- Dossier
Door Gilles Bechet
Alles wat je ooit wilde weten over de beroepen zonder ze ooit te durven proberen, vind je nu bij elkaar in CurioCity.
Naast de competitieruimte, waar de zenuwen gespannen, de aandacht scherp en de opwinding tastbaar zullen zijn, zullen de bezoekers van Euroskills CurioCity kunnen ontdekken. Het wordt een gezellige ruimte vol animatie, demonstraties en proeven, met als doel de technologische beroepen naar het voorplan te brengen.
‘Het is belangrijk dat jonge mensen andere jonge mensen een beroep zien uitoefenen, en dat ze het zelf zullen kunnen uitproberen,’ vertelt Francis Hourant. ‘Die animaties zijn gericht op de jongelui, maar ook op de ouders die de keuze van hun kinderen hiermee naar waarde zullen kunnen schatten. Het wordt een unieke gelegenheid om te ontdekken hoe een 3D-printer werkt, om loodgieterij of dakwerken uit te proberen, om de wielen van een auto uit te balanceren of een defect op te sporen. We willen dat het publiek verleid wordt door de geuren, dat ze de dingen willen aanraken. Als je niks aanraakt met je handen, laat je een belangrijke motivatie links liggen.’
Er zullen ook een veertigtal studiebemiddelaars aanwezig zijn, die vragen zullen beantwoorden en de jongelui de richting zullen wijzen in deze bruisende beroepenkorf. Er wordt in het bijzonder gemikt op jongelui vanaf het zesde leerjaar en leerlingen van het tweede jaar secundair onderwijs die voor een studiekeuze staan.
Een echt huis met houten skelet
De bouwsector wil zich in de eerste plaats tot jongelui van 10 tot 14 jaar richten. ‘In de afgelopen jaren richtten we ons tot jongelui vanaf 14 jaar. Maar zoals uit één van onze enquêtes is gebleken, zijn de negatieve vooroordelen op die leeftijd al stevig ingesleten,’ vertelt ons Nathalie Berger et , directrice van Tewerkstelling, Opleiding en Communicatie bij de Bouwconfederatie, en coördinatrice van het bouwteam. ‘Op de leeftijd van 14 of 15 jaar heb je al vrienden die naar een technische opleiding zijn overgeschakeld omdat ze in een andere opleiding hebben gefaald. Ze hebben zich al een mening gevormd, terwijl jongere kinderen nog nieuwsgieriger en opener zijn. Ze willen graag dingen ontdekken.’
Vanop de banken zullen de jonge bezoekers van CurioCity kunnen volgen hoe een echt huis met houten skelet wordt gebouwd. De verschillende ambachten bundelen hun krachten om een huis van begin tot einde te bouwen, van de installatie van de keuken tot de plaatsing van de leien op het dak. De bezoekers krijgen spelletjes waarin technieken of materialen worden aangewend, om op die manier hun aandacht vast te houden. Veertien verschillende beroepen zullen bovendien vertegenwoordigd zijn en hun hoogwaardige, innoverende knowhow voor het voetlicht brengen. Met domotica hebben informatica en elektronica massaal hun intrede gedaan in de huizen, en dat gaat nooit meer weg. ‘Het is ook belangrijk om te laten zien dat de basistechnologieën geëvolueerd zijn, in het bijzonder op het vlak van isolatie en verwarming. De energieproblematiek en de ontwikkeling van lage-energiewoningen of passiefhuizen hebben de sector nieuw leven ingeblazen en maken er de inzet voor morgen van.’
