- Tourisme
- / S'évader à vélo
Door Waw
VAN Vincent Van Gogh
Van 1879 tot 1880 trekt een zekere Vincent Van Gogh naar de Borinage, waar de industriële revolutie woedt. Bij die mijnwerkers gaat hij de ernstige schoonheid van het leven ontdekken, die de basis van zijn werk zal vormen. Daarom is de Van Gogh-route – met fiets of mountainbike – in de Borinage zo aangrijpend.
Afstand : circuit van 38 km Moeilijkheidsgraad: laag
Bebakening : knooppunten 11, 62, 50, 67, 76, 78, 67, 70, 54, 60, 59, 93, 85, 76, 67, 1, 62, 11
Vertrek : Grote Markt van Bergen
Kort na ons vertrek vanuit Bergen, rijden we door de mijnlandschappen van de Borinage, die nu aangenaam groen zijn, maar in de tijd van Van Gogh getekend waren door slakkenbergen en mijn-schachten. In de helft van de 19e eeuw telt men er 23 mijnen en 63 schachten, waarin 20 000 arbeiders soms tot twaalf uur per dag werkten tegen een hongerloon. Kort na knooppunt 62 zien we de eerste grote slakkenberg. Die symbolen van de mijnlandschappen van de Borinage hebben nu hun hardheid ingeruild voor een zeldzame biologische diversiteit. De Héribus is een stralend groene berg geworden. Sprinkhanen en zwaluwstaartvlinders baden er in de zon. Bij de aanblik van die natuurlijke resten kan onze verbeelding een duik in dat verleden maken.
Na een mooie rit op het wandel- en fietspad van het Ravel, komen we na kilometer 10 bij de PASS, de vroegere steenkoolmijn van Crachet-Piquery, waarvan de grote schachtbok boven het landschap uitsteekt. Het door architect Jean Nouvel gerestaureerde interactieve wetenschappelijk museum draagt nog de sporen van dat verleden.
Een toekomstig kunstenaar met een groot hart
De tijd die Vincent Van Gogh in de Borinage doorbracht, is miskend maar cruciaal voor zijn artistieke ontwikkeling. De jonge Nederlander komt in november 1878 aan in het station van Pâturages. Hij komt niet als kunstenaar – althans weet hij dat zelf nog niet – maar als zelfstandig predikant. En hij wil die mijnwerkers helpen, die tot de ongelukkigste van Europa behoren. Hij gaat vol ijver en zelfs overdreven prediken. Dat irriteert zijn oversten, die zijn mandaat niet vernieuwen omdat hij zogezegd niet geschikt is om te prediken… Vincent wordt zwaar depressief. “Als ik niet meer studeer, niet meer zoek, dan ben ik verloren ; wee mij…”, schrijft hij naar zijn broer Theo.
De tekeningen die hij nadien nog zal maken in de Borinage, zullen hem zijn weg helpen vinden : een hemelse en artistieke weg.
De mijnwerkers van de Agrappe in Frameries
In Frameries komen we langs de Place de l’Agrappe, die ons herinnert aan de drama’s die zich daar hebben afgespeeld. De nu verdwenen mijn met dezelfde naam was een mensenverslindster : in april 1879 kwamen meer dan 120 mijnwerkers om door grauwvuur. We vinden daar het spoor van de kunstenaar terug. Tijdens de ramp trachtte Vincent de overlevenden te helpen. De in opstand gekomen mijnwerkers luisterden enkel nog naar ‘dominee Vincent’, die ze vertrouwden. Die drang tot het uiterste om mensen te helpen, lijkt al een voorafspiegeling van de uitbundigheid van zijn latere werk.
Kort na Frameries komen we in de nauw met elkaar verbonden dorpen Pâturages en Wasmes. Je vindt moeilijk de weg in die ten westen van Bergen gelegen stratendoolhof. Voor zijn broer Theo, beschreef Van Gogh die huizen als volgt : “Die hutten waar het licht vriendelijk door de ramen met hun kleine ruitjes schijnt, liggen verspreid langs de verzonken paden…” Net zoals zijn werk, zijn de brieven die Van Gogh in de Borinage schreef, buitengewoon elegant en ontroerend. Wie ze leest, voelt mee met die verrassend moderne man.
Het Denis-huis in Petit-Wasmes
De kunstenaar leeft te midden van de mijnwerkers. In Wasmes wijdt hij zich met hart en ziel aan zijn evangelische zending. Vanuit zijn kamer kijkt hij uit op de mijn van Marcasse, die hij zal bezoeken. In het prachtig gerestaureerde huis vindt men facsimile’s van de brieven die hij in Wasmes aan zijn broer Theo schreef. Wie ze leest, ontdekt heel de menselijkheid van de schilder. Bij visitMons (www.visitmons.be) kun je rondleidingen aanvragen.
