- Dossier
Door Gilles Bechet
In 2010 schitterden Denis, Antoine en Kevin in de Portugese hoofdstad, op de tweede editie van Euroskills. Het was een ervaring die ze niet licht zullen vergeten.
Denis Poncin, Zilveren medaille in teamverband en bronzen medaille individueel.
Categorie Drukwerk
De jongeman kreeg een eerste verrassing toen hij aan de competitie begon: hij moest werken met een machine die al 50 jaar trouwe dienst had. ‘Ik had nog nooit met dergelijk materiaal gewerkt. In België is er waarschijnlijk nog maar eentje actief, in een familiale onderneming. Alles was 100% handwerk. Je moest de machine afstellen met een Engelse sleutel.’ Het eerste ernstige probleem dook op met het bevochtigingssysteem, toen het water ongeremd over het papier stroomde. ‘Ik wist niet dat je er stoppen in moest duwen om dat te verhinderen. Ik heb toen 30 minuten verloren, wat me de tweede plaats heeft gekost. Ik was zodanig gestrest dat ik moest huilen, maar zoals mijn coach zei: ‘Een goeie drukker kan zijn stommiteiten altijd weer goedmaken’.’
Tegenwoordig werkt Denis in de kleine drukkerij van een autoconcessiehouder, met een contract van onbepaalde duur. Toen hij net was afgestudeerd, had hij vier jaar lang tijdelijke baantjes, om zieke of afwezige arbeiders te vervangen. Hij bleef op de loer voor alle vacatures en verstuurde spontaan zijn kandidatuur naar verschillende drukkerijen. Zo kwam hij via Namen, Luik en Charleroi bij een drukkerij in Brussel terecht. Op al die plekken deed hij technische maar ook menselijke kennis op. ‘Ik heb de kans gehad om met alle mogelijke machines te werken. Ze zijn allemaal anders. Het mechanische deel is wel hetzelfde, maar ze hebben allemaal een eigen karakter. Uiteindelijk heb ik door mond-tot-mondreclame mijn huidige contract gekregen.’ Zijn keuze voor het drukkersvak was een beetje toeval. Hij ging op advies van een vriend naar het IATA in Namen, waar hij koos voor de afdeling drukwerk. ‘Ik heb me ingeschreven, maar wist eigenlijk niet goed wat ik kon verwachten. In het vierde jaar hadden we een offset-cursus van vier uur per week. Dat is bij mij aangeslagen, en nu zou ik niets anders meer willen doen.’
Later wil hij op zijn beurt graag lesgeven aan het Cepegra (Centre de compétence de l’industrie graphique – Competentiecentrum voor de grafische industrie) in Gosselies, waar hij zijn opleiding heeft afgesloten met een stage van zes maanden. ‘Ik wil er over twee jaar solliciteren. Ik hou van dit vak en als je met andere mensen rond een machine staat, gaat je manier van werken evolueren.’
In oktober gaat hij naar Francorchamps om de Belgische deelnemers een hart onder de riem te steken en dag te zeggen tegen zijn vrienden. ‘Ik heb er best veel mensen leren kennen, en ik wil ook de nieuwe kandidaten aan het werk zien. Ik heb maar één goede raad: wat er ook gebeurt, blijf zen. Als het je niet lukt, zoek dan ander werk, want als je later met klanten gaat werken, is de stress nog veel groter.’
