- A la Une
Door Christian Sonon
Welkom creatieve geesten!
Onze artiesten en creatievelingen ontbreekt het niet aan ideeën, armen, handen of moed. Maar wie van hen heeft de middelen om materiaal te kopen en een lokaal te huren op het moment waarop hij met zijn activiteit begint? Sinds 2012 biedt het Comptoir des Ressources Créatives (toekomstige) ontwerpers materiële en immateriële steun aan. De vzw legt zich toe op het stroomlijnen van de behoeften en op lokale verankering, en mikt vooral op de sociale economie. Op die manier sluit ze perfect aan bij de transitiebeweging.
‘Voor creatievelingen, door creatievelingen.’ Zo omschrijft Comptoir des Ressources Créatives zichzelf, een netwerk van vzw’s dat het licht zag in Luik en zich inmiddels heeft uitgebreid tot Namen, Charleroi, Bergen en Verviers. Het project vertrekt van ervaring op het veld en brengt middelen en mensen samen, met eerbied voor ieders eigenheid.
Het begon allemaal in 2008, toen Wallonië officieel mocht kiezen welke stad het in hoofdletters boven aan de affiche ‘Culturele Hoofdstad van Europa 2015’ zou plaatsen. Heel wat Luikse culturele en artistieke spelers wilden die gelegenheid aangrijpen om de kandidatuur van hun ‘Cité ardente’ in te dienen. En al volstond de opeenstapeling van lofbetuigingen niet om Bergen in te halen, dat enige voorsprong had verworven dankzij een gunstige wind, toch deed het een vuur ontbranden waaraan de actoren van de Luikse culturele wereld zich konden warmen.
“Die spelers kwamen tot het besef dat ze dezelfde ambities, maar ook dezelfde bekommernissen deelden”,vertelt Julie Hanique, kunsthistorica en coördinator van Comptoir des Ressources Créatives. “Het plan om de krachten te bundelen en zo op de behoeften van de eigen sector te kunnen inspelen, rijpte tot op het moment van de oprichting van de vzw. Ze kozen ervoor het principe ‘Zelf doen we het altijd beter’ toe te passen. En daar kregen ze gelijk in, want het project blijft zich sinds 2012 steeds verder uitbreiden.”
Als het project op dit moment op volle snelheid vaart, dan is dat in de eerste plaats omdat de leiding beslist heeft om iedereen aan boord te nemen. “Dit project, dat ‘door creatievelingen voor creatievelingen’ werd opgestart, wilde vanaf het begin multidisciplinair zijn. We wilden absoluut niet met een vaste lijst werken. Van plastische kunst, digitale kunst, over design tot houtbewerking, van fotografie tot podiumkunsten, iedereen die van zijn creaties leeft of die dat graag zou willen, kan tot het netwerk toetreden. Of je nu werknemer, zelfstandige of een losse medewerker van de amusementsindustrie bent, OCMW-steun krijgt of andere inkomstenbronnen hebt, iedereen is welkom”, ligt Julie toe, die nog één puntje wil benadrukken: “we besteden erg veel aandacht aan eenieders eigenheid en vellen geen oordeel over het artistieke opzet van de artiesten die we helpen.”
Prioriteit nr. 1: ruimte om te creëren
Al zijn de behoeften niet in elke stad noodzakelijk dezelfde, toch is er één die overal opduikt en die essentieel blijkt te zijn: ruimte om te produceren. “Als je je woonruimte moet verlaten om naar je werk te gaan, dan kan je uit je isolement raken en je professionele leven meer ruimte bieden. Op die manier kunnen kunstenaars elkaar bovendien leren kennen, ideeën uitwisselen, materiaal met elkaar delen en dus bij eenzelfde dynamiek aansluiten. We vonden het dan ook meteen vanzelfsprekend dat onze diensten ook een vastgoedluik moesten krijgen”.
In Luik ging het Comptoir al snel op zoek naar lokalen die aangepast zijn aan de behoeften. De Stad, die wel iets zag in het dossier dat haar werd voorgelegd, stemde er in 2013 mee in om tegen een lage prijs 400 m² kantoorruimte te verhuren in de wijk Saint-Léonard, waar de artistieke activiteit in elke straat aanwezig is. “We verhuren die ruimte aan artiesten tegen een gunsttarief, voor een maximumperiode van drie jaar, hernieuwbaar indien ze kunnen aantonen dat hun project een zekere evolutie kent”, vertelt Julie, die uitlegt dat die gemeenschappelijke ruimtes vandaag worden gebruikt door een twintigtal kunstenaars, die werken in een geest van emulatie en samenwerking, en die actief zijn in tal van disciplines: grafische vormgeving, theater, literatuur, audiovisuele kunst, sociaal-cultureel werk …
Een tijdelijke winkel in Namen Het Comptoir des Ressources Créatives in Namen lanceerde als eerste het concept ‘tijdelijke winkel’, een locatie waar kunstenaars hun werk kunnen laten zien. Het Comptoir ligt aan de rue de Fer, in het centrum van de stad, en is zowel een uitstalraam voor hun creaties (decoratie, textiel, meubilair, illustraties, accessoires, juwelen …) als een winkel. In de ruimte kunnen tevens zes ateliers worden ingericht van iets meer dan 10 m², die de kunstenaars voor een aantal maanden kunnen huren. De naam van deze plek die lokale artistieke creaties ondersteunt? ‘Ceci n’est pas une boutique’!
