Waw magazine

Waw magazine

Menu
© Johannes Vandevoorde
© Entre Chien et Loup/Playtime Films/RTBF(télévision belge)/Proximus
© Entre Chien et Loup/Playtime Films/RTBF(télévision belge)/Proximus

Stéphanie Blanchoud

  • Star Waw

Door Catherine Moreau

een artieste in beweging


© Entre Chien et Loup/Playtime Films/RTBF(télévision belge)/Proximus

Stéphanie Blanchoud, die een inspectrice speelt in de politiereeks ‘Ennemi public’, heeft nog heel wat andere pijlen op haar artistieke boog. Deze comédienne, actrice, schrijfster en zangeres is altijd in beweging.


Haar vader is een Zwitser, ze groeide op in Waals-Brabant en later in Henegouwen, maar woont nu in Brussel. De 38-jarige Stéphanie Blanchoud, die moeder is van de kleine Ferdinand, duikt zowat overal op. Wij ontmoetten haar tussen schrijfwerk en een opname door, en praatten met haar over haar passies, ontmoetingen en plannen.

De 38-jarige Stéphanie Blanchoud, die moeder is van de kleine Ferdinand, duikt zowat overal op.

 


© Johannes Vandevoorde

Hoe geraakte u in de ban van toneel?

Een eerste vonk sloeg over toen ik in het zesde leerjaar van de lagere school zat. Wij speelden toen Le métro mais pas trop, een kleine opvoering met monologen en duo’s. Dat maakte iets los in het ietwat schuchtere meisje dat ik toen was. Dat deed me ontwaken. Op de middelbare school had ik het niet speciaal voor de letteren; ik gaf veeleer de voorkeur aan de wetenschappelijke vakken en droomde ervan arts of dierenarts te worden. Maar in het 4e jaar gaf Marie France Detheux, mijn lerares Frans in het ‘Institut des Sacrés-Cœurs’ in Waterloo, me smaak in woorden, leerde me houden van de letterkunde en moedigde me zelfs aan om te gaan schrijven.

Tussen 1998 en 2000 was u finaliste van het toernooi ‘Scènes à deux’, dat jongeren hielp om hun eerste stappen op de planken te zetten (1). Wat heeft die ervaring u bijgebracht?

Ik was daar dol op en het was voor mij een echte start. Marie-France Detheux en Vivianne Vernimen deden ons zowel op school als daarbuiten en zelfs in de weekends aan onze optredens werken. Tijdens dat toernooi, dat twee of drie maanden duurde, konden wij beroepsacteurs ontmoeten, die ons advies kwamen geven. De finale halen was een hele uitdaging. Ik probeerde me volledig te geven. En daardoor besloot ik actrice te worden. Aan de Academie van Nijvel schreef ik me in voor toneel en voordrachtkunst, in de klassen van Patricia Dacosse en Catherine Ronvaux. Ondertussen richtte ik de ‘Compagnie du Comble’ op samen met vrienden van de academie, en onder de regie van Patricia Dacosse brachten we een eerste stuk, Un air de famille, dat een week lang werd opgevoerd in de Waux-Hall in Nijvel. Na een omweg van een jaar in de romanistiek, heb ik me ingeschreven aan het ‘Conservatoire royal de Bruxelles’, waar ik een eerste prijs voor toneel en voordrachtkunst behaalde.

Als Belgisch-Zwitserse bracht u uw jeugd door in Waals-Brabant. Hebt u speciale herinneringen aan die tijd?

Ja, ik zie het dorpsplein van Ophain-Bois-Seigneur-Isaac nog altijd vóór me, met zijn kerk, zijn groentewinkel, zijn paardenmolen, zijn kindercarnaval ... Een echte dorpssfeer! Rond mijn 10e ging ik met mijn moeder in Buzet wonen, in Henegouwen. In Brussel voel ik me meer stadsmens, maar wanneer ik enkele keren per jaar naar Zwitserland ga, waar nog enkele familieleden van mijn vader leven, vind ik de natuur en de rust weer. En misschien iets van de vakanties uit mijn kindertijd.

