- Dossier
Door Joéllie Sprumont
Welwillendheid als gevechtshouding
In samenwerking met het Luikse architectenbureau p.HD tekent de Provençaalse hedendaagse architect voor de nieuwe uitbreiding van La Boverie. Deze betonambassadeur is een geëngageerde kunstenaar die bekendstaat voor zijn openhartigheid.
De meeste van uw architectuurprojecten houden verband met Frankrijk. Wat trok u zo aan in ditBelgische project?
Rudy Ricciotti — Ik ben dol op Luik, een afgeschermd kamp tegen de pornografische barbarij van de globalisering. Het is een echte stad met echte mensen die echte dingen beleven. Ik houd van de Belg, die strijd levert tegen het gespuis in deze wereld en globaal genomen beter bestand is tegen alcohol dan de Fransman. Hij bezit een krachtige religieuze seksualiteit en door zijn gevoel voor humor hoort hij thuis bij de patafysici.
U noemt een project een “onderzoeksproces”. Nagaan wat niet goed werkt, het gevaar vinden. Wat scheelde er aan het architectuurontwerp van La Boverie?
R.R. — Eigenlijk niets, maar de droom over de noodzakelijke hedendaagsheid, die op een mystieke dwang leek, moest in de hand worden gehouden. Het afbreken van erfgoed vermijden, was bijvoorbeeld een manier om de paranoia van het programma te bedwingen.
Hebt u speciale moeilijkheden en vereisten gehad tijdens het proces voor het creëren en renoveren van het gebouw?
R.R. — De existentiële moeilijkheid van de architectuur: de interfaces tussen nieuwe en oude gebouwen. Maar het uitzonderlijk vertrouwen tussen Paul Hautecler van het Luikse bureau p.HD, die gulle en briljante erfgoedverdediger, en mezelf is heel nuttig geweest. We hebben schizofrene toestanden kunnen vermijden: behoud tegenover creatie. Het bestaande paleis is geworteld in demoderniteit. Onder de grond vind je immers de eerste betonnen heipalen. De funderingen zouden moeten worden beschermd als “historisch monument”, want het gaat hier om een wereldprimeur. Het onzichtbare beschermen, dat is een nieuwe angst!
Waar hebt u uw inspiratie gehaald voor de uitbreiding van glas en beton? Uit de plaats en haar context zelf of uit uw persoonlijke beleving?
R.R. — De context spreekt, het geheugen spreekt, de beroepen spreken. Inspiratie komt op de tweede plaats. Aangezien Paul Hautecler a priori voor behoud staat en ik voor het maken van iets nieuws, wilden wij voortdurend elkaars werk vergemakkelijken. De cognitieve context is even belangrijk als de architecturale. Inspiratie? Welwillendheid was onze gevechtshouding.
Wat is de leidraad voor uw projecten?
R.R. — Juist, nauwkeurig en contextueel werken. Schoonheid en cynisme niet willen verbannen. Een populaire werkelijkheid geven aan de esthetische vereiste. De werkelijkheid, die echt artistiek materiaal is, belangrijker achten dan de artistieke aanspraak zelf. Het onderdanige minimum niet verwarren met het radicale minimum!
Op welke verwezenlijking bent u met meest trots? Een architectuurproject, een boek?
R.R. — Dat ik mijn drie kinderen heb opgevoed. Dat ik een dertigtal mensen tewerkstel in mijn kantoor. Ik zou ook kunnen verwijzen naar mijn dogmatische strijd tegen de kolonisatie door de imperialistische mythologieën van het consumentisme. Als u mijn pamfletten leest, zult u veel lachen.
Welk hedendaags architecturaal werk «raakt» u speciaal?
R.R. — Gaudi en heel de 19de eeuw. Maar vooral een architectuur die vele uren handenarbeid vergt. Handenarbeid is voor mij heel emotioneel, want hij komt op tegen de verschuiving van werkgelegenheid naar het buitenland. Daarin schuilt de politieke finaliteit van ons vak… De beroepenverdedigen en meewerken aan de wederopbouw van het geheugen ervan. Werk kan opnieuw een sleutel worden om rijkdom te herverdelen en om de sociale cohesie te bevorderen. Maar natuurlijk moet men het nog tot zijn recht kunnen doen komen…
Hebt u nog interessante projecten voor ons?
R.R. — Natuurlijk, maar ik toon ze niet zolang ze niet af zijn. Het jongste werk dat werd opgeleverd, namelijk het Memoriaal van het Kamp van Rivesaltes, dat in Zuid- Frankrijk ligt, is alle belangstelling waard. Dat geldt ook voor het MuCEM in Marseille, voor het Jean-Bouinstadion in Parijs, voor de Vleugel voor Islamkunst in het Louvre en voor het hoofdkantoor van de ITER in Cadarache.
BIO EXPRESS
1952 — Geboren op 22 augustus in Algiers (Algerije)
1974 — Ingenieursschool van Genève (Zwitserland)
1980 — Architectuurschool van Marseille (Frankrijk) / Oprichting van het agentschap Rudy Ricciotti in Bandol (Frankrijk)
Bekende projecten
2000 — Vredesbrug over de Hanrivier in Seoul (Korea) / Filharmonische concertzaal Nikolaisaal in Postdam (Duitsland)
2007 — Hoofdkantoor van de ITER (International Thermonuclear Experimental Reactor) in Cadarache(Frankrijk)
2012 — Afdeling Islamkunst in het Parijse Louvre (Frankrijk)
2013 — Jean-Bouinstadion in Parijs (Frankrijk) / Museum voor de Beschavingen van Europa en deMiddellandse Zee (MuCEM) in Marseille (Frankrijk)
Bekroningen
— Grote nationale Architectuurprijs
— Gouden medaille van de Stichting van de Architectuuracademie
— Ridder in het Legioen van Eer
— Commandeur in de Orde van Kunsten en Letteren
— Officier in de nationale Orde van Verdienste
— Lid van de Technologische Academie
Publicaties
— Le béton en garde à vue, Lemieux Éditeur, 2015.
— Ricciotti, architecte, Le Gac Press, 2013.
— L’architecture est un sport de combat, Textuel, 2013.