Waw magazine

Waw magazine

Menu
© WAW-Tanguy Dumortier
© Martin Godfroid
© Tanguy Dumortier

Tanguy Dumortier

  • Star Waw
Brabant wallon  / Ittre

Door Catherine Moreau

JAAGT OP BEELDEN EN VERHALEN


© Jean-Marc Joseph

Je ziet hem in de Namibische woestijn of op het spoor van de poolvos op Spitsbergen, maar ook in de steengroeve van Hermalle-sous-Huy, waar vroedmeesterpadden en gele zandklaver de verlaten ruimte koloniseren. Een ontmoeting met Tanguy Dumortier, die het TV-programma Le Jardin extraordinaire in handen heeft.


Hoe geraakte deze Brusselaar als kind reeds verslingerd op de natuur ? “Ons huis in het zuiden van de hoofdstad had slecht een koertje van 4 op 5 meter. Zodra ik het kon, trok ik samen met mijn broers naar het Zoniënwoud”, vertelt Tanguy Dumortier. “Een prachtig speelterrein, waarover ik veel fantaseerde ! ” Toen hij zeven of acht jaar was, schreef hij verhalen over wolven in een ‘dagboek’ dat hij van geplooide vellen papier had gemaakt. Toen hij later met de scouts op kamp ging, ontdekte hij de Waalse buiten.

Daarna volgde hij een gidsenopleiding bij de ‘Cercle des naturalistes de Belgique’ en nadat hij een master in Romaanse talen en letterkunde had behaald aan de UCLouvain, in Louvain-la-Neuve, onderwees hij nog een beetje in Vlaanderen en in Mexico. Maar hij wilde meer beweging in zijn leven en zijn letterkundige bagage zette hem ertoe aan journalistiek te gaan studeren. Vervolgens waagde hij zijn kans bij de ‘Bourse René Payot’, een wedstrijd die werd georganiseerd door de Franstalige openbare radiozenders, waarvoor hij een paradoxale reportage maakt over … de klank van de stilte. “Ik vond het interessant en innoverend om over stilte te praten voor een medium dat klank nodig heeft”, legt hij uit. “Dat bracht me bij muzikanten, bij mensen die geen stem meer hadden, bij deelnemers aan stille optochten …

En zijn durf loont. De jonge afgestudeerde wint de beurs en verdient zijn eerste journalistieke sporen bij Radio France en Radio Canada. Dan wordt hij aangeworven door de RTBF om regionaal nieuws te brengen in de uitzending 18h30, die al spoedig Au Quotidien wordt. Daarna presenteert hij afwisselend met Ophélie Fontana en Eric Boever de 12 Minutes, die om 22 uur een samenvatting van het nieuws brengt op La Deux. “Een interessante oefening, waarbij ik op mijn eentje leerde werken, zeer snel schrijven en het nieuws beknopt en nauwkeurig brengen”.

“ Ik op mijn eentje leerde werken, zeer snel schrijven en het nieuws beknopt en nauwkeurig brengen. ”

 

BIO EXPRESS
1980: Geboorte te Brussel
2002: Master in Romaanse talen en letterkunde aan de UCLouvain
2004: Opleiding aan de Journalistenschool van de UCLouvain / Stagiair bij Radio France en Radio Canada
2005-2010: Presentator van Au Quotidien en van 12 Minutes op de RTBF
2010-2014: Zelfstandig reporter in Afrika
2014: Presentator van Le Jardin extraordinaire
2016: Voorzitter van het Internationaal Natuurfestival van Namen


Van de studio’s naar de Afrikaanse natuur

Maar de ‘behoefte om buiten te zijn’ laat hem niet los. “Altijd in de studio zitten, was niets voor mij”. Hij vertrekt dan ook naar Rwanda, waar zijn toenmalige vriendin onderwijzeres was, en gaat er aan de slag als zelfstandig producer en cameraman om reportages over de natuur in Centraal-Afrika te maken.

Een boeiende tijd, vol ontdekkingen, vrijheid en soms risico’s … ik heb daar enorm veel geleerd. Ik had het geluk dat ik, alleen of met enkele medewerkers naar plaatsen, kon gaan waar weinig filmploegen kunnen komen.