“Mijn inspiratie haal ik uit kleine alledaagse dingen, uit de relaties tussen mensen ... Uit wat ik zie en uit mijn ontmoetingen ontstaan dikwijls tragikomische verhalen en personages uit een bitterzoete wereld.”


U hebt niet gewacht tot men u rollen kwam aanbieden want u schrijft nu al bijna twintig jaar voor het toneel.

Ja, ik wilde sommige dingen uitdrukken en mijn eigen teksten maken. Ik zag daarin een zekere vrijheid en vond dat prettig. Je begint te schrijven voor jezelf en daarna, beetje bij beetje, voor de anderen. Ik schrijf geen geëngageerde of politieke teksten. Mijn inspiratie haal ik uit kleine alledaagse dingen, uit de relaties tussen mensen ... Uit wat ik zie en uit mijn ontmoetingen ontstaan dikwijls tragikomische verhalen en personages uit een bitterzoete wereld.

U werd bekroond. Stimuleerde u dat?

In 2015 won ik een van de prijzen van de wedstrijd ‘Textes en Scènes’ die Franstalige Zwitserse auteurs bekroont. Ik werd toen door Véronique Olmi gecoacht voor het schrijven van Jackson Bay. Die dramaturge heeft mij waardevolle dingen geleerd: hoe je een verhaal moet vertellen, hoe je het tot een goed einde moet brengen ...

Uw jongste stuk, Je suis un poids plume, speelt zich af in een boksring …

Ik vond het jammer dat we onvoldoende lichamelijke opvoeding kregen aan het conservatorium. Enkele jaren geleden, op een ‘ingewikkeld’ moment in mijn leven, bezocht ik min of meer toevallig de ‘Physical Boxing club’ in Brussel. Een ontdekking! Ik was op slag gewonnen voor die sport en voor mijn coach, Ben Messaoud, en ik werd een boksfanate die nu drie of vier keer per week in de ring stapt. Wie zichzelf overtreft in een sport, ontwikkelt zijn lichaam. Dat levert niet alleen lichamelijk, maar ook mentaal veel op. Voor het toneel geeft het me meer concentratie, discipline en volharding, en het verbetert mijn houding tegenover de andere, mijn tempo, de kracht van het ‘ogenblik’. Ik wilde toen graag schrijven over die ervaring en er een toneelstuk aan wijden. Dat lokt mensen naar de schouwburg, die er anders zelden komen en omgekeerd laat het sommige toneelliefhebbers kennismaken met die gevechtssport.


© Johannes Vandevoorde

Hoe organiseert u uw werk als schrijfster?

Een toneeltekst schrijven, begint met een geleidelijke groei. De ideeën komen me aangewaaid wanneer ik in beweging ben – al stappend, in de trein, in het vliegtuig ... Maar niet als ik voor een wit vel papier zit. Wanneer ik ongeveer weet waar ik naartoe wil, wanneer het verhaalschema in grote lijnen duidelijk is, kan ik beginnen schrijven. En dan ik heb ik nood aan zelfdiscipline en aan rituelen: rust, een vast en matineus uurrooster om voor de computer te zitten. Kortom een afzondering buiten de tijd, waar ik veel genoegen in schep. Soms komt er niets uit. Dat maakt me niet bang. En soms gebeurt het dat ik me tijdens het schrijven laat verrassen en meeslepen door mijn personages.

Liggen er ijzers in het vuur?

In een bundel korte teksten waarin schrijfsters hun persoonlijke kijk op het thema ‘Misdaad en Straf’ brachten, met een knipoog naar Dostojevski, schreef ik in 2016: “De tijd die een babygiraf nodig heeft om recht te gaan staan”. Ik heb er nu een langere tekst van gemaakt, waarvan ik met acteur Laurent Capelluto een voorstelling op touw zal zetten in België en misschien in Zwitserland. En deze herfst zal ik in Zwitserland optreden in de volgende langspeelfilm van de cineaste Ursula Meier, waarvoor we samen het scenario hebben geschreven.

