Waw magazine

Waw magazine

Menu
© DOC Patrick Genard & Asociados

TEELT ZONDER AARDE

  • Dossier

Door Christian Sonon

‘Wat? Wanneer ik quinoa teel op die grote granieten tegel door de plant met de voeten in het water te zetten doe ik aan hydroponie? Ik doe dus al meer dan veertig jaar aan hydroponie zonder dat ik het weet! Ik ben u erg dankbaar dat u me dit vertelt…’

Ook zonder de pathos van meneer Jourdain, het bourgeois heertje dat door Molière belachelijk werd gemaakt, zou de Inca van Machu Picchu net zo verbaasd zijn geweest als hem werd verteld dat hij over kennis van een cultuur beschikte die wetenschappers van de 21ste eeuw weer van de zolder zouden halen en trots aan hun tijdsgenoten zouden voorleggen. Of we nu teruggaan naar lang vervlogen tijden of naar de hangende tuinen van Babylon, we kunnen niet anders dan erkennen dat de mens altijd manieren heeft gevonden om zijn methodes aan te passen aan zijn omgeving en de materialen waarover hij beschikte.

Een ernstig alternatief voor morgen

Natuurlijk zal vandaag niemand zo ver gaan te beweren dat hydroponie en zijn afgeleiden een van de zeven nieuwe wereldwonderen zullen zijn, niettemin zijn velen ervan overtuigd dat het een ernstig alternatief is om de mensheid te voeden. Een van hen is Eric Stöcklin. Hij was de eerste die met deze methode in Wallonië aan de slag ging (zie verder) en door zijn ervaring werd hij gevraagd om deze techniek in de kelder van het Belgische paviljoen in Milaan toe te passen. Deze landbouwingenieur van 59 jaar, eigenaar van een tuinbouwbedrijf in Eghezée, is al lang overtuigd van de voordelen van hydroponie. ‘Grondloze teelt is een oplossing voor de schaarste aan landbouwgrond’, zo gaat hij van start. ‘Hij veroorzaakt geen waterverspilling, vermindert de druk van ziekten en beperkt dus de noodzakelijke behandelingen. Bovendien maakt hij het mogelijk verschillende productiefactoren in de hand te houden. En dan hebben we het nog niet gehad over de sterk verbeterde ergonomie van bepaalde handelingen, wat de gezondheid van de landbouwers ten goede komt.’

Een toekomst in de stadslandbouw

Ook al heeft deze ingenieur uit Namen gekozen voor hydroponie in de openlucht, terwijl de methode in Vlaanderen en Nederland in serres wordt toegepast, toch zal hij in Milaan zijn techniek moeten aanpassen aan de omgeving, aangezien hij in de kelder zal moeten werken. ‘Mijn taak zal erin bestaan de ‘ futuristische’ hydrocultuurinstallaties ter plaatse te coördineren en toe te zien op hun goede werking’, legt hij uit. ‘Bezoekers zullen verschillende rekken met gootjes zien, evenals een systeem met draaiend wiel dat in verbinding zal staan met de kweek van vissen. De scenografie heeft tot doel de belangstelling van de bezoekers te wekken door hen te tonen dat die technologieën meer en meer zullen worden toegepast, onder andere in het kader van de stadslandbouw.’

Smaken voor het rapen in het water in Eghezée

Zijn wortels liggen in Zwitserland, maar zijn werk werd geïrrigeerd en gevoed door de jaren ervaring die hij opdeed in de teelt in de Verenigde Staten en Portugal. Beeldspraak die perfect past bij deze specialist inzake hydroponie. Maar hoe is Eric Stöcklin een van de pioniers van dit systeem in België geworden? Het verhaal begint in 1984. Deze landbouwingenieur, gespecialiseerd in de diversificatie van de teelt van gewassen, komt terug uit Florida en beslist zich in de streek van Namen te vestigen. In Leuze (Eghezée) begint hij met een kleinschalig tuinbouwbedrijf op drie hectaren. Zijn bedrijf NewFarm sprl kweekt er groenten en fruit die via de rechtstreekse verkoop op de boerderij en via de groothandel aan restaurants worden verdeeld. Beetje bij beetje produceert Eric Stö cklin steeds meer (andijvie, krulandijvie, botersla, ijsbergsla, eikenbladsla, Romeinse sla) en vindt hij afnemers in Frankrijk, België en Groot-Brittannië.

Zijn verlangen om het anders consumeren te delen en te promoten, evenals de wil om productiemethoden in de praktijk te brengen waarop hij het onderzoek naar landbouwtradities en zijn wetenschappelijke vorming kan toepassen, zullen hem er al gauw toe brengen zich op de hydroponie toe te leggen. Die methode had enkele jaren eerder al zijn belangstelling gewekt, zoals blijkt uit zijn eindwerk over hydroponisch witlof. Hij verdiepte zijn kennis door deel te nemen aan tal van gespecialiseerde congressen en via installateurs van serresystemen.

Een cultuur in de openlucht

‘Persoonlijk heb ik gekozen voor de openlucht’, verduidelijkt hij. ‘In tegenstelling tot de erg intensieve teelt in serres waar het de bedoeling is zo snel mogelijk zo veel mogelijk rendement te halen, streven wij naar de beste smaak van een plant die op zijn eigen ritme groeit volgens de omstandigheden van het seizoen. Zo kan het hele potentieel van de plant op natuurlijke wijze tot uiting worden gebracht.’

In 2011 installeert Eric Stöcklin een productiesysteem om tegemoet te komen aan de vraag van sommige klanten naar sla met wortels, met een levendige kleur en een stevige structuur, een soort die goed bewaard kan worden in de etalage en bij de consument. Als voorstander van het zelf plukken omdat dit het contact met de koper bevordert, bedenkt hij het concept ‘Saveurs à cueillir’ en nodigt hij de koper uit om tussen de gangpaden te wandelen en de groente te kiezen die hem bevalt. Versheid gegarandeerd. Het verschil met andere supermarkten in de openlucht is dat de sla in Leuze op een manshoge tafel groeit in een soort van hangende tuinen. De plant groeit niet in de volle grond, maar ontluikt dankzij de circulatie van een waterfilm die alle noodzakelijke voedingsstoffen aanvoert (het systeem van de ‘Nutrient film technic’).

Ziehier de hydroponische tafels

Eric Stöcklin en zijn team timmeren voort aan het pad van de innovatie en hebben hangende minituinen ontwikkeld – die ze niet zelf op de markt brengen – in de vorm van een tafel van ongeveer een vierkante meter die gemakkelijk thuis kan worden geïnstalleerd. Hiermee kunnen liefhebbers zelf zo’n 35 à 75 hydroponische planten voor eigen gebruik op professionele wijze kweken, zonder gebruik van pesticiden om zich te wapenen tegen slakken en zonder risico op spierpijn. Zo hoeven ze alvast niet meer te klagen dat ‘de grond toch zo laag is’.

 

BOERDERIJTORENS, EEN CONSTRUCTIEF IDEE

Omdat steden blijven uitbreiden en ze in 2050 7 miljard mensen (of 70 % van de bevolking) zullen huisvesten, omdat ze de middelen van het platteland uitputten, omdat een derde van de voedingswaren bederft tussen de plaats van productie en het bord van de consument, omdat dit systeem niet lang meer kan worden volgehouden en binnenkort dreigt ineen te storten, omdat het geen kwestie van principes maar van overleven is, om al die redenen blijft de stadslandbouw wetenschappers bezighouden. Ze overwegen ernstig ‘verticale boerderijen’ in de steden van morgen te bouwen. Het onderwerp kwam aan bod in een boeiende reportage die op 20 januari en 4 februari jongstleden werd uitgezonden op Arte. Het idee kwam begin jaren 2000 van Dickson Despommier, hoogleraar aan de Columbia University in New York. Sindsdien heeft het concept van de verticale boerderij veel navolging gekregen. Een nieuwe generatie urbanisten zwoegt tegenwoordig op futuristische projecten die het mogelijk moeten maken hydroponisch groenten te kweken in enorme boerderijtorens.

Maar ook al groeien er reeds verse groenten op de daken van New York en Montreal, en zagen kleine boerderijtorens reeds het licht in Singapore, een stadstaat waar de ruimte beperkt is, toch is er nog geen enkele groene wolkenkrabber uit de grond opgerezen. En niet zonder reden. Ook al konden de technische moeilijkheden uit de weg worden geruimd – het probleem van het licht in de winter werd opgelost door de komst van de nieuwste lichtgevende diodes (leds) – toch is de verticale boerderij op dit moment economisch niet levensvatbaar. Technologie heeft een prijs. Twaalf euro voor een kilo verse groenten. Wie kan zich zo’n luxe veroorloven, behalve dan enkele steden zoals Shanghai dat ervan droomt het New York van het derde millennium te worden? Het gigantische van die projecten draagt bovendien niet ieders goedkeuring weg. Sommigen vrezen ook de inhaligheid van de landbouw- en voedingsindustrie die de droom van Dickson Despommier zou kunnen doen ontsporen. Daarom streven jonge architecten ernaar zich de grondbeginselen van de verticale boerderijen eigen te maken om de steden van morgen te veranderen in zelfstandige ecosystemen die werkgelegenheid verschaff en. Kortom, de revolutie is bezig, maar de aardappel mag nog op beide oren slapen… in de aarde.

 

INTERESSANT OM TE WETEN

De verschillende soorten sla en kruiden die tijdens de expo worden gekweekt, zullen in de restaurants van het paviljoen worden gebruikt.

À lire aussi

Your opinion counts