- Tendance
- / Portrait
Door Jean-Willy Lardinoit
De rauwe soul-stem van een Amerikaanse gospelzangeres : Typh Barrow maakt zich klaar om haar publiek het album ‘Raw’ voor te stellen. Ze wilde er iets organisch, oprecht en authentiek van maken. Het album werd in Brussel en in Londen opgenomen. Het komt uit op 18 januari en bevat uitsluitend eigen composities. Ontmoeting.
Tiffany Cieply-Baworowski, die Typh Barrow wordt genoemd, werd in 1987 in Brussel geboren uit een Belgische moeder en een Poolse vader. Reeds als kind had ze een verbazend zware en atypische stem. Ze is musicienne in hart en nieren en begint al op vijf jaar piano te spelen. Als ze acht is, gaat ze notenleer studeren. De zangeres in de dop is al consequent, aangezien ze op haar twaalfde haar eerste liedjes schrijft en op haar veertiende zangles gaat volgen. Ze vormt haar muzikale identiteit en ontdekt in pianobars waar ze graag op de planken staat. «Ik heb altijd geweten dat ik wilde zingen. Ik denk dat je dat hebt of niet», legt Typh Barrow uit. Muzikaal werd ze onder meer beïnvloed door legendarische figuren zoals Stevie Wonder, Marvin Gaye en Otis Redding, maar ook door hedendaagse kunstenaars zoals John Legend, Jessie Ware, Rhy en Jacob Banks. «Een boek, een film, een zin, dat wat ik beleef… Alles inspireert me. Luisteren naar andere zangers brengt me dikwijls tot iets onverwachts. Ik laat me leiden.»
Lijnrecht vooruit
Een keerpunt in haar jonge loopbaan was haar ontmoeting, in 2003, met François Leboutte, haar huidige manager en producer, die aan het hoofd staat van het label Doo Wap Records. Hij laat haar haar eerste demo’s opnemen. Eind 2012 brengt ze haar eerste singel, «You Turn», uit, die het goed doet op onze radio’s. Dan komt er een CD met drie titels, «Ton ombre qui court». Vervolgens barst ze los in verscheidene covers die op Youtube worden geplaatst, zoals «Gangsta Paradise» van Coolio, die al meer dan één miljoen keer werd bekeken en «Hotel California» van de Eagles die op 280.000 staat. «Die internationale geestdrift was een immense verrassing. Coolio, van wie ik van kinds af een fan ben, heeft mijn video zelfs in de Verenigde Staten gedeeld. Ongelooflijk! Via het internet en de sociale media kun je je publiek echt vertienvoudigen.» Haar omgeving helpt haar om de stroom positieve en negatieve kritieken te beheren. «Ik ben gelukkig zeer goed omringd. Het positieve neem je aan met veel plezier en nederigheid. Het negatieve leer je op afstand houden om je er niet door te laten raken.» Dan komt in 2014 de dubbel-EP «Time» en «Visions», een mix van 12 eigen composities en covers. Daar vind je titels zoals «You turn» en «I die» op terug, maar ook «Back to black» van Amy Winehouse, «No Diggidy» van Blackstreet en «Too close» van Alex Clare. «Die EP was een formidabel avontuur voor mij. Hij kreeg een mooie verspreiding en veel return. We hadden meer bepaald een superzomer met concerten op de ‘Francofolies’ en de ‘Solidarités’. Hij heeft goed gereisd. Ik moet zeggen dat hij langer heeft geleefd dan ik had gedacht. Ik was klaar voor het vervolg ».
Een tijdreis
« Raw», haar nieuw project dat met hetzelfde team wordt gemaakt, is een knappe mix van pop en soul, van old school en van eigentijdse klanken. «Ik heb dat album beleefd als een tijdreis. Sommige titels werden opgenomen in Londen, in de studio’s van Abbey Road en in omstandigheden uit de jaren 1960», legt de zangeres uit. «Ik wilde ‘roots’-klanken, zoals op de vinylplaten uit die tijd. De meeste stukken werden in één keer opgenomen. Het moest uit mijn buik komen, het moest organisch zijn. Men gebruikte opnamen van dagen waarop mijn stem moe was. Dat geeft een meerwaarde.»
De rest van het album werd opgenomen in de ICO-studio’s in Elsene, een van de grootste studio’s van Europa. «‘Raw’ is het product van beide. Het mengt Motown-klanken gelijk van Nina Simone met moderne toetsen zoals bij Janelle Monáe. (accent op de a ok – Marc) Het scheppingtraject was tegelijk geniaal en intens. Ik heb kunnen samenwerken met ongelooflijke mensen, uit heel verschillende werelden. Daardoor moest ik mijn vertrouwenszone verlaten. Ik ben daar dol op.»