Het Denis-huis in Wasmes
Toen hij dominee was, predikte Vincent in het “Salon de Bébé”, een vroegere danszaal. We komen er per fiets langs, na de rotonde waar zich het borstbeeld van Van Gogh bevindt. We rijden door die stille buurten, waar het leven onder de grond lijkt gebleven. Na de volgende helling, komen we in Petit-Wasmes. Even voorbij de kerk komen we langs de Rue de Petit-Wasmes dicht bij de plek waar de schilder heeft gewoond. Op de hoek van de Rue Wilson, staat het Denis-huis, dat helemaal in het rood werd gerestaureerd door plaatselijke ondernemingen en door leerlingen van het provinciaal lyceum van Hornu-Colfontaine. Je kunt er een heel sober ingerichte kamer bezoeken, waar de kunstenaar had kunnen wonen. Door het kamervenster zien we de ruïnes van de steenkoolmijn van de Marcasse. Vincent hoefde zijn neus maar buiten te steken om bij zijn vrienden, de mijnwerkers te zijn.
Schetsen van mijnwerkers in de Grand Hornu
Langs een klein stukje Ravel komen we dan op de site van de Grand-Hornu (knooppunt 59) en zijn slakkenbergen. De weg gaat omhoog en daalt dan weer af naar een ander valleitje. Met een vouwstoeltje onder de arm en een doos op de rug, trok Van Gogh erop uit om portretten van de mijnwerkers te schilderen, die hij hun dan gaf… Hoeveel tekeningen zijn er zo verloren gegaan ? In het begin zijn die schetsen stuntelig, maar ze leggen het echte leven vast, of dat nu mooi of lelijk is. Zijn werk is aangrijpend doordat Vincent zich helemaal heeft ondergedompeld in het leven van de arbeiders en de boeren uit zijn tijd. Die mannen en vrouwen lopen gebogen onder de last van de armoede. Hij tekent wat hij ziet en schetst die dappere mensen, die in de vroege ochtend naar de mijn trekken of die aardappelen rooien uit de bevroren grond. Het lot van de mens zal het wezen zelf van zijn werk zijn.
De ruïnes van de steenkoolmijn van de Marcasse.
Le Grand Hornu en het Mac’s
Deze vroegere steenkoolmijn, die representatief is voor de 19e eeuwse industrie, ontstond uit een echt stadsproject voor productiviteit. Het geschiedkundig deel wordt aangevuld met tijdelijke tentoonstellingen over design en toegepaste en hedendaagse kunst in het Mac’s. Daar ontstaat bovendien die combinatie van herinnering en hedendaagse aanpak. Ook al heeft Van Gogh er niet geleefd toch heeft het team van cineast Vincente Minelli er enkele sequensen opgenomen voor de Van Gogh-film Lust for Life (www.grand-hornu.eu).
Het Van Gogh-huis in Cuesmes
Kort na zijn verblijf in Wasmes en zijn ontgoocheling omdat hij er niet meer mocht prediken, trekt Vincent Van Gogh naar Cuesmes, in het huis van Charles Decrucq, een ploegbaas van de mijn. Hij blijft er meer dan een jaar. Hoe hij zijn tijd gebruikt, weten we niet, maar het is zeker dat hij zijn kunst tot uitdrukking zal brengen in de streek. Het huis van de schilder werd bijna een eeuw lang verwaarloosd, maar in 2015 is het volledig gerenoveerd en het vormt nu een onvervangbare herdenkingplaats. De scenografie roept het dagelijks leven van de kunstenaar in de Borinage op. Rondleidingen in het museum kunnen worden geboekt via visitMons (www.visitmons.be).
Cuesmes, waar een roeping ontstond
We nemen opnieuw het Ravel om terug te keren naar Bergen. We rijden bijna vier kilometer in de andere richting over de weg die we bij het heengaan volgden. Aan kilometer 34, juist voor de brug, verlaten we het Ravel, maar in plaats van rechts af te slaan en de spoorweg over te steken, draaien we naar links, in de richting van Cuesmes. Voorbij het midden van het dorp nemen we de Rue du Chemin de Fer om links de Rue du Pavillon in te slaan. Een beetje verder staan we, midden in het groen, voor het Van Gogh-huis, zijn tweede woonst in de Borinage. Vincent hokte meer dan een jaar in een kamertje waar hij dag en nacht zwoegde om zijn kunst te verbeteren en andere werken te kopiëren. Hij schildert alsmaar sneller : op één enkele dag voor dolle landschappen en enkele uren voor een portret… In augustus 1880, vóór hij naar Brussel verhuist, schrijft hij naar zijn broer dat hij schilder wil worden. In het lijden van de
19e eeuwse Borinage heeft Vincent zijn ziel gegeven voor het ontstaan van een oeuvre. Op tien jaar tijd zal deze schilder van het licht het steenkoolzwart inruilen voor het azuurblauw van de Provence en het geel van de zonnebloemen …
Op tien jaar tijd zal deze schilder van het licht het steenkoolzwart inruilen voor het azuurblauw van de Provence en het geel van de zonnebloemen ...
Deze uitstap, die wordt aangeboden dankzij het partnerschap met uitgever Olivier Weyrich, is ontleend aan de glossy “10-Découvertes”, die werd opgesteld door twee fietsdeskundigen, nl. Pierre Pauquay en Olivier Béart.