In de Rwenzori, op een hoogte van meer dan 5000 meter, ontdekt hij de stilte van het hooggebergte. Hij ziet er een zeer gevarieerde natuur : van bamboewouden tot enorme savannevlakten, van vleesetende roofdieren tot vegetarische gorilla’s, van de grootste zoogdieren tot de kleinste kameleons. Hij verkent de mooiste nationale parken van Congo : het Virungapark, dat het terrein van de berggorilla’s is ; het Garambapark, dat het laatste bastion van de grootste olifantenpopulatie is ; het Kahuzi-Biegapark, met zijn twee vulkanen ; het Mangrove-zeepark aan de monding van de Congostroom, waar de lederschildpadden zich komen voortplanten op een heel klein strand …

Die expedities leveren meer bepaald verscheidene films voor de Europese Commissie op over de nationale parken in Afrika. Beelden die recht doen aan de nationale parken die worden gefinancierd door het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties voor West-Afrika. En met journalist Philippe Lamair maakt hij voor Exploration du Monde een tournee over de grote parken van Oost-Congo.


© Tanguy Dumortier en Philippe Taminiaux


© Tanguy Dumortier

Die expedities leveren meer bepaald verscheidene films voor de Europese Commissie op over de nationale parken in Afrika.


De uitzending die alle records breekt

Het is niet meer dan normaal dat de RTBF aan Tanguy Dumortier voorstelt Claudine Brasseur op te volgen als hoofd van Le Jardin extraordinaire, een uitzending met reportages over natuur en milieu. Van de weidse ruimte naar het kleine scherm, dat is toch een hele stap voor deze wereldreiziger. Maar ook een mooie uitdaging, aangezien Le Jardin het ene record na het andere boekt : kampioen van de openbare omroep (55 jaar en meer dan 2000 uitzending), samen met het Nieuws, het oudste programma in Europa en het eerste van de zender dat (in 1971) in kleur wordt gebracht.

Lang moest ik daar niet over nadenken. Ik kende het programma, ik had er verscheidene reportages voor gemaakt en ik had terreinervaring. Het was een opwindende uitdaging ! Le Jardin extraordinaire geeft enorm veel weerklank aan de natuur. Het houdt de vinger al een halve eeuw aan de pols van het publiek en heeft zich in de loop der jaren aangepast aan de manier waarop men naar het milieu kijkt.

Sinds 2014 hebben Tanguy Dumortier en zijn heel klein team de wereld rondgereisd, maar ook ons eigen land, dat te weinig gekend is. “Dat is het doel van het programma en dat heeft het meeste effect”, legt de presentator uit. “Tonen wat nabij is, de kijkers naar de natuur leren kijken om ze te begrijpen, te respecteren, er vertrouwd mee te worden. Niet de kijkcijfers van Le Jardin extraordinaire zijn de echte beloning, maar het verlangen en de roepingen die het programma kan wekken.


© Jean-Marc Joseph

Sinds 2014 hebben Tanguy Dumortier en zijn heel klein team de wereld rondgereisd.

 

Zijn eigen buitengewone tuin te Virginal

Nabije hoekjes waar deze inwoner van het Waals-Brabantse Virginal graag komt. Zoals het Bos van La Houssière. Of dat van Lauzelle, in Louvain-la-Neuve, dat dankzij boswachter Jean-Claude Mangeot een mooi voorbeeld van natuurbeheer is. Of nog dichterbij … “In mijn tuintje, waar ik het wilde leven toelaat. Door ‘onkruid’ niet uit te trekken en door een stapel hout te laten liggen, heb ik gezorgd voor een explosie van biodiversiteit. Er zijn nu meer vogels, maar ook egels en fluwijnen …

Bijna zes jaar werkt hij nu voor Le Jardin extraordinaire. Is het opwindend dat je de indruk hebt dat je sommige groepen van kijkers hebt veroverd of heroverd ? “Op persoonlijk vlak is het heel vermoeiend. Vijf tot zes maanden per jaar in het buitenland, dan de films monteren, zo schiet er niet veel tijd over voor iets anders”, zegt deze papa van twee dochters. Is er nog een plaats die hij heel graag zou verkennen ? “Bij wijze van boutade zeg ik tegen mijn collega’s wel eens dat ze me naar de ruimte mogen sturen, als ze van mij af willen !