Een twintigtal gedeelde ateliers
Toch bleek al snel dat de ruimte niet op alle noden kon inspelen en dat sommigen grotere of geluidsdichtere lokalen nodig hadden, om hout te bewerken, te lassen of decors te maken. Dit keer kon het Comptoir rekenen op financiële steun van het Waals Gewest. Het kreeg een lening en kon, via de oprichting van een coöperatieve vastgoedvennootschap met een sociaal oogmerk, een hangar van 1400 m² aankopen, gelegen in de rue Dony, in dezelfde wijk. Met heel wat inventiviteit, tweedehandsmaterialen en inspanning konden er een twintigtal ateliers in worden ondergebracht voor onder meer keramiek, hout, lassen, zeefdruk, textiel, audiovisuele animatie, lederbewerking, zeepziederij, slotenmakerij en zelfs … een bakkerij. In de ruimtes kunnen ook ontmoetingen of stages plaatsvinden.
“De bewoners krijgen de kans om samen te werken, zodat ze een lagere huur kunnen betalen en een eigen, inbreng hebben met betrekking tot projecten, die uiteraard evolueren”, benadrukt de coördinator, die eraan toevoegt: “We hebben nooit lukraak ruimtes gecreëerd. We zijn altijd uitgegaan van een behoefte, van wat op het terrein leeft. Zo kwamen drie keramisten bij ons terecht omdat ze op zoek waren naar een ruimte en een oven. Wij gingen op zoek naar andere pottenbakkers zodat ze samen in een atelier terecht konden en de kosten konden delen. Inmiddels maken al zo’n tien keramisten gebruik van de oven …”
Een partnerschap via de Euregio Maas-Rijn Om de ambachtslui ook over de landsgrenzen heen met elkaar in contact te brengen, werd er een netwerk voor culturele actoren opgericht: de Creative Hub Eurégio (CHE). Op die manier kunnen vertegenwoordigers uit Luik, Eupen, Hasselt, Genk, Maastricht, Heerlen en Aken elkaar maandelijks ontmoeten om elkaar op de hoogte te brengen van opportuniteiten in de sector (oproepen tot het indienen van projecten/kandidaturen, subsidies, interessante plannen voor ateliers …) en die naar de ambachtslui van hun stad doorsluizen. Er worden ook ‘speed dates’ of culturele ontmoetingen tussen professionals georganiseerd, wanneer ze een bepaald project voorstellen waarvoor ze advies of steun nodig hebben. Dat samenwerkingsverband leidde zelfs tot de gezamenlijke organisatie van het overkoepelende designfestival ‘Hello Designer Tour’.
Diensten die aan de behoeften beantwoorden
Ook weer vertrekkende van reële behoeften kon het Comptoir stilaan diensten aanbieden, zoals het gedeeld gebruik van voertuigen, het Pitch Café en L’Arrière-Boutique.
• Delen van voertuigen. Twee voertuigen staan tegen een lage huurprijs ter beschikking van de ontwerpers en kleine culturele operatoren van het netwerk, zodat ze hun goederen of producten kunnen vervoeren. Een collectieve oplossing waarop regelmatig een beroep wordt gedaan.
• Pitch Café. Deze openbare, professionele en gezellige ontmoetingen helpen creatievelingen die hulp nodig hebben om hun project te realiseren. Eerst stellen ze het in grote lijnen voor, waarna het publiek vragen stelt, advies geeft of samenwerkingen voorstelt.
• L’Arrière-boutique. “Ken je toevallig geen fotograaf, in die regio, die mijn werk onder de aandacht kan brengen, of een violist die me op het podium kan begeleiden? Een webmaster voor het ontwerpen van mijn website, een redacteur voor mijn communicatie?”Omdat de talenten van de ambachtslui doorgaans beperkt blijven tot een aantal domeinen, moeten ze regelmatig een beroep doen op ander talent. Het Comptoir besliste dan ook een register op te stellen met personen die hun diensten aanbieden. Op dit moment zijn er bij de 800 profielen beschikbaar. Met een aantal van die mensen, waarvoor het zich borg stelt, werkte het een duidelijk financieel kader uit, gebaseerd op het aantal gepresteerde uren.
L’Arrière-Boutique biedt ook opleidingen aan (in projectbeheer bijvoorbeeld) die zijn aangepast aan de dagelijkse werkrealiteit van de ambachtslui, zodat ze nieuwe vaardigheden kunnen ontwikkelen.
