempelen, want hij wil op geen enkele manier in een vakje geduwd worden. “Ik geef les zoals ik creëer: het is een uitnodiging om de platgetreden paden te verlaten, over de complexiteit van de wereld na te denken in beelden, klanken, voorwerpen, op welke manier ook, als mijn studenten maar een standpunt innemen en dat meedelen.” En hij maakt van de gelegenheid gebruik om het verouderde model van de academie op de korrel te nemen, dat gebaseerd is op een strikte categorisering, terwijl hedendaagse kunst “daar niets meer mee te maken heeft, kunstenaars drukken zich immers op verschillende manieren uit”.
“Ik stel alles in het werk om de toeschouwer te verbazen wanneer hij kennismaakt met een werk. Ik sta daar niet alleen in, tal van andere hedendaagse kunstenaars doen net hetzelfde”
De mens graaft zijn eigen put
Je wilde emoties? Emoties zal je krijgen! In zijn installatie Maelstrom(digitale film van 4min 40) laat Ronald Dagonnier ons verwonderd kijken naar een vloeibare massa die beweegt, opborrelt, schuimt, bruist, goudblauw kleurt, dan weer mercurochroomrood wordt, en vervolgens een zwarte, bedreigende afgrond graaft. Gaat het om het oog van de cycloon, de stilte voor de storm? Of is het een verwijzing naar de Chaos van de Genesis? Een beeld van het stijgen van de oceanen? Of de grote leegte van ons dagelijks leven? Wie zal het zeggen … Weet Ronald Dagonnier het zelf wel? “Dit werk is ontstaan uit een bespiegeling over een ‘mise en abîme’, een duik in de dieptes. Daaruit volgde een complexe ontwikkeling van steeds evoluerende ideeën. Ik zou mezelf moeten analyseren om je uit te leggen hoe ik erbij ben gekomen!” Het antwoord heeft verder geen enkel belang, want alleen de vraag is van tel. Op de tentoonstelling afgelopen november tijdens de 54e Fêtes de la Saint-Martin de Tourinnes-la-Grosse, en in de Space Collection te Luik met zijn geluidsinstallatie Maelstrom wordt Dagonnier voorgesteld als “een geëngageerd kunstenaar met een kritische kijk op de vedettes van onze tijd en op de uitwassen van een economisch systeem dat geen rekening houdt met de Mensheid”. Op de affiche lezen we verder: “Lichtprojecties, 3D-druk, hologrammen … een verkenning van de ijdelheid van onze geschiedenis.” Denk daarbij aan de ledigheid van de menselijke passies en activiteiten, die hij kundig en met een vleugje oneerbiedigheid voor het voetlicht plaatst, vooral wanneer ze hem choqueren.
De wereld als speeltuin
Geloofsovertuigingen, religie, politiek, conflicten, ecologie, allerhande driften, er is materiaal voorhanden. Zelfs het statuut van het kunstwerk, van kunst in het algemeen, is een van zijn favoriete onderwerpen. En Dagonnier heeft het geluk te leven in een millennium waarin de vooruitgang van de digitale technologieën hem ongelooflijke fictieve mogelijkheden biedt om de realiteit uit te beelden, een uniek gebruiksgemak en de kans om voor elk nieuw project weer een nieuw experiment op te starten. “Ik ben geëvolueerd van video naar digitale kunst naar interactiviteit. Soms zet ik weer een stapje terug en kom ik weer bij de video terecht. Misschien ga ik op een dag wel weer tekenen!” gekscheert hij.
Gekscheren? Spelen? Ja, daar is Dagonnier een groot voorstander van. Zijn multimedia-installatie, Play it again Marcel,kon in 2005, bij de installatie ervan op de Biënnale van Venetië (Festival Off), op heel wat aandacht rekenen. Een virtuele schaakwedstrijd waarbij politieke figuren met internationale uitstraling (en uitstekende demagogen) geformateerde waarheden debiteren aan een in gedachten verdiepte Marcel Duchamp. Op het plateau, als gevangen tussen de gesprekken, lopen de bezoekers rond.
Het beeld weer heilig verklaren
Nog buitengewoner: in 1999 gaf Ronald Dagonnier, in de expositie La faim de l’image, uitdrukking aan de overdaad aan beelden. Is het voor een kunstenaar die zelf beelden creëert dan niet alsof hij in eigen voet schiet wanneer hij de overdosis aan dagelijkse afbeeldingen aan de kaak stelt? “Nee, verre van! Voor La faim de l’image selecteerde ik 1024 beelden uit video’s die ik tijdens reizen had gemaakt en die ik op een reeks monitors in 40 seconden tijd liet afspelen.” Daar word je echt misselijk van. “Het was, en is nog steeds de bedoeling om aan te tonen dat je die beelden niet meer kunt bekijken omdat de opeenvolging ervan vaag is geworden. Ik denk dat er op dit moment al 3000 YouTube-video’s per seconde worden gedownload! Dat geldt trouwens ook voor Instagram. Die beelden uit het dagelijkse leven hebben geen betekenis. Het beeld moet weer heilig worden verklaard.”
“Een digitale installatie, dat is een soort van non-voorwerp. Door de korte levensduur van de onderdelen ervan, verstoort het digitale het kunstwerk als marktwaarde. Moet kunst verkocht worden om te kunnen bestaan?”