- Dossier
Door Christian Sonon
Picardisch Wallonië en zijn inwoners doen langs de zijlijn volop mee aan de evenementen rond de Culturele Hoofdstad van Europa. Een project dat mensen samenbrengt onder de deskundige leiding van de gekke vliegenier meneer Zo en zijn handlangers.
In het westen van Wallonië strekt Picardisch Wallonië (Wapi), goed voor 10% van de bevolking van de hele regio, zich uit over 23 gemeenten tus sen de grenzen met Frankrijk en Vlaanderen. Te beginnen vanuit Moeskroen, met Komen-Waasten als opstapje klimmen we op het Pays des Collines tot Edingen. Dan draaien we rond Doornik en vinden daar een paar bekende toeristische trekpleisters, zoals de kastelen van Antoing en Beloeil, de Archeosite van Aubechies, het Museum van de Iguanodon in Bernissart, het Huis van de Reuzen in Ath, het Onze-Lieve-Vrouw-Van-de-Rooshospitaal in Lessines en Pairi Daiza in Brugelette.
We hebben het hier over Picardisch Wallonië omdat de streek de officiële titel gekregen heeft van ‘partnerstreek’ van de Culturele Hoofdstad van Europa, samen met nog eens 17 partnersteden in België en het noorden van Frankrijk. Om aan dit ambitieuze avontuur te kunnen meedoen en zo deel uit te maken van een ongeziene en solidaire culturele territoriale dynamiek, hebben 18 gemeenten uit de regio zich bereid verklaard om een jaarlijkse bijdrage van € 0,5 per inwoner te betalen. Op die manier hopen ze op een belangrijk toeristisch en economisch rendement. Omdat de Stichting Mons 2015 besloot om het opgehaalde geld te verdubbelen, beschikt het project nu over ongeveer € 1 miljoen.
Een Doornikenaar aan het roer
Dan was er de vraag wie de leiding zou krijgen over dit project. Om zo’n overheidsopdracht voor dienstverlening te plaatsen in het kader van ‘de territoriale culturele dynamiek van Wapi/Mons 2015’ opteerde het Culturele Agentschap van Picardisch Wallonië (Culture.Wapi) voor een wedstrijd waarbij het lastenboek de volgende criteria vooropstelde: opwaardering van het Europese culturele erfgoed, deelname van kunstenaars en verenigingen uit de streek, een populaire invalshoek en de verwerking van de eigenheid van Picardisch Wallonië. Uiteindelijk trokken een Doornikenaar en zijn team aan het langste eind. Alain Maroy, bijgenaamd meneer Zo, is een regisseur met veel ervaring op het vlak van evenementen en een specialist van straatkunsten voor wie alle truken van de foor moeten kunnen. Zo was hij de man die in 2005, naar aanleiding van 175 jaar België, een 80 ton wegende rijnaak door de Brusselse straten stuurde.
“Waarom we hieraan meedoen? Het is een hele uitdaging om een brug te slaan tussen mensen en dingen en het menselijk aspect centraal te houden in een warm project dat iedereen wil samenbrengen”, antwoordt meneer Zo. “Dit is geen lokaal project, maar een van en voor de hele streek dat we willen delen met iedereen van Picardisch Wallonië. Alles hangt met elkaar samen. Het thema van de lucht werd snel gevonden omdat we boven de dagelijkse, plaatselijke dingen wilden uitstijgen, weg van het gedoe rond de kerktoren. Ons programma wil alle bewoners van de streek zin doen krijgen om in ons hemelse en poëtische universum mee te vliegen. We vertrekken vanuit een ingesteldheid, een culturele dynamiek die eigen is aan dit Picardisch Wallonië. Ons einddoel is een groot veelvormig nomadisch project, een stoet van vliegende voorwerpen die over de regio zal zweven en die in één trek durf, zachte waanzin en emotie met elkaar verbindt onder de dubbelzinnige titel ‘Les 400 coups’, zeg maar ‘alle mogelijke stommiteiten.” Het evenement dat meneer Zo en zijn gezelschap ‘Les Facteurs d’amour’ hebben bedacht, bestaat uit een tiental artistieke momenten die tussen 2 augustus en 13 september over het hele grondgebied zullen neerdalen. Een van die momenten, het ‘Concerto de public dis dong!’, heeft de eer deel uit te maken van het openingsfeest van Mons 2015 op 24 januari. Daarna zal elke gemeente haar eigen moment de lucht insturen dat zich zal verspreiden als klokkengelui. “We zouden van alle inwoners en alle toeschouwers nomaden willen maken”, bekent meneer Zo. “En hen van het ene moment in het andere meetronen tot in Doornik, waar het feest zal uitmonden in een massale bijeenkomst en een knallende afsluiter.”