Een mobiele muziekkiosk
Deze opvouwbare kiosk kan via de weg op een grote aanhangwagen worden verplaatst naar pleinen en parken bijvoorbeeld, op aanvraag van organisatoren die hem ook ter beschikking kunnen stellen van de artiesten die ze ontvangen. De kiosk is speciaal ontwikkeld voor akoestische of weinig versterkte muziek, de levende kunsten (verhalen, theater, dans …) en maakt het mogelijk om weer aan te sluiten bij de traditie van publieke, akoestische muzikale ontmoetingen. Het 100% Luikse houten ontwerp werd in 2017 bekroond met de prijs Co-légia, een collectief van ondernemingen dat creatieve initiatieven in en rond Luik financieel ondersteunt en aanmoedigt.
Geboorte van een internationaal festival
Het Festival International de Graphisme (FIG), waarvan de vierde editie plaatsvindt in Luik van 4 tot 8 februari aanstaande, is een van de ‘mooie verhalen’ die de verantwoordelijken van het Comptoir des Ressources Créatives graag in de verf zetten. Tijdens een Pitch Café-avond stelden Jérémy Joncheray (Straatsburg) en Benjamin Dupuis (Luik) hun festivalproject voor aan een publiek van kenners, dat hen onmiddellijk volgde en ondersteunde.
Deze twee jonge talenten waren hiermee niet aan hun proefstuk toe, want ze staan ook al aan de leiding van ‘Signes du quotidien’, een atelier voor grafisch design dat in 2015 werd opgericht. Het atelier biedt zijn diensten aan voor projecten rond toegepast grafisch design (o.a. voor grafische systemen, uitgeverijen, omgeving, interactie, diensten …). Tal van artiesten, uitgeverijen en decorontwerpers vonden reeds de weg naar het atelier en deden een beroep op zijn diensten.
“Toen we in juni 2015 bij het Comptoir des Ressources Créatives in Luik aanklopten, waren we hoofdzakelijk op zoek naar een werkplek, en die vonden de verantwoordelijke, van de vzw voor ons in de gemeenschappelijke ruimten aan de place Vivegnis”, herinnert Jérémy zich. “Vanaf dat moment begon onze samenwerking met de gebruikers van de locatie en konden we gebruikmaken van de andere diensten die het Comptoir aanbiedt, zoals het huren van voertuigen, opleidingen, en natuurlijk het Pitch Café, dat ons de eerste keer goed heeft geholpen”.
Het was tijdens een tweede Pitch Café dat beide grafisch vormgevers hun festivalproject konden uitwerken. Een buitenkansje: Eric Delayen, beeldend kunstenaar en leraar aan de Haute Ecole de la Province de Liège, in Seraing, zat in het publiek. ”Hij vond onze presentatie en onze wil om een evenement in Luik op te zetten duidelijk interessant en bood dan ook dadelijk zijn ervaring aan. Hij betrok zijn studenten bij de organisatie ervan en is een echte partner van het FIG geworden. Het Pitch Café was dan ook een schakelmoment voor ons project.”
Deelname van een vijftigtal grafisch kunstenaars
Het festival wordt georganiseerd door ‘Signes du quotidien’, in samenwerking met grafisch kunstenares en onderzoekster Loraine Furter en studio PLMD, en biedt op verschillende locaties in Luik (1) een programma met gratis activiteiten aan (lezingen, tentoonstellingen, workshops en rondetafelgesprekken) voor een groot publiek. Het heeft twee doelstellingen: enerzijds het publiek de kans bieden de verschillende facetten van het hedendaagse design te ontdekken, en anderzijds deze discipline en de kunstenaars onder de aandacht brengen. Voor de vierde editie van het festival kunnen de organisatoren, net als in 2019, rekenen op de deelname van een vijftigtal grafisch kunstenaars uit de hele wereld.
“We hebben zelf contact opgenomen met de kunstenaars die we interessant vonden”, legt Jérémy uit. “Doorgaans sturen ze ons hun ontwerpen door, maar een tiental artiesten komt ook zelf hun werk voorstellen en neemt deel aan de lezingen en workshops. Dankzij de subsidies van de Fédération Wallonie-Bruxelles en van Wallonie Design kunnen we hun reis en verblijf betalen”.
De organisatoren van het atelier voor grafisch ontwerp presenteerden en lanceerden ook een ander project dat hen na aan het hart ligt, ‘Taste & Visual’, rond mogelijke verbanden tussen design en gastronomie.
Het ontbreekt de twee ontwerpers niet aan ideeën, zoveel is duidelijk. Dankzij het Comptoir de Ressources Créatives van Luik kunnen ze voor de uitvoering ervan rekenen op heel wat steun en een luisterend oor tijdens een Pitch Café.
(1) In galerij ‘Les Brasseurs’ (rue du Pont, 26), het zenuwcentrum van FIG, in ‘Les Chiroux’ en in de ‘Space Gallery’ (in Feronstrée).