Waw magazine

Waw magazine

Menu
© Jef Behrin

Hoe staan ze er 10 jaar 
later voor  ?

  • Culture
  • / Rétrospective

Door Christian Sonon

Precies tien jaar geleden, in juni 2008, hielden we WAW boven de doopvont. De inhoudsopgave van dit eerste nummer noemde onder meer William Dunker, de 70ste verjaardag van Robbedoes, het prins-bisschoppelijk paleis in Luik, de moleculaire keuken van Sang Hoon Degeimbre en het windenergiebedrijf Air Energy. Mensen, ondernemingen en evenementen die originaliteit, dynamiek en ondernemingsgeest uitstralen. Artikelen die een minder bekende kant van Wallonië belichten en de lezer verleiden tot de uitroep: «WAW, wat een interessante regio is dat

Nu – 10 jaar, 40 nummers en honderden mooie momenten later – heeft ons magazine besloten om terug te kijken op het afgelopen decennium. Wat is er van al die mensen, ondernemingen en evenementen geworden ? Hoe hebben ze zich ontwikkeld ? 

Daarom presenteren we hier tien onderwerpen – één voor elk jaar – die onze aandacht hebben getrokken en die we nu actualiseren. Zoals u zult zien, is er niet veel ruimte voor teleurstelling.

Veel plezier met deze
hernieuwde kennismaking !

 

 

WAW nr.2 
2008

Bernard Depoorter

Geknipt voor Parijs

Toen we hem in de zomer van 2008 ontmoetten, had Bernard Depoorter zich al een mooie weg gebaand in de wereld van de haute couture. Hij had vakkennis opgedaan in de ontwerpstudio’s van onder meer Dominique Sirop, Christian Dior, Stéphane Rolland en Jean-Louis Scherrer, zijn eigen modehuis opgezet en in 2004, dat wil zeggen op 22-jarige leeftijd, zijn eerste collectie in Parijs gepresenteerd. Zijn toekomst leek verzekerd, maar het moeilijkste moest nog komen : de grote modehuizen ervan overtuigen dat hij geknipt was voor de Europese modehoofdstad. Dat is een voldongen feit sinds zijn modeshow – in juni 2017 – in de salons van de Belgische ambassade in Parijs, waar zijn Hitchcock-collectie met applaus werd ontvangen door de driehonderd vooraanstaande genodigden.

“Ik heb gezien hoe de professionals reageerden en dat heeft me gerustgesteld”, zegt de man die ondertussen de jurken van verschillende beroemdheden (Lara Fabian, prinses Claire, koningin Mathilde, Line Renaud en anderen) heeft ontworpen. «Ik heb inmiddels de ambitie om mijn modehuis in Parijs te ontwikkelen met steun van een groep in luxeartikelen, zoals LVMH (Louis Vuitton Moët Hennessy) of Kering (Yves Saint-Laurent). Momenteel bereid ik een groot evenement voor dat begin 2019 op een prestigieuze en historische locatie in Parijs wordt gehouden. Mijn collectie is een eerbetoon aan een filmicoon en twee gerenommeerde Franse kunstenaars.»


WAW nr.4
2009

Het Grand Curtius

Via de Maas verbonden met La Boverie

Op 7 maart 2009 opende het Grand Curtius zijn deuren voor het publiek. Een grandioze opening voor het nieuwe museumcomplex, dat sindsdien het Curtiusmuseum (musea voor archeologie en decoratieve kunst), het museum voor religieuze en Maaslandse kunst, het wapenmuseum en het glasmuseum omvat. Het Grand Curtius is gevestigd op een historische plek aan de oevers van de Maas.

