Waw magazine

Waw magazine

Menu
© Bauer Media
© Olne - Portail du château Chrouet
© Moulin Lafosse
© Robert Henno
© Johan Muyle, B. au bord des lèvres 1992

The place to be Waw !

  • Tourisme

Door Waw

— Twee wandelingen tussen stad en natuur

De Zwarte Ring rond Charleroi

De Zwarte Ring werd uitgestippeld door twee inwoners van Charleroi, Francis Pourcel en Micheline Dufert, en georganiseerd door cheminsdesterrils en de Grote Routepaden. Het is een 23 kilometer lange GR vanuit het centrum van Charleroi naar Marchienne-au-Pont, Monceau-sur-Sambre, Roux-Martinet, Marchienne-Docherie en Dampremy, tussen de Samber en het kanaal Charleroi-Brussel.

De Zwarte Ring verlaat de stad, loopt langs industriële burchten, slingert door een heruitgevonden woud, bezoekt een park in Engelse stijl en beklimt slakkenbergen. Met zijn rebels karakter loopt hij dwars door muren, verkent de resten van een mijnsite, daalt af in de tuinen en op de paden van de buitenwijken, gaat langs oude nijverheidskathedralen, voert de wandelaars door een lugubere tunnel, legt beslag op verlaten terreinen en toont weidse panorama’s vanop slakkenbergen. Een poëtisch en punkachtig traject, dat niets toeristisch heeft, maar de contrasten van een stad in volle verandering toont.

De kaart van het traject is verkrijgbaar bij het Maison du Tourisme, place Charles II 20, in Charleroi
Te downloaden op www.cheminsdesterrils.be.

De site van de 

Namen heeft geen slakkenbergen, maar wel zijn Citadel, een van de grootste van Europa, die boven de stad uitsteekt en zin geeft om ernaar toe te wandelen. Vanaf volgende lente zal men, vanop de place Maurice Servais, met de nu in aanbouw zijnde kabelbaan naar boven kunnen, maar om uit zijn winterse slaperigheid te geraken, is er niets beter dan een flinke klim op de trappen van de Citadel, die beginnen aan de Grognon en uitkomen bij ‘Searching for Utopia’, een beeldhouwwerk van Jan Fabre.

Ter plaatse kan men langs de vele vestingsmuren wandelen en genieten van het uitzicht op de stad, terwijl men langs smalle doorgangen en groene zones het bezoekerscentrum Terra Nova kan bereiken, dat zich in een oude kazerne bevindt en waar heel de geschiedenis van Namen sinds lang vervlogen tijden op interactieve wijze wordt uitgelegd. Om het bezoek af te ronden, kan men een fascinerende duik nemen in het uitgebreide netwerk van ondergrondse gangen, reden waarom Napoleon de Citadel het ‘mierennest van Europa’ noemde !

De wandeling gaat verder tot aan de Esplanade en de Verdure-schouwburg en daalt dan terug naar de stad af langs de Tienne des Biches, een groen wandelpaadje dat aan het Casino uitkomt.

— In de voetsporen van de ‘Ambassadeurs’

 Het kleine erfgoed van Olne kunt u vinden op uw smartphone
 

De Spijkerboom van Sint-Hadelinus.
De Spijkerboom van Sint-Hadelinus. Wanneer je op de boom een stukje stof spijkerde, dat in aanraking was geweest met een pijnlijke tand, zou je van je pijn worden verlost. Naar het schijnt was de pastoor niet gelukkig met dat heidense bijgeloof en had hij liever dat je in de kerk kwam bidden om de pijn tegen te gaan. Door het venster van zijn pastorij kon hij zien wie er stukjes stof aan de boom kwam spijkeren en hij ging die dan aftrekken.


Olne, een kleine gemeente met zowat 4000 inwoners in het Land van Herve, nam een interessant initiatief. Een toepassing die u op uw smartphone kunt downloaden, laat u – op het terrein of virtueel van thuis uit – kennismaken met het kleine plaatselijk erfgoed. Maar wel een heel speciaal erfgoed, aangezien Olne van 1648 tot 1785 een van de weinige gemeenten was die behoorde tot de Verenigde Provincieën (het huidige Nederland). Bijna 140 jaar lang bestonden protestantisme en katholicisme er naast elkaar en deelden onderling soms dezelfde kerk.

Opschriften, beeldennissen, kruisen, wateraftappunten, portieken, merkwaardige bomen … dat zijn allemaal kostbare getuigen van de geschiedenis van het dorp, van het leven, de gewoonten en het bijgeloof van de inwoners”, legt Reiner Kaivers uit. “Vier jaar geleden begon de plaatselijke Commissie voor Landelijke Ontwikkeling, waarvan ik een van de bezielers ben, een inventaris op te stellen van ongeveer 350 voorwerpen die tot het kleine plaatselijk erfgoed behoren, om die tot hun recht te doen komen. Die lijst, met foto’s en anekdotes, vindt u op de site olne.petit-patrimoine.be en u kunt er opzoekingen doen op naam, adres of gehucht. Vervolgens hebben we een didactische tentoonstelling georganiseerd en deze zomer kwam er een ‘izi.TRAVEL’-toepassing uit, met een audiogids in vier talen.