 


© Gaël Locoutre

Het Natuurfestival van Namen

In 2016 heeft Tanguy Dumortier ook de leiding op zich genomen van het Internationaal Natuurfestival van Namen, een wedstrijd die plaatsvindt in oktober en die aan iedereen de mogelijkheid biedt om kortfilms te maken over de natuur en die te tonen. “Om dat festival voor te zitten, moet je je in de plaats van de toeschouwers stellen en keuzes maken waardoor ze verwachte en onverwachte dingen te zien krijgen. Dat is een andere soort uitdaging, maar een geweldige springplank ! Zonder dat festival zou ik niet staan waar ik nu sta. In 2009 heb ik er Expédition barge voorgesteld, het portret van de grutto en van Yves Fagniart, een schilder die deze vogel volgde van Senegal tot IJsland. Er volgden nog andere films, zoals Le réveil des Virunga, die werd gemaakt met Philippe Lamair, en Le continent des couleurs, met Philippe Taminiaux, die allebei in première gingen op het Natuurfestival van Namen en vervolgens bekendheid verwierven dankzij het magazine National Geographic.

“ Niet de kijkcijfers van Le Jardin extraordinaire zijn de echte beloning, maar het verlangen en de roepingen die het programma kan wekken.”


MEER EIGEN PRODUCTIES

Terwijl Le Jardin extraordinaire vroeger vooral aangekochte documentaires uitzond, brengt het programma nu meer eigen producties. Dat wil het team en dat is nodig. “Nu veel platforms natuur en milieureportages aanbieden in streaming, is het interessant geïndividualiseerde inhoud te maken, die van ons is”, legt Tanguy Dumortier uit.Bovendien is het tegenwoordig veel gemakkelijker om voordeliger tamelijk klein materiaal te kopen. We hebben dat gezien tijdens de recente lockdown-periode : kijkers die de natuur in hun tuin observeerden, stuurden ons video’s die soms treffend en ontroerend waren. In mijn ‘boekentas’ raak ik een fototoestel, een telelens, een micro en zelfs een drone kwijt …

Men beseft niet dat het werk voor elke uitzending zes maanden tot één jaar op voorhand begint, volgens verschillende criteria. “We zoeken kleine en grote, nabije en verre onderwerpen, naargelang de seizoenen, we praten met wetenschappers, luisteren naar boodschappen en suggesties van kijkers.” Voor buitenlandse reportages moeten we nagaan of ze doenbaar en economisch verantwoord zijn : plaatselijke contacten, logeermogelijkheden, totale kosten … “Ter plaatse hangen we altijd af van de grillen van het weer. En wat drie dagen opnamen zou vergen met menselijke acteurs, kan uiteraard veel meer tijd vragen in de natuur. De natuur is traag en onvoorspelbaar. Je kunt geluk of tegenslag hebben.”

Een team op reportage sturen naar de andere kant van de wereld, kost bovendien geld. “Het is een kwestie van korte, middellange of lange termijn, voert de globetrotter aan met een ‘huiselijk’ voorbeeld. “Op korte termijn is op restaurant gaan minder duur dan materieel kopen om zelf te koken. Maar na enkele jaren zal de kostprijs van dat materieel gedelgd zijn en zal men hebben leren koken. Er is dan een echte toegevoegde waarde en een grotere kennis, die men kan gebruiken en doorgeven.

“In mijn ‘boekentas’ raak ik een fototoestel, een telelens, een micro en zelfs een drone kwijt ...”


Samenwerking met de universiteit van Luik

Het is goed om weten dat een dertigtal door Tanguy Dumortier en zijn team gemaakte reportages worden aangeboden op het Auvio-platform van de RTBF. Sommige worden verkocht aan zenders zoals de VRT of TV5 Monde, maar er worden ook andere wegen gebruikt. Een aantal reportages worden gemaakt in coproductie met Clair-obscur Productions, een Brusselse firma die meer bepaald belangstelling heeft voor het behoud van het natuurlijk erfgoed. Bovendien wordt er samengewerkt met onderzoekers van de universiteit van Luik, met ambassades … Zo heeft Tanguy Dumortier bijvoorbeeld Fany Brotcorne gevolgd, de primatologe van de Luikse universiteit, die onderzoek doet naar het moeilijke samenleven van makaken en de plaatselijke bevolking van de stad Ubud, op Bali. Of de oceanografe Sylvie Gobert, die gedurende verscheidene maanden per jaar het water rond Corsica onderzoekt in het ULG-station Stareso, in het noorden van het eiland. “Het verhaal vertellen van de mannen en vrouwen die de natuur beschermen, is ook een van de doeltellingen van het programma”, besluit de presentator ervan.


© Tanguy Dumortier

À lire aussi

Your opinion counts