Waw magazine

Waw magazine

Menu
© FIFF

FIFF is springplank
naar filmprijzen

  • Dossier
Wallonie

Door Christian Sonon

Op vrijdag 27 september start de 28ste editie van het Internationale Filmfestival van Namen (Festival International du Film Francophone of FIFF). Alle schijnwerpers zullen gericht zijn op de nieuwe winnaar van de Gouden Palm in Cannes, La vie d’Adèle. Programmator Nicole Gillet legt ons alvast uit hoe het FIFF de Waalse film mee op de internationale kaart zet.

Zevenentwintig jaar al is Namen het uithangbord voor de diversiteit van de Franstalige film en het bewijs van een culturele identiteit . Zevenentwintig jaar al komen alle makers van Franstalige films afgezakt uit Frankrijk, Zwitserland, Afrika en Quebec om aan de voet van de Citadel te pronken met hun laatste boreling. Hun droom? Een Gouden Bayard in de wacht slepen! Het originele Ros Beiaard (Cheval Bayard in het Frans) is van de hand van Olivier Strebelle en lijkt zo weg te vliegen vanaf de oever van de Maas. Wie weet kunnen zijn miniatuurbroertjes enkele gelukkige filmmakers wel helpen om op hun beurt hun vleugels uit te slaan, over de landsgrenzen heen, op weg naar een nieuw publiek.

Het Internationale Filmfestival van Namen is immers eerst en vooral een groot filmfeest dat zo’n 30.000 kijkers laat kennismaken met bijna 150 films van alle genres (de helft kortfilms en de helft langspeelfilms). Het vormt echter ook het decor voor een uitgebreide markt voor professionals. “Tijdens het festival kunnen zij elkaar ontmoeten en bespreken welke films ze goed vonden”, vertelt programmator Nicole Gillet. “Dat kan elke dag in bistro Cinévox, een aparte ruimte voor professionals, maar vooral tijdens de brunch voor de Belgische producers en de programmatoren van internationale festivals (Locarno, Angers, Karlovy Vary, Cannes of Rotterdam) en tijdens de sessie ‘Oser le cinéma belge’ die we organiseren in de Eldorado. Aan de hand van fragmenten uit nieuwe films kunnen uitbaters, distributeurs, producers en programmatoren daar kennismaken met de ongelooflijke diversiteit van de Belgische producties. Die bijeenkomsten zijn vaak een springplank naar succes. Nadat we de teaser van ‘Tango libre’ van Frédéric Fonteyne getoond hadden in 2011, werd het de openingsfilm van het FIFF in 2012. En de film van Vincent Lannoo, ‘Au nom du fils’, vond een koper in Quebec. Maar het mooiste voorbeeld is het avontuur dat ‘Les Barons’” van Nabil Ben Yadir overkwam. Voor zijn doortocht in Namen in 2009 had de pers deze film compleet links laten liggen. Nadien werd er zoveel over gesproken dat de film een recordaantal kijkers bereikte in België!

Franstalige Belgische films maken ongeveer de helft uit van het FIFF-programma. Volgens Gillet gaat hun succes in stijgende lijn en krijgen ze een steeds breder publiek. “Films uit het zuiden van het land waren altijd al anders, met een heel persoonlijke aanpak, maar het publiek was zich niet bewust van die rijkdom. Ook nu nog maken we vooral auteursfilms, denk maar aan de broers Dardenne, Lafosse, Van Dormael, Hänsel, Lanners, Mariage, Fonteyne… Maar onze films bereiken een steeds internationaler publiek en vallen in de prijzen op festivals. 2013 is weliswaar niet zo’n fantastisch jaar, want in Cannes vertegenwoordigde alleen Yolande Moreau ons met ‘Henri’, een langspeelfilm die geselecteerd werd voor de Quinzaine des Réalisateurs (en die ook in Namen zal spelen, n.v.d.r.), maar ik ben er zeker van dat we volgend jaar opnieuw naar buiten kunnen komen met een aantal mooie producties.”

Voor een nog beter resultaat besloten de organisatoren om lokaal talent een duwtje in de rug te geven. Daarom organiseert het FIFF bij elke editie een workshop voor auteurs en producenten die op het punt staan om de sprong te wagen. “Sommige projecten kunnen wel wat hulp of gewoon meer tijd gebruiken”, legt de programmator uit. “Daarom zijn er verschillende dagen experts aanwezig. Zij kunnen het script analyseren, maar ook tips geven over de casting, de productie… Sinds 2004 heeft die workshop al meer dan 60 projecten geholpen, waarvan een derde het eind van de tunnel haalde en is vertoond in de zalen. ‘Diego Star’, de Belgisch- Quebecse film van Frédérick Pelletier, die we dit jaar uitbrengen, kreeg bijvoorbeeld veel steun op het forum in 2009.”

“Films uit het zuiden van het land waren altijd al anders, met een heel persoonlijke aanpak, maar het publiek was zich niet bewust van die rijkdom. Ook nu nog maken we vooral auteursfilms, maar ze bereiken een steeds internationaler publiek en vallen in de prijzen op festivals.”


Vanuit een soortgelijke bekommernis probeert het FIFF ook de jeugd warm te maken voor film. Voor jongeren tussen 3 en 25 organiseert het festival allerlei educatieve workshops, waarin ze bijleren door en over film. Ook aan de Vlaamse film wordt gedacht. “We laten het publiek graag kennismaken met de Vlaamse cultuur en nemen de troeven van beide kanten van de filmwereld onder de loep. Daarvoor werken we samen met het Filmfestival Oostende, dat begin september plaatsvindt en de Ensors uitreikt – de tegenhanger van de Franstalige Magrittes”, vertelt Gillet. “Er worden verschillende kortfilms en langspeelfilms vertoond in Namen en Franstalige Belgische films aan de kust.”

 

Chronologie

 

 

informatie

Festival International du Film Francophone de Namur (FIFF)
Van 27 september tot 4 oktober 2013
www.fiff.be

À lire aussi

Your opinion counts