U schrijft en vertolkt ook uw eigen liedjes. Geeft de ene kunsttak inspiratie voor de andere?

Aan het conservatorium, waar ik een cursus stemvorming volgde, ontdekte ik dat ik graag zong. Toen ik begon te zingen, kwam er iets los in mijn vak als actrice. Want muziek heeft me veel bijgebracht: ritme, vrijheid, precisie, onbevangenheid. Toneel en lied doen me allebei leven. Zelfs als ik, naargelang de tijden en de ontmoetingen, al eens een pauze inlas, ga ik ten slotte altijd opnieuw beginnen met muzikale projecten.

Op dat gebied hebt u een originele en persoonlijke weg gekozen. Zijn er kunstenaars die u inspireerden en die dat nog steeds doen?

Mijn vader heeft me traditionele zangers leren kennen, zoals Brel en Barbara. Met mijn moeder baadde ik meer in de muziek van de Beatles en de Bee Gees. Door Jean-François Assy, met wie ik enkele jaren heb samengewerkt, ontdekte ik veeleer een wereld van folk en country. Tegenwoordig bestrijk ik een groot gebied: Michael Jackson, Sting, Bashung, Bon Iver, Patrick Watson, Kate Tempest ... Ik luister ook veel naar alternatieve folk pop, naar rap ...

De prijzen die u meer bepaald bij de wedstrijd ‘Musique à la française’ en op de ‘Francofolies’ van Spa won, hebben die uw loopbaan een boost gegeven?

Dat dacht ik op het ogenblik zelf, maar in feite is het anders. Ook al had je succes met een optreden, toch moet je telkens weer van nul beginnen. De Federatie Wallonië-Brussel steunt me in de mate van het mogelijke, maar mijn liedjes zijn niet altijd op de radio te horen. Ongetwijfeld omdat er in Franstalig België geen vedettesysteem bestaat zoals bijvoorbeeld in Vlaanderen. En omdat ik in het Frans zing in een gewest dat die taal onvoldoende ondersteunt.

Hebt u plannen op het vlak van liedjes?

Ja, ik werk aan een nieuw album dat wat meer in popstijl zal zijn, met elf titels. Dat is voor het einde van het jaar. Altijd in het Frans.

“Er zijn mensen naar het stuk Je suis un poids plume komen kijken omdat ze de reeks hadden gezien.
En sommigen kwamen uit nieuwsgierigheid naar mijn concert op de ‘Francofolies’ in Spa.”


“Op de eerste plaats wilde ik geloofwaardig zijn”


© Entre Chien et Loup/Playtime Films/RTBF(télévision belge)/Proximus

De politiereeks ‘Ennemi public’ heeft Stéphanie Blanchoud ongetwijfeld bekendgemaakt bij het grote publiek. Ze zet er de vrouwelijke politie-inspecteur Chloé Muller neer. De opnamen voor het 3e seizoen beginnen in februari 2021. Er is ook al een 4e reeks gepland.


Hoe hebt u die rol aangepakt, zonder te vervallen in een karikatuur en in oude koek?

Als een uitdaging. Ik heb andere politieseries bekeken, bij voorkeur Angelsaksische. Op de eerste plaats wilde ik geloofwaardig zijn. Ik heb dus verscheidene weken meegelopen met de politie van Charleroi, waar ik enkele jaren geleden een nachtpatrouille kon volgen. In de cel ‘Moorden en verdwijningen’ kreeg ik adviezen. Ik heb bijvoorbeeld een wapen leren dragen en voorzichtig een kamer leren binnengaan. Dan heb ik aan de meer persoonlijke aspecten van Chloé Muller gewerkt: haar manier van lopen, ademen, kijken en evolueren in haar omgang met de anderen ...

Wat heeft het opnemen van een reeks u geleerd?