Let wel : dit instructief instrument is aangesloten op de ‘Beaux Villages’-toepassing waardoor u reeds kennis kon maken met Olne als één van de tachtig ‘Mooiste Dorpen van Wallonië’.

De Lafosse-molen te Manhay


Die watermolen is bijna honderd jaar oud en draait toch nog steeds ! Dankzij de vzw Aisnagué, kwam er weer leven in de oude Lafosse-molen van Manhay, die aan het begin van de jaren zestig buiten dienst werd gesteld. Sinds iets meer dan vier jaar hoor je er elke vrijdag weer het geluid van het wiel en het tiktakken van de bak die de kaar onvermoeibaar ledigt. Meer nog : sinds de lockdown heeft men moeten voorzien in een tweede werkdag om te kunnen voldoen aan de explosie van de vraag naar plaatselijk meel.

Het was in 2014 dat de vzw de molen begon te restaureren. Eerst moest ze het gebouw kopen en dan een nieuw wiel ontwerpen en bouwen, een molensteen op gang brengen en de waterloop heraanleggen om het water uit de Aisne te halen. Dat alles werd betaald door verscheidene fondsen van de Provincie en het Waals Gewest, alsook door participatieve financiering.

Vandaag heeft de door waterkracht aangedreven molen zijn voorouderlijke activiteiten hervat. Olivier Meessen, de drijvende kracht achter heel het project, doet dienst als molenaar. Hij maalt er graan (tarwe, spelt …) om bloem te maken en perst er oliehoudende planten uit (noten, vlasdodder, hennep, koolzaad … ).

VVincent Dandoit, ijzerbewerker te Yvoir

Het is het verhaal van een late roeping. Vincent Dandoit studeerde voor industrieel ingenieur. In 2000 (toen hij 29 jaar was), verliest hij zijn werk door gezondheidsproblemen. In 2007 ontmoet hij Catherine en volgt een opleiding tot hulpverpleegkundige, maar het heilig vuur slaat niet aan. Het is echter in 2011, aan het einde van een eerste opleiding ambachtelijke ijzerbewerking in de buurt van Charleroi, dat hij beseft dat hij gemaakt is om te werken met ijzer en ook met steen.

In het Centrum voor Erfgoedberoepen van de Paix-Dieu, in Amay, heb ik toen opleidingen voor oud metselwerk en zonder mortel opgestapelde breuksteen gevolgd. In het Steencentrum van Zinnik leerde ik ook steen hakken en oude betegeling restaureren. In 2013 heb ik me als zelfstandige gevestigd. Sindsdien voer ik plaatselijke opdrachten uit. Ik maak klein ijzerwerk zoals deuren, leuningen, uithangborden, maar doe ook metselen betegelingswerk. Hoewel ik mijn eigen klantenkring heb, werk ik soms samen met teams van ambachtslieden. Zo heb ik meegewerkt aan de restauratie van de muren van het kasteel van Evrehailles en van dat van Poilvache.

Omdat hij zijn kennis met anderen wil delen, legt Vincent in zijn tuin in Evrehailles de laatste hand aan een caravan “We willen gasten ontvangen om hun ontdekkingsworkshops aan te bieden : voor het smeden van ijzer en het etsen in steen, maar ook om een insectenhotel te maken en om zuurdesembrood te bakken.

Robert Henno, dierencineast in Seneffe

Hij is een van de beste ambassadeurs van Seneffe en vooral van de fauna ervan, want Robert Henno is dierenfotograaf en cineast. Dankzij de kwaliteit van zijn werk, werd hij jurylid van het ‘Festival International Nature Namur’ (FINN), waar hij enkele van zijn films toonde. Eén daarvan is Il était une fois, un vieux canal, een documentaire die diverse malen werd bekroond in Canada, de USA en India.

Het gaat om een stuk van zeventien kilometer van het oude kanaal Brussel-Charleroi, van Ronquières tot Seneffe”, vertelt deze zeventigjarige handelsingenieur, die de fauna er achttien maanden observeerde. “De natuur is er weer tot haar recht gekomen sinds de aanleg van een kanaal voor boten van 1350 ton. Nu is er grote biodiversiteit. Naast de vele soorten watervogels zoals eenden en reigers, vind je er een grote populatie ringslangen. En dan zijn er de trekvogels. Zo is het kanaal een van de zomerse bestemmingen geworden van de futen en de dodaars.

De steenuil


© Robert Henno

Maar Robert Henno is zelf een mooi voorbeeld van een trekvogel. Hij werd geboren in Doornik maar komt uit Brussel, waar hij zich met zijn gezin gevