Waw magazine

Waw magazine

Menu
© Michael De Plaen

Over de opnames
van “ Jacques a vu ”

  • Dossier
Wallonie

Door Christian Sonon

De film met de Maagd Maria

“Er is een bulldozer mijn tuin aan ’t verwoesten! En de koopovereenkomst is nog niet getekend… Wat? Verkeerde timing!…” Een ontstelde jongeman staat te roepen in zijn gsm. Zijn naam is Brice, hij is net verhuisd naar een klein dorp in de Ardennen en moet opboksen tegen de plannen voor een kolossaal vakantiecentrum. Die ochtend is hij gewekt door een dreigend geronk en hij heeft meteen de burgemeester gebeld voor opheldering. Zijn echtgenote is naast hem komen staan voor het tuinhek. Ook zij is woest. De camera zoemt in op hun gezichten. “Smeerlap!”, roept de vrouw. “Maak dat je wegkomt!”, schreeuwt haar man. “Oké, cut!”

De opnames van Jacques a vu gingen van start op 13 juli. Het is de eerste langspeelfilm van de Naamse Xavier Diskeuve. Aan het avontuur van dertig dagen doen zo’n dertig technici en een vijftig acteurs mee, waaronder Nicolas Buysse en Christelle Cornil, het pas verhuisde koppel, maar ook François Maniquet. De befaamde econoom en winnaar van de Prix Francqui 2010 speelt boer Jacques, die – zoals de titel het zegt – iets gezien heeft. De Maagd Maria nog wel. Een week lang gaat de filmploeg aan de slag in een rustige straat in Wépion. Het huis waarin de opnames doorgaan, is in verval. Xavier ontdekte het toen het nog te koop stond. Ondertussen is het verkocht, maar de nieuwe eigenaar was er nog niet om voor de vrachtwagens en camera’s uit te roepen: “Wat steken jullie hier uit? Ik heb de verkoopovereenkomst al getekend!”

Die maandag is het de warmste dag van het jaar en de medewerkers, die uit alle hoeken van Wallonië komen, gaan een beetje dood bij elke take. Victoria Garnier (Luik), de studioregisseur, rent van de ene naar de andere met crème (voor de zon, uiteraard) en Cathy Tilman (Namen), hoofd van de make-up, veegt het zweet van de voorhoofden. Op het erf stijgt de spanning: de laadschop staat nu oog in oog met de camera. Als daar maar geen brokken van komen... Arnaud Kervyn (Vorst), eerste assistent-regisseur, vraagt om een take over te doen zodat de toeschouwers de indruk krijgen dat de machine echt takken uitrukt. Terwijl director of photography Jean-Paul De Zaeytijd (Zinnik), die met zijn camerawerk voor Les géants al een Magritte wegkaapte, het licht nakijkt, stelt cameraman Damien Chemin (Tourinnes-la- Grosse) aan de kraanbestuurder voor om de laadbak uit te kieperen net voor de lens. Die raadt dat af, want de grote tak zou wel eens naar beneden kunnen glijden, recht in de camera. In twee stappen dan maar.

“We hebben de bulldozer gehuurd bij een bedrijf ”, vertelt Nicolas George, de producent (Les Films du Carré, in Luik). “We hebben ook drie bussen moeten vinden voor de toeristen, een witte auto die als Romeinse taxi kon doorgaan, een oude rammelkar voor het koppel enz.” “Als je niet vindt wat je zoekt op de locatie, moet je improviseren zonder de kosten uit het oog te verliezen”, voegt Bastien Martin eraan toe, productieassistent uit Fosses-la- Ville. Improviseren? Voor de bulldozer bijvoorbeeld trommelde Bastien zijn vader Eddy op, die kraanbestuurder is van beroep. “Ik heb vakantie, dus ik ben gratis komen slopen”, vertelt hij. Wanneer iemand hem vraagt om wat agressiever tewerk te gaan, roept hij terug: “Zeg, er zit daar een gastank in de struiken! Ik heb geen zin om alles hier op te blazen…”

“Ik hoop dat we de Magritte krijgen voor de beste kraanbestuurder!”, fluistert Xavier ons toe. Dan, tegen iedereen: “Kom, we gaan iets eten in de kantine van het basketbalterrein. En deze middag iedereen naar Godinne!” We vragen hem waar hij zijn ploeg naartoe stuurt. “Naar het station.” Maar hij stelt ons gerust: “We filmen daar het vertrek van het koppel naar het Vaticaan…” Nog mooier! Zou de paus ook komen opdagen?

www.jacquesavu.com

 

Op het nippertje de eerste langspeelfilm

“Toen ik jong was, wou ik filmrecensent worden”, vertelt de regisseur. “Maar ik ben journalist geworden, en toen ik Benoît Mariage volgde tijdens opnames met Benoît Poelvoorde dacht ik bij mezelf dat het niet zo moeilijk kon zijn om achter de camera te staan…” Xavier Diskeuve waagt de sprong en verfilmt een van zijn novellen, waarmee hij een Prix Polar van de RTBF won. Tussen 2002 en 2009 maakt hij vier kortfilms. Het productieproces verloopt moeizaam (door problemen met de financiering), maar geeft hem veel voldoening. De Naamse regisseur beslist daarna om een stap verder te gaan met Jacques a vu. Geen film met een boodschap, maar een komedie. Toch wil de regisseur graag aantonen dat met het verdwijnen van kleine winkels en het creëren van de ene verkaveling na de andere, ook de ziel van de Waalse dorpen ‘m smeert’.

Eerste vaststelling: acteurs zijn makkelijker te vinden dan een producer! “François is al langer een vriend, Christelle en Nicolas zijn kameraden geworden. Zij staan klaar bij elk van mijn films. Maar steun vinden voor het schrijven en de productie, dat was niet simpel! De opnames zijn lang uitgesteld. Regisseur Emmanuel Jespers bracht uiteindelijk redding. Hij ging ermee akkoord om de film te produceren met zijn bedrijf Ezechiel 47-9 en Iota Production is er daarna bij gekomen. Ons budget bedraagt zo’n miljoen euro. De film kreeg geen steun van Wallimage, maar ik heb wel steun gekregen voor de productie en verschillende bedrijven hebben een bijdrage geleverd via de tax shelter.”

Tweede vaststelling: ook een droomlocatie ontdekken, gaat niet van een leien dakje. “De productie heeft lang gezocht in Noord-Frankrijk en het Groothertogdom Luxemburg, maar uiteindelijk hebben ze het toch bij Wallonië gehouden. Zo konden we de verplaatsings- en verblijfskosten voor de ploeg beperken. Ik heb maandenlang gezocht naar de geschikte locatie, maar het is niet simpel om plaatsen te vinden rond Namen die voor de Ardennen kunnen doorgaan. Met als gevolg dat alle belangrijke plaatsen verspreid liggen: het huis van Brice ligt in Wépion, de boerderij van neef Jacques in Bothey (Gembloux), de bakkerij in Lesve (Profondeville), de slagerij in Evrehailles (Yvoir), de kerk en het dorpscentrum in Annevoie (Anhée)… Bij onze eerste verkenning met de ploeg, hebben we er met de minibus drie dagen over gedaan om alle sites te bezoeken!” Op de vraag of hij meer geluk had met de Maagd, antwoordt hij: “Die hebben we niet gevonden in de streek, er waren er geen meer!” (lacht)

 

Christelle Cornil, van Ghislain Lambert tot de broers Dardenne

In tegenstelling tot Xavier Diskeuve, François Maniquet en Nicolas Buysse, die alledrie uit Namen komen, is Christelle Cornil afkomstig uit Waals-Brabant, meer bepaald uit Ottignies. “Het is de derde keer dat ik met Xavier werk”, vertelt de jonge vrouw. “Hij was me komen opzoeken op het Internationale Festival van de Franstalige Film in Namen nadat hij me gezien had in ‘Le vélo van Ghislain Lambert’. Ik had het juiste profiel. Eerst heb ik een koppel met François gespeeld in ‘Mon cousin Jacques’ in 2003, daarna heeft hij me opnieuw gebeld voor ‘Révolution’ in 2005 en kijk, hier sta ik terug voor zijn eerste langspeelfilm.” Na haar opleiding aan de conservatoria in Bergen en Brussel heeft Christelle een plaatsje veroverd in de filmwereld. Op haar palmares staan al zo’n twintig langspeelfilms, met o.a. Cow-boy van Benoît Mariage, Soeur Sourire van Stijn Coninx, Illégal van Olivier Masset-Depasse (waarvoor ze een Magritte voor de beste bijrol kreeg) en L’épreuve d’une vie van Nils Tavernier, die ze net heeft afgerond.

“Ik krijg betere rollen in Belgische films dan in Franse films. Zou ik naar Frankrijk moeten trekken?” vraagt de actrice zich af. “Ik weet het niet. Afgelopen zomer was moeilijk, zeker doordat Xaviers film was uitgesteld. Maar dit jaar ziet er beter uit. Na de opnames ga ik naar de set van ‘Deux jours, une nuit’, de nieuwe film van de broers Dardenne, met Marion Cotillard. Een heel andere wereld. Ik hoop dat ik door die film meer bekendheid krijg.”

À lire aussi

Your opinion counts