Dan liever de lucht in
Dit evenement dat de start aangeeft van Mons 2015 zal nog lang in de Henegouwse lucht blijven nagalmen. Voor dit openingsspektakel brengt meneer Zo een bont operagezelschap met zich mee, maar ook vliegende kerkklokken van vier meter hoog en vijf meter doorsnede en nog eens 400 eenstemmige klokjes. Dat werk is in de goede handen van de Doornikse componist, arrangeur en orkestleider Éloi Baudimont, die al jaren een bondgenoot is van meneer Zo. Fanfares maken deel uit van zijn wereld. Hij houdt ervan om hen met een feestelijk maar ook verwarrend repertoire op te solferen. Hij dirigeert het Grand Orchestre National Lunaire van La Louvière en ook La fanfare détournée van Doornik. Hij werkt ook graag samen met amateurs, die hij het volgende motto influistert: ‘Jullie moeten niet juist spelen, jullie moeten juist maar spelen’. “Het concert dat we nu voorbereiden is voor geen enkel publiek bestemd”, vertelt hij doodernstig, voor hij een tip van de sluier licht. “Het publiek zal de instrumenten hanteren. Zij zullen beneden met de klokjes spelen, terwijl de diva Carine Chantry zal zingen, terwijl ze in de lucht hangt in een mandje van een luchtballon”. Dit ‘publieksconcert’ dat een muzikaal en visueel spektakel combineert, vertrekt daarna naar andere gemeenten. In Doornik worden de klokken van de kathedraal bij het concert betrokken, in Lessines zullen het die van de kerk zijn.
De lange wandeling van de reuzen
Ook de andere voorstellingen zullen je van je sokken blazen. Het schijnt dat we een ruimteschip zullen zien opstijgen van een startbaan die uit het niets is ontstaan. Kan het zijn dat we naar een stukje snelweg moeten in de buurt van Moeskroen? Luchtballonnen zenden rechtstreeks wiegeliedjes en liefdesliedjes en geluidsgrapjes uit tot groot genoegen van de koeien en de weiden van Antoing, Chièvres, Leuze, Obigies en Komen. In Lessines zal het publiek dat geïnfiltreerd is door getalenteerde solisten een concert beleven waarbij de kerkstoelen de maat slaan. De Picardisch Waalse reuzen zullen samen met 400 wandelaars een tocht van 80 kilometer ondernemen langs Estaimpuis, Celles, Frasnes, Ellezelles en Brugelette, waar ze uitgeput onder de blote hemel in slaap zullen vallen. In diezelfde gemeenten kan je ook terecht voor nooit geziene safaricampings met uitstapjes, sterrenwaarnemingen, in de bomen klimmen, vliegerballetten en Gallische feestmaaltijden. Nog sterker: op 16 augustus nodigen de organisatoren van ‘Les 400 coups’ heel Picardisch Wallonië uit om de nacht buiten door te brengen. Iedereen vleit zich neer waar en met wie hij of zij wil. Toch opletten, want we hebben gehoord dat er in het bos van Bonsecours, in Péruwelz, een slimme draak is die in de mijn zijn nestje gemaakt heeft en die zich in de bosjes schuilhoudt. Op 13 september ten slotte wordt al dat mooi volk (muzikanten, klokken, raket, reuzen, kampeerders, draak...) op de Grote Markt van Doornik verwacht voor de grote kladderadatch, het grandioze ‘openbare concert’. Daar zullen de draak en de klokjes elkaar dan uiteindelijk ontmoeten. Komt dat zien, komt dat zien.