Beantwoordt het nieuwe culturele instrument negen jaar later aan de verwachtingen ? «Met gemiddeld 65.000 bezoekers per jaar zijn we tevreden», antwoordt Alain Delaunois, wetenschappelijk medewerker bij de musea van de stad Luik, die eraan herinnert dat het niet de opdracht van een museum is om zo veel mogelijk bezoekers te trekken, maar om erfgoed aan te kopen, te conserveren en te bestuderen. «Vanwege de grote belangstelling van de bezoekers voor onze civiele wapencollecties, gaan we de oppervlakte van dit museum daarom uitbreiden met twee extra verdiepingen! Voor deze reorganisatie is een budget van 800.000 euro over een periode van vijf jaar gereserveerd.»

De opening van La Boverie in mei 2016 (zie WAW nr. 33) kan als kers op de taart worden beschouwd : in nauwelijks twee jaar tijd trok dit museum al 330.000 bezoeker s! «Met dit instrument kunnen we Luik op het culturele wereldtoneel laten stralen. Deze twee musea zijn inmiddels via een pendelboot met elkaar verbonden en met een combiticket te bezoeken».

 

WAW nr.10
2010

Flying Cam  

Nieuwe perspectieven voor de «vliegende camera»

Hij is wat je noemt een pionier. In 1988 besloot Emmanuel Prévinaire, een kei van een vliegtuigmodelbouwer, om een camera in een kleine radiografisch bestuurde helikopter in te bouwen om spectaculaire opnamen te maken die niet op andere manieren mogelijk waren. De deuren van Hollywood gingen wagenwijd open en de Luikse Flying-Cam (vliegende camera) werd gevraagd om opnamen te maken voor tal van films, waaronder James Bond-films en afleveringen van Harry Potter. Het succes was zo groot dat het bedrijfje uit Oupeye snel tot wereldleider uitgroeide en kantoren in Los Angeles en Hongkong opende.

Begin jaren tien leek de concurrentie van de drones de doodsteek voor het bedrijf te betekenen, maar Flying-Cam kwam er weer bovenop door zijn modellen te perfectioneren. Zo leverde de ontwikkeling van Sarah (de afkorting van Special Aerial Response Autonomous Helicopter) het bedrijf in 2014 een tweede Oscar op na een eerdere voor beste innovatie in 1995.

Maar hoewel Flying-Cam zich nog onderscheidde door opnamen te maken voor afleveringen van het zevende seizoen van de serie «Game of Thrones», heeft het bedrijf nu, gestimuleerd door een Amerikaanse industrieel investeerder en dankzij een nieuwe, nog krachtigere helikopter, besloten om zich niet meer tot de filmindustrie te beperken : «We gaan onze activiteiten richten op alle sectoren die behoefte aan technologieën hebben om informatie vast te leggen vanuit een luchtvaartuig», zegt Emmanuel Prévinaire, die militaire bewaking en behoud van erfgoed als voorbeelden noemt. Rest ons te zeggen dat Flying-Cam ter gelegenheid van zijn 30ste verjaardag in maart van dit jaar een nieuwe onderscheiding heeft gekregen  een Technology & Engineering Emmy Award !

 

WAW nr.15
2011

Château Bon Baron  

AOC Côtes de Sambre et Meuse


Jeanette en Piotr van der Steen, het Nederlandse echtpaar dat zich in 2000 in Lustin (Profondeville) vestigde om de wijnbouwtraditie op de hellingen van de Maas te doen herleven (17 hectare aangeplant, waarvan 15 in Yvoir), kan trots zijn op de vooruitgang van Château Baron sinds 2011 : acht tot veertien druivenrassen (o.a. pinot noir, pinot gris, pinot blanc, chardonnay, garanoir en gamaret), twintig tot veertig seizoenarbeiders die van april tot november bezig zijn en 20.000 tot 60.000 (in sommige jaren zelfs 100.000) flessen per jaar. Hun rode en witte wijnen hebben niet alleen allemaal het predicaat AOC Côtes de Sambre et Meuse gekregen, maar spelen ook mee met de grote jongens, zoals blijkt uit de nationale, maar vooral internationale, prijzen die elk jaar in de wacht worden gesleept. «In 2017 behaalde een van onze wijnen een gouden medaille op de wedstrijd ‘Muscat du monde’ in Languedoc-Roussillon, terwijl een andere zilver won op de wedstrijd ‘Chardonnay du monde’ in Bourgondië», legt de eigenares uit, die zelf de bijnaam ‘La Baronne’ aan een crémant rosé gaf. Het echtpaar, dat logischerwijs veel energie steekt in de Commanderie des Vins de la Vallée mosane (Wépion), is van plan om de voormalige Sint-Nikolaaskerk in Dinant te verbouwen tot een ruimte voor evenementen, exposities en proeverijen. Hun bedrijf is tegenwoordig gevestigd op het industrieterrein Sorinnes.