Voor een film kunnen we soms een hele dag wijden aan drie taferelen. Bij een reeks die wordt opgenomen in iets minder dan zes maanden, schuilt de moeilijkheid in het feit dat het zeer snel moet gaan! Een tafereel wordt twee of hoogstens drie keer opgenomen. Dat is zowel frustrerend als meeslepend, want je moet onmiddellijk klaar zijn en het moet allemaal heel strikt verlopen.
Je verandert op het vlak van het spelen, van het uithoudingsvermogen, van het vertrouwen. Een uitstekende leerschool voor acteurs! Ik deed het met veel genoegen. Ik hou ontzettend veel van de opnames. En gezien
het succes dat we hadden (nvdr: het 1ste seizoen werd in Frankrijk uitgezonden op TF1 en ook in verscheidene andere Europese landen), was het team heel opgewonden aan het begin van de opnamen voor het 2e seizoen.

Welke impact heeft de reeks ‘Ennemi public’ gehad op uw loopbaan?

Ze heeft me zeker zichtbaarheid gegeven als toneelspeelster en als zangeres. Er zijn mensen naar het stuk Je suis un poids plume komen kijken omdat ze de reeks hadden gezien. En sommigen kwamen uit nieuwsgierigheid naar mijn concert op de ‘Francofolies’ in Spa. Men herkende me ook op straat. Maar na twee of drie maanden is dat voorbij.

“Ik heb verscheidene weken meegelopen met de politie van Charleroi, waar ik enkele jaren geleden een nachtpatrouille kon volgen.”


De opnamen gebeurden in Wallonië. Hebt u daar iets ontdekt?

We gingen naar heel wat steden en dorpen: Bertrix, Paliseul, Libramont, Lobbes, Nollevaux – en ik vergeet er ongetwijfeld veel – waar we zeer goed werden onthaald. Er zijn veel taferelen opgenomen in de abdij van Marche-les-Dames, in de provincie Namen, en in die van Val Dieu, in Aubel, in de provincie Luik. En ik had nooit kunnen denken dat het Ardense woud zo uitgestrekt zou zijn. Dit gezegd zijnde, verheug ik me erop dat de volgende opnamen gepland zijn voor de lente en de zomer. Want wat ik vooral onthoud van de eerste twee seizoenen, is dat ik vreselijk veel kou heb geleden (glimlach).


© Entre Chien et Loup/Playtime Films/RTBF(télévision belge)/Proximus

Star WAW 
Bio express

Geboortedatum: 26 september 1981
Woonplaats: Brussel

Kunstonderwijs:
• Eerste prijs Toneel en Voordrachtskunst aan het ‘Conservatoire royal de Bruxelles’ (2003), in de klas van Michel de Warzée
• Zangles bij Annette Sachs, Martine Kivits en Julia Pelez (tussen 2000 en 2010)

Toneel
Als actrice:
• ‘Les Fourberies de Scapin’, van Molière (2004)
• ‘Cyrano de Bergerac’, van Edmond Rostand (2004)
• ‘La folle allure’, van Christian Bobin (2007)
• ‘Biographie de la faim’, van Amélie Nothomb (2009)
• ‘Le sabotage amoureux’, van Amélie Nothomb (2011)
• ‘L’œuvre au noir’, van Marguerite Yourcenar (2013)
Als schrijfster / actrice (Editions Lansman):
• ‘Dans tes bras’ (2006)
• ‘T’appartenir’ (2008)
• ‘Jackson Bay’ (2015)
• ‘Je suis un poids plume’ (2017)

Film en televisie
• ‘La régate’, van Bernard Bellefroid (2011)
• ‘Journal de ma tête’, van Ursula Meier (2017)
• Ennemi public’, reeks van Gary Seghers en Matthieu Frances, geproduceerd door de RTBF en Entre Chien et Loup (2016 en 2019)
• ‘Engrenages’ (7e seizoen), reeks van Jean-Philippe Amar, op Canal + (2018).

Franse liedjes
Twee albums:
• Insomnies’ (2009), met cellist Jean-François Assy en Jean-Luc Fafchamps
• ‘Les beaux jours’ (2015), met Marcello Giuliani.

À lire aussi

Your opinion counts