Antoine Habran, Zilveren medaille individueel en eerste prijs in teamverband
Categorie Informatica (Open Source-specialist)
‘Ik werkte al op het moment van de wedstrijd en als ik bij een klant een klus moest gaan doen, was ik altijd bang. Zelfs al had ik alles tot in de puntjes voorbereid, dan had ik nog geen zelfvertrouwen,’ vertelt de jonge informaticus. ‘Daar ben ik dankzij de wedstrijd van verlost. Ik heb gemerkt dat ik er met het werk kan komen.’ Antoine herinnert zich van Euroskills in Lissabon ook de goeie groepssfeer, maar niet zozeer het contact met de andere delegaties. ‘Als we de anderen zagen, gaven we meestal valse informatie over waar we al stonden, in een poging om ze aan het wankelen te brengen,’ vertelt hij met een monkellachje. ‘Zo’n wedstrijd speelt vooral op het mentale vlak.’ Hij moet zowat tien jaar zijn geweest toen de informatica voor hem iets begon te betekenen. Hij herinnert zich nog de eerste e-mail die hij heeft zien vertrekken. ‘Ik begreep maar niet dat een brief zo snel zo’n lange afstand kon afleggen. Daar ben ik me vragen beginnen te stellen.’ Het was vrij logisch dat hij voor een diploma in de informatica ging, maar daar is hij niet veel verder in gegaan. Hij begon aan een graduaatsstudie, ‘omdat dat de norm was’, maar hij voelde zich daar niet thuis. ‘Ik besefte dat dat niks voor mij was. Ik was een beetje onrustig. Ik kon niet op m’n stoel blijven zitten en ik kon me niet concentreren op dingen die me niks zegden.’ Hij vond zijn geluk in Technofutur. Met alleen informaticacursussen en omringd door volwassenen werd de jongeman van 21 meteen een stuk rustiger. Hij had geen zin meer om nog de grote pief uit te hangen. Toen hij afstudeerde, kreeg hij een voorstel van Financial Art. Dat was drie jaar geleden, en hij werkt er nog steeds. ‘Ik besef dat ik veel geluk heb gehad. Ik ben er gekomen zonder lang te studeren. Ik ben daar nog steeds verwonderd over. Je hebt een basis nodig, maar je beroepservaring doe je op het terrein op. Je hebt geen diploma nodig om iemand met talent te zijn, die vlug van geest is.’ Vandaag heeft hij niet het gevoel dat hij werkt. Hij kan twintig uur aan één stuk doorpezen ‘zonder dat het me te veel wordt.’ En hij stopt pas als zijn lichaam alarmsignalen begint te geven. In Spa-Francorchamps zal hij niet op de afspraak ontbreken.
Voor de sfeer natuurlijk, maar vooral ook omdat hij de jonge Belgische IT-kandidaten wil zien winnen. Hij zat in het selectiecomité en heeft de gelukkigen die het haalden gevolgd en ook wat raad gegeven. ‘Het is leuk om je ervaring te delen en ze wat trucjes te geven om te winnen. Het is een ploeg met heel wat potentieel. Ik vind zelfs dat ze beter zijn dan ik destijds.’
Kevin Herman, Zilveren medaille, zowel individueel als in teamverband
Categorie Metselwerk
In 2007 maakte Kevin Herman deel uit van de Belgische bouwploeg op de Wereldwedstrijd in het Japanse Shizuoka. Hij heeft toen vooral gezien wat er ontbrak. ‘We waren niet voorbereid, niet op het vlak van het materiaal en niet op het vlak van tijdsbeheer.’ In 2010, in Lissabon, werd het een heel ander verhaal. Behalve zijn medailles heeft hij er ook de herinneringen aan overgehouden aan buitengewone momenten waarop iedereen elkaar hielp en met een open geest werkte. ‘Na zo’n wedstrijd voel je dat je gegroeid bent. Je beseft het niet op het moment zelf, maar pas later, als je eraan terugdenkt.’ Net zoals bij de Olympische Spelen gooien de kandidaten zich in de strijd om de medaille, maar ook om te laten zien tot wat ze in staat zijn en om hun vak bij de jongeren te promoten. ‘Het publiek? Daar heb je niet echt oog voor, omdat je zo geconcentreerd bent op de proef. Het is pas tijdens de pauzes dat je echt beseft wat er om je heen gebeurt en dan ben je wel danig onder de indruk.’ Ter plaatse is het moeilijkste om je werktijd te beheren, op een manier die je in je dagelijkse werk niet hoeft te doen. ‘Ik had alles voorbereid en had iedere dag opgedeeld in stukjes van tien minuten, die ik niet mocht overschrijden om alles gedaan te krijgen.’
Kevin was 13 toen hij zin kreeg om in de bouw te gaan werken. ‘Toen mijn ouders hun huis bouwden, heb ik behoorlijk wat tijd doorgebracht op de bouwplaats. Een jaar later ben ik mijn studie begonnen in de Bouwafdeling van het Koninklijk Atheneum van La Roche.’ Vandaag is hij bijna 25 en leidt hij al vier jaar een kleine kmo. Hij heeft werk zat: zijn orderboekje is voor 2013 bijna helemaal gevuld en er zijn al opdrachten voor 2014. Op zijn cv krijgen zijn prestaties in Lissabon een ereplaats. ‘Er zijn best wel wat klanten die me erover aanspreken, en in bepaalde gevallen heeft dat me echt geholpen om contracten in de wacht te slepen.’ In oktober zal hij in Spa-Francorchamps natuurlijk van de partij zijn. Hij heeft zin om de andere kandidaten terug te zien, met wie hij via de sociale media hechtere vriendschapsbanden heeft gesmeed. ‘Ik heb echt zin om voor de Belgen te supporteren. Ze moeten het verste kunnen komen, want op het vlak van bouwen heeft België echt wel veel potentieel.’