Een statusverhogende toegangspoort
De patrimoniumberoepen zijn levende getuigen. Ze houden de traditionele handelingen en materialen van de bouwsector in leven. Je vindt ze uiteraard in het centrum van het bouwdorp, naast de technisch modernere beroepen. Bezoekers kunnen meehelpen aan demonstraties van leienplaatsen, raamrestauratie, siersmeden, steenhouwen, glasraamontwerpen en zelfs orgelbouwen. Al deze ambachtelijke patrimoniumberoepen zijn helemaal geen nicheberoepen. De helft van wat er in Wallonië gebouwd is, dateert immers van het begin van de 20ste eeuw of vroeger. De belangstelling voor duurzame en natuurlijke materialen heeft vandaag de dag het werken met hout, klei of kalk en de technieken die daarmee gepaard gaan weer eervol gemaakt. ‘Het patrimonium heeft een ambachtelijke kant en er is liefde voor goed uitgevoerd werk. Daardoor kan het een statusverhogende toegangspoort zijn voor de bouwberoepen, waar er nog steeds een nijpend tekort is’, denkt Ingrid Boxus, die samen met anderen verantwoordelijk is voor de pedagogische activiteiten in het Centre de la Paix-Dieu. Het zijn uitzonderlijke beroepen, die je na een uitzonderlijk opleidingsparcours onder de knie krijgt. Het loopt zelden in een rechte lijn en je hebt er een flinke dosis uithoudingsvermogen voor nodig. De jonge meester-glazenier die zijn knowhow laat zien in de glas-in-loodramen die hij ontwerpt, heeft van zijn passie zijn beroep gemaakt, na een communicatiestudie en een voortgezette opleiding in Chartres, waarvoor hij een studiebeurs heeft ontvangen. Op dit moment wordt de toekomst hertekend. Er ontstaat belangstelling voor beroepen die achterhaald leken, en er worden partnerschappen gesmeed. In samenwerking met het IFAPME (beroepsopleiding) wordt er gewerkt aan een centrum voor steenberoepen op de site van de gewezen steengroeve van Zinnik. De jongelui die het publiek zullen uitnodigen om de blauwe steen met hun beitel te strelen, zijn er de eerste ambassadeurs van.
Jongeren geven uitleg aan jongeren
‘Als je spreekt over het beroep van machineman of onderhoudstechnicus, heeft een jongeling daar geen precies beeld van. Voor een beroep als elektricien of autotechnicus is dat anders’, vertelt Brigitte Remacle, en ze vindt dat jammer. Ze is adviseur bij het Opleidingsdepartement van het IFPM en coördinator van het Industrie-team. In een grote tent van 400 m2 zal dat team, in samenwerking met een aantal onderwijsinstellingen, demonstraties geven van solderen, machines bedienen en onderhoud. Achter de machines en de schermen nemen jongelui uit het 6de en 7de jaar plaats, onder begeleiding van beroepsexperts uit competentiecentra. ‘Het principe is dat jongelui andere jongelui uitleg geven en dat ze hen laten zien wat er schuilgaat achter de namen van beroepen die heel diverse functies omvatten. Soms zijn die eenvoudig, andere keren complex.’ Nadat ze een beroep hebben uitgetest, kunnen de bezoekers een concreet souvenir meenemen naar huis: een mooi uitgesneden leisteen of een elektrisch minicircuit. ‘We moeten absoluut inzetten op de jeugd, want de industrie heeft een gebrek aan kandidaten voor bepaalde beroepen, terwijl in het onderwijs net die opleidingen waar dat beroep wordt aangeleerd, moeten sluiten bij gebrek aan kandidaten.’
De grafische sector zet zijn middelen in op een ludieke animatie in grafisch design. De jongeren, maar ook volwassenen, kunnen zich amuseren met het ontwerpen van een animatie in ‘stop motion’, die ze vervolgens op de site van Euroskills kunnen uploaden. Met enkele muisklikken zullen de deelnemers een virtuele trofee hebben gemaakt, die uiteraard maar een voorsmaakje geeft van de eisen van dit boeiende beroep. ‘Informatica trekt heel wat jongelui aan die niet altijd weten hoe moeilijk het wel is.’ Nathalie Gautier is directeur van het opleidingscentrum Cepegra en coördinator van het Informatica-, Webdesign- en Drukwerkteam. Om een duidelijk beeld te geven van hoe het beroep werkelijk is, moedigt ze het publiek aan om de kandidaten te volgen die geconfronteerd worden met de druk en de stress van de wedstrijd. Ook al leven de jongeren in een wereld waar ze omgeven zijn door technologie en informatica, toch staan ze niet massaal te springen om zich in te schrijven aan het Cepegra. ‘Onze inschrijvingsvoorwaarden zijn vrij hoog, omdat we op het niveau van het hoger onderwijs opereren.’
In de straten van dit bijzondere dorp zal het drie dagen lang gonzen van de activiteiten. Sommigen zullen ervan profiteren om (bijna) alles uit te proberen en anderen zullen zich nauwgezet richten op alle aspecten van één enkel beroep. Maar iedereen zal het erover eens zijn: het loont echt wel de moeite om nieuwsgierig te zijn!