 

WAW nr.19
2012 

Het Biopark   

Verdubbeling van de werkgelegenheid in 10 jaar

De ULB, die voor zichzelf graag een steunpunt in Wallonië wilde realiseren, opende in 1999 haar Institut de Biologie et de Médecine Moléculaire (IBMM) op het Aéropole Science Park bij Charleroi. Het Biopark, dat zich op biotechnologie en life sciences richt, zou weldra een belangrijke speler worden in verband met de sociaaleconomische ontwikkeling van de regio. Eind 2012 werkten er 600 mensen in dit nieuwe gezondheidscomplex, dat toen vier onderzoekscentra, tal van technologieplatforms, een incubator, een trainingscentrum en een stuk of vijftien bedrijven, waaronder grote namen als Bone Therapeutics en Delphi Genetics, omvatte.

Nog geen vijf jaar later heeft het Biopark een dusdanig sterke ontwikkeling doorgemaakt dat er nu ongeveer 1300 mensen werken. Er hebben zich bijna vijftig bedrijven gevestigd, waaronder spin-offs en startups, maar ook internationale ondernemingen als Caprion (Canada) en Ncardia (Nederland), die aangetrokken worden door de reputatie van Wallonië in de biofarmaceutische sector, de reputatie van het universitair onderzoek en de financieringsmogelijkheden. «Het Biopark is bijzonder aantrekkelijk omdat het door zijn omvang een echt ecosysteem is geworden dat veel mogelijkheden biedt om verbindingen – en dus synergie – tussen alle betrokkenen tot stand te brengen», legt directeur Dominique Demonté uit. «Omdat ons groeiplan een verdubbeling van de werkgelegenheid in tien jaar voorziet, is de uitdaging voor ons om de infrastructuur daarvoor gereed te maken. Zo zijn we van plan om een nieuw gebouw neer te zetten, waarvan 20.000 m2 wordt gebruikt om biotechnologiebedrijven een plek te geven.»

WAW nr.20
2013

Fabienne Bister 

Een wedergeboorte in Ciney

In een van de artikelen in ons nummer over vrouwen zei Fabienne Bister destijds tegen ons dat mensen niet per se voorbestemd zijn om hun hele leven leiding te geven aan een familiebedrijf en dat ze regelmatig aanbiedingen kreeg om haar talenten elders aan te wenden. Vijf jaar later staat de onderneemster uit Jambes nog steeds aan het hoofd van de mosterdfabriek Bister (in 1995 volgde ze haar vader op), die zich daar niet over beklaagt. Doordat het bedrijf in 2013 het oude pand in het centrum van Jambes verliet om zich op het industrieterrein Achêne (Ciney) te vestigen, kreeg het eindelijk ruimte om te ademen en zich te reorganiseren. De 2800 m2 van de nieuwe gebouwen zijn benut om producten en diensten op maat te ontwikkelen (gevarieerde mosterd voor sausfabrikanten, in blokjes gesneden augurken enzovoort), waardoor de omzet van het Belgische bedrijf tot meer dan 3 miljoen euro is gestegen. Als de opbrengsten van de Franse vestiging (Champagne) erbij worden geteld, bedraagt de omzet zelfs meer dan 5 miljoen.

Tegelijkertijd heeft Fabienne Bister enkele investeringen gedaan, maar wel met mate. «We moeten directeuren van bedrijven vooral geen schuldgevoel geven door hun te vertellen dat ze de digitaliseringstrein dreigen te missen», zegt deze voorvechtster van het mkb en de levensmiddelenindustrie. «Je moet natuurlijk je bedrijf moderniseren, maar niet koste wat het kost investeren. Voor ons bedrijf hebben we een audit laten uitvoeren om na te gaan wat er verbeterd kon worden en we hebben dan ook gehandeld naar gelang de prioriteiten.”

 

WAW nr.25
2014

Dirty Monitor  

Een gewaad voor de hoogste toren ter wereld!

Dirty Monitor is de koning van de videomapping, een techniek waarmee 3D-beelden dankzij creatieve software op gebouwen of oppervlakken geprojecteerd kunnen worden om ze een nieuw uiterlijk te geven. In 2014 gaf dit kunstenaarscollectief uit Charleroi zijn visitekaartje af met de musical Peter Pan in Vorst Nationaal en de opening van het Beijing International Film Festival. Sindsdien hebben de uitvoeringen elkaar opgevolgd. In België waren ze aanwezig op Mons 2015 en de 200ste herdenking van de Slag bij Waterloo. In het Midden-Oosten hebben ze de mooiste culturele centra en musea aangekleed. In Dubai werd hun klank- en lichtspel op de hoogste toren ter wereld, de Burj Khalifa, wereldwijd uitgezonden tijdens de jaarwisseling van 2015 en 2016. En dit jaar tellen ze de projecten in onder meer Koeweit, Vietnam, China en Texas niet eens meer. «We geven vier of vijf uitvoeringen per maand. Het is zelfs wel eens voorgekomen dat we binnen tien dagen in drie landen op twee continenten een uitvoering moesten geven!», zegt Orphée Cataldo, een van de directeuren van het bedrijf (30 medewerkers), dat tegenwoordig in het beeldcentrum van Charleroi is gevestigd. «De grote verandering is dat onze omzet inmiddels voor een derde uit museuminstallaties afkomstig is. Zo zijn we deze zomer op de Heizel aanwezig voor de expositie in het kader van de 60ste verjaardag van de Smurfen.» Wat is het geheim van Dirty Monitor om aan de top te blijven? Motivatie. «Voor elk project moeten we nieuwe ideeën zoeken, nieuwe technologieën ontwikkelen enzovoort. Dat is fascinerend!»

 

WAW nr.27
2015

Mons 2015  

Een biënnale met Niki de Saint-Phalle

In 2015 verhief Bergen (Mons) zich tot culturele hoofdstad van Europa om meer dan driehonderd evenementen en een duizendtal originele activiteiten te organiseren, waaronder de expositie Van Gogh in de Borinage, stedelijke installaties, het Café Europa, het Festival au Carré, Les Ailleurs en Folie, en La Cité Miroir. Die vonden niet alleen plaats in het centrum en de voorsteden, maar in heel Picardisch Wallonië, in naburige culturele instellingen (Mac’s, Pass, Musée de la Photographie enzovoort) en zelfs in het noorden van Frankrijk. Er werden meer dan twee miljoen bezoekers geteld. Het evenement, waarvoor een budget van 71 miljoen euro was gereserveerd (plus 250 miljoen voor de renovatie van de infrastructuur), zou 5,5 keer zo veel hebben opgeleverd voor de horeca.

Wat is er drie jaar later over van deze ongelooflijke geestdrift ? Is de soufflé weer ingezakt of is cultuur een zeer belangrijke activiteit voor Bergen gebleven ? Voor Caroline Kadziola, secretaris-generaal van de Fondation Mons 2025, is het antwoord duidelijk : «Tussen onze stichting, de museumcluster van de stad en Mons Arts de la Scène (MARS) is een driepartijenovereenkomst gesloten om de culturele geest levend te houden die met Mons 2015 is ontstaan. Dankzij dit evenement konden de mensen met andere ogen naar cultuur kijken.