Het album wordt nu afgewerkt en zal uitkomen tegen 18 januari. «Het project is heel groot geworden. Het is een echte geboorte voor mij. Daar heb ik al heel mijn leven van gedroomd. Ik wacht vol ongeduld op de publicatie en op de voorstelling aan het publiek. Momenteel wordt het afgewerkt ». De eerste clip die begin november in Lissabon werd gedraaid, vergezelt het liedje ‘Tabou’ en zal een kruising zijn van verschillende liefdesverhalen. «De titel gaat over allerlei relaties die taboe zijn, zoals homoseksualiteit, verschil van leeftijd, cultuur of religie. Ik had graag iets vrolijk, positief en kleurrijk. Dat vind je in de straten van Lissabon.» Na het uitkomen zullen er verscheidene concertdata volgen. Binnenkort worden die gepubliceerd.
Interview met Harry Fayt
Watercreaties
Na zijn studies fotografie in Namen begint Harry Fayt zijn loopbaan met het verslaan van live-muziekuitvoeringen. In 2006 installeert hij zijn studio in Luik en maakt drie jaar later zijn eerste onderwaterfoto’s.
Welke herinneringen bewaart u aan die shooting met Typh Barrow in 2015 ?
« Die shooting herinner ik me goed! We hadden er twee dagen voor gepland tijdens een pinksterweekend. Typh heeft het heel goed gedaan. Ze is niet bang en houdt van uitdagingen. Zo wilde ik het. De eerste dag hebben we vooral foto’s met een piano gemaakt. We konden geregeld een pauze maken. Je moet weten dat je onder water alles moet controleren: haar ademhaling, de houding van haar lichaam, haar ogen… Dat is heel ingewikkeld en kan lastig zijn. De tweede dag hebben we een heel salon onder water gemaakt. Typh moest met gewichten worden verzwaard en kon enkel ademen met flessen die door een duiker werden gedragen. Ze had niet op haar eentje uit het water kunnen komen. Ze heeft op het team moeten vertrouwen en zich laten dragen. ».
Hoe bereidt u zo'n sessie voor ?
« Over het algemeen vergt dat veel voorbereiding voor het vinden van de plaats, het decor, de voorwerpen... Ik werk dikwijls aan wedersamenstellingen van schilderijen. Dat vergt meer of minder tijd, naargelang de inspiratie. Voor die sessie waren we met een tiental: een schminkster, twee stylistes, een scenograaf, twee duikers, Typh, haar producer en ik. Voor het ontwerp van de sessie is de werkwijze dikwijls dezelfde: ik heb een visie en bespreek die met de kunstenaar. Zo ook met Typh. Ik had een foto in mijn hoofd en ik zocht een zangeres. Ik heb contact met haar opgenomen en ze ging direct akkoord. Dat gaf me zin om een reeks te maken over Belgische kunstenaars en gaf me meer bepaald de gelegenheid om Jean-Luc Fonck te fotograferen in het kader van zijn ‘Grabataire tour’ ».
Wat bevalt u in die onderwaterwereld ?
« Ik zie mezelf als een studiofotograaf die onder water werkt. Ik let zeer sterk op de details, op de sfeer, op de decors en op de voorwerpen. Ik hou van het surrealistische aspect van die foto’s. Elke shooting onder water is een uitdaging voor mij en voor het model. Je moet innoveren met beperkte middelen. Om de persoon te leiden en te richten, zijn de verhoudingen helemaal anders. Je moet elkaar begrijpen met enkele gebaren. Om de plaats te kiezen, hangt alles af van de diepte die ik nodig heb. Ik gebruik dikwijls een openbaar zwembad, meer bepaald in Sint-Gillis of Luik, buiten de openingsuren.»
Wat zijn uw volgende projecten ?
« Elk project voedt de andere. Ik doe voort aan mijn beide reeksen ‘Modern Icons’ en ‘Heart Made in Belgium’. Ik stel altijd tentoon in de Molenpoort- passage in Nijmegen, in Nederland. Ik droom van een grote tentoonstelling in een ongewone plaats, zoals een kerk, binnen twee jaar. Ze zou bestaan uit zeer grote afdrukken en de vijf zintuigen aanspreken. Dat is mijn megalomane kant ! »
Renseignements :