Waw magazine

Waw magazine

Menu
© Thierry Zeno

CHÂTEAU DE THOZÉE
De meubels redden

  • Patrimoine
  • / Erfgoed
Namur  / Mettet

Door François Colmant

Crowdfunding steunt het Waals patrimonium

Als we het hebben over participatieve financiering, of crowdfunding, dan denken we meestal aan verschillende platforms op internet zoals KissKissBankBank, Kickstarter of Ulule. Die platforms zorgen ervoor dat zoveel mogelijk mensen een (vaak cultureel) project kunnen steunen zodat dat werkelijkheid kan worden. Het kan gaan om een gewone gift, vergelijkbaar met het mecenaat, ofwel om een financiering die een tegenprestatie vereist. In ieder geval laten die systemen toe om een idee te testen bij een groep internetgebruikers. De initiatiefnemer kan onmiddellijk zien of zijn initiatief leefbaar is en kan op de steun van een aantal mensen rekenen. Het verschil met klassieke subsidies, van de overheid of van privébedrijven, is dat deze vorm van financiering deel uitmaakt van een sociale logica waarbij de som van vele bescheiden giften toelaat om een project tot een goed einde te brengen, los van de vaak chaotische grillen van culturele financiering. Natuurlijk zijn de opgehaalde bedragen niet geweldig. De gemiddelde gift schommelt rond 50 euro en de opgehaalde bedragen gaan zelden hoger dan 5.000 euro. Toch raakt deze manier van ondersteuning stilaan ingeburgerd en overstijgt het de louter filantropische reflex (zoals de Amerikaanse site JustGiving) om een aantal sectoren te ondersteunen die geld nodig hebben. In Wallonië werd voor het eerst via deze methode een project gerealiseerd voor de renovatie van erfgoed.

In de buurt van Namen, op een boogscheut van de abdij van Maredsous, dankt het kasteel van Thozée zijn bekendheid aan zijn beroemdste gast, schilder en etser Félicien Rops. Rops heeft veel gereisd, maar dit landhuis raakte en inspireerde hem. Het is ook prominent aanwezig in zijn bijzonder uitgebreide briefwisseling. ‘Je kunt zeggen dat zijn wortels hier lagen en dat deze plaats veel voor hem betekende. Dit huis nieuw leven inblazen, bezoekers toelaten, is een manier om zijn werk, zijn erfenis te vereeuwigen’. Regisseur Thierry Zéno, ook directeur van de Academie voor tekenkunst en visuele kunst in Sint-Jans- Molenbeek, is een hevige bewonderaar van Félicien Rops. Hij heeft twee films aan de man gewijd, maar vooral heel veel tijd. ‘Sinds mijn jeugd ben ik gefascineerd door de weelderigheid en de complexiteit van zijn werk’, voegt hij eraan toe. In 1994 werd op initiatief van zijn kleindochter, Elisabeth Rops, een vzw opgericht: het Fonds Félicien Rops, dat moest waken over het familiale erfgoed. ‘Omdat ze geen kinderen had, was ze heel ongerust over de toekomst van het domein en ze wenste dat het zou dienen als ontmoetingsplaats voor de kunstwereld. We zagen snel in dat het zou kunnen dienen als verblijfplaats voor artiesten, creatieve jongeren, studenten, in een geest van schepping en vrijheid’.

Om die uitdaging tot een goed einde te brengen en het kasteel in zijn glorie te herstellen, heeft de vzw veel inspanningen geleverd, want het gebouw was in heel slechte staat. ‘Elisabeth Rops had de middelen niet meer om het gebouw te onderhouden dat bijna op instorten stond’. Het gebrek aan geld maar vooral de vernieling die de tijd met zich meebrengt zetten de toekomst van het domein op het spel. Het werd alleen gered door de onophoudelijke inzet van de leden van de vzw die koppig bleven aandringen op bescherming van het domein door het Waals Gewest. Daardoor kwam een subsidiebedrag vrij en dat was de redding. De gevels en de daken werden gerestaureerd en de eerste verdieping werd sober ingericht als verblijf voor kunstenaars. ‘Sinds bijna vijftien jaar is hier onophoudelijk gewerkt en is een belangrijk deel van het kasteel opnieuw tot leven gekomen. Maar niet alles is beschermd en dus is er voor bepaalde vleugels en kamers geen subsidie van het Instituut voor het Waals Patrimonium’.

Ontmoetingsplaats

Langzaam maar zeker herstelt Thozée zich en zijn beschermers organiseren hier verschillende activiteiten en tentoonstellingen, zoals Elisabeth Rops dat wou. ‘Er is nog veel werk’, tempert Thierry Zéno toch. ‘We wilden graag de kamers van de gelijkvloerse verdieping restaureren, om er een etsatelier van te maken en er de kunst van Rops te laten voortleven’. De kamers zijn in slechte staat en hebben erg geleden onder de bouwvalligheid en de vochtigheid, die dan ook weer nefast was voor het oude plamuursel en het houtwerk. Vervolgens werden verschillende financieringsmogelijkheden onderzocht en uiteindelijk is er op het platform My Major Company een initiatief gestart in samenwerking met het Instituut voor het Waals patrimonium. Sinds de herfst van 2014 heeft de campagne met enige moeite het bedrag van € 3.000 bijeengekregen dat nodig was voor de inrichting van het atelier. Een avontuur als crowdfunding is immers tijdrovend en moet de hele tijd worden opgevolgd. ‘De campagne heeft drie maanden geduurd, dat is veel en weinig. Je moet ervoor zorgen dat de boodschap goed overkomt en goed wordt begrepen’.

Wat je doet moet inderdaad gebaseerd zijn op een efficiënt communicatieplan en moet vooral aantrekkelijke tegenprestaties leveren. Op die manier voelen de schenkers zich meer betrokken bij het project. Want naast het financiële doel van de campagne is het ook de bedoeling om erkenning te krijgen voor dit beschermde erfgoed en ervoor te zorgen dat − eenmaal het geld binnen − het project blijft duren en aan zichtbaarheid wint. ‘Naast het financiële aspect gaat het ook om een manier om het publiek bewust te maken van de problemen van ons erfgoed. Beschikken over een beschermd goed, betekent dat er ook nog op menselijk vlak moet geïnvesteerd worden. Daar is heel veel vrijwilligerswerk voor nodig. Het is van het grootste belang dat we de verschillende plaatsen en monumenten die deel uitmaken van onze geschiedenis, onze cultuur en onze historische mijlpalen, bewaren, beschermen en onderhouden. Uiteindelijk moeten we verantwoording afleggen voor erfgoed dat niet ons toebehoort, maar de toekomstige generaties!’ Erfgoed dat opgewaardeerd is, zal ook en vooral publiek aantrekken, het plaatselijke leven stimuleren, mee zorgen voor werkgelegenheid en de economische dynamiek van de regio. Het hoofddoel van erfgoedbeheer heeft dus meteen een weerslag op de instandhouding van de plaatselijke economie.

 

informatie

Fonds Félicien Rops ASBL
Rue de Thozée, 12
B-5640 Mettet
+32 (0)71 72 72 62
info@fondsrops.org
www.fondsrops.org

 

ROPS/FABRE - 14.03 › 30.08.2015

Een onuitgegeven ontmoeting tussen twee kunstenaars in hun eigen tijd, twee visies, twee oeuvres. Een postume uitnodiging van Félicien Rops aan Jan Fabre, die hij al mocht verwelkomen in zijn museum in Namen voor een gemeenschappelijke tentoonstelling die deel uitmaakt van het offi ciële programma van Mons 2015. Een onuitgegeven parcours in musea en ook erbuiten laat ons het gewaagde en uitdagende universum van deze twee Belgische kunstenaars ontdekken. Bezoekers kunnen vanaf 14 maart in het Museum Félicien Rops en in het Maison de la Culture de verwevenheid en de parallellen ontdekken tussen het werk van de twee kunstenaars, tussen levenskracht en doodsdrang. Naast die essentiële thema’s besteedt de tentoonstelling ook aandacht aan de plaats en de rol van de kunstenaar in de wereld rondom hem, het verband tussen het geschrevene en het boek, de moderniteit van hun tijd die ze onophoudelijk in twijfel trekken. Beelden vinden – in openlucht - een plaats in de citadel van Namen en in de stad zelf, terwijl in het Théâtre Royal Preparatio Mortis en De macht der theaterlijke dwaasheden, twee stukken van Fabre, worden opgevoerd. Een uitnodiging van de ene cultuurplek aan de andere om aan een gemeenschappelijk project te werken. Een uitnodiging om het verband tussen twee kunstenaars te ontdekken. Het universum van Rops en Fabre, dat mensen tot in lengte van dagen zal verstoren, dooreenschudden, ondervragen… Een uitnodiging om te beminnen, om te haten, om je betrokken te voelen of juist onverschillig.

À lire aussi

Your opinion counts