Die is nu niet alleen meer in de musea te vinden, maar heeft zich ook de stedelijke ruimte toegeëigend. In die zin hebben we het programma van onze eerste biënnale opgesteld. Tussen september 2018 en juni 2019 organiseren we onder meer een overzichtstentoonstelling van de kunstenares Niki de Saint-Phalle, het participatieproject Le Grand Huit, internationale voorstellingen, wijkfeesten en gastronomische activiteiten.»

 

WAW nr.33
2016

Vésale Pharma

Volgende doelen: Oekraïne en Texas

Als dat al nodig was, heeft het jaar 2017 de ongeveer vijftig werknemers en twintig artsenbezoekers van Vésale Pharma (Eghezée) gerustgesteld over hun toekomst bij het bedrijf dankzij de opening van een nieuwe permanente vertegenwoordiging in India met steun van het Awex, de toegang tot een reusachtige nieuwe markt door een samenwerkingsovereenkomst met de firma Honz Pharma voor de distributie van zijn pediatrische Bacilac-producten in China, de publicatie in de Verenigde Staten van een nieuw octrooi (Drops) in verband met oliehoudende oplossingen voor probiotica en de ontdekking van een compleet nieuw beschermings- en behandelingsmechanisme tegen met name urogenitale infecties. «We blijven meer dan ooit investeren in onderzoek en ontwikkelin», zegt communicatiedirecteur Eric Poskin, die aankondigt dat de laboratoria en de productie-eenheid begin 2019 van Ghlin naar Hannuit worden verplaatst. «Tegelijkertijd proberen we ons te positioneren op de grote buitenlandse markten. Zo gaan we in 2018 een verkoopmaatschappij in Texas openen en een nieuwe distributieovereenkomst voor onze producten in Oekraïne sluiten.»

Ter herinnering : door in 2007 al zijn activiteiten op probiotica te richten en vier jaar later een octrooi aan te vragen voor Intelicaps®, het procedé voor micro-inkapseling dat deze bacteriën tijdens de darmpassage beschermt, deed Jehan Liénart het voorbereidende werk waardoor zijn bedrijf de wereldleider op dit gebied kon worden.

 


WAW nr.37
2017

CMI en de Fondation John Cockerill 

Een Caïus-prijs en binnenkort een boog

Iets meer dan een jaar geleden, op 26 januari 2017, riep CMI de Fondation John Cockerill in het leven om het historische en culturele erfgoed in stand te houden dat aan de groep was toevertrouwd. Dat was geen toeval, want precies op die dag was het tweehonderd jaar geleden dat de beroemde Engelse industrieel het kasteel van Seraing kocht. Als eerste initiatief zette de stichting een reeks activiteiten in verband met deze gebeurtenis op touw, waaronder een film, een boek en de expositie «John Cockerill, 200 jaar toekomst» in La Boverie, die door ongeveer 20.000 mensen is bezocht.

Een mooie poging om het grote publiek bewust te maken van de uitdagingen van industriële innovatie, maar ook een meesterlijke zet, want dankzij deze acties won CMI op 29 maart van dit jaar de Caïus du Mécénat en Patrimoine, die door de vereniging Prométhéa wordt uitgereikt.

De Fondation John Cockerill heeft besloten om het daar niet bij te laten. Naast de acties om de herinnering en geschiedenis levend te houden en de samenwerking met Luikse culturele instellingen zet de stichting zich namelijk met de hulp van partnerbedrijven in om het grootste beeld ter wereld, de Arc Majeur, te laten maken door de Franse kunstenaar Bernard Venet. Het werk, dat uit twee monumentale bogen bestaat, wordt in het Centre d’Expertise Soudage van CMI in Seraing uitgevoerd en daarna aan het Waals Gewest aangeboden om op de autosnelweg E411 ter hoogte van Lavaux-Sainte-Anne te worden geplaatst. Over de onthulling, die in de herfst zal plaatsvinden, wordt een prestigieuze publicatie uitgegeven.

Een manier voor CMI om financiële sponsoring met Waalse knowhow te combineren.

À lire aussi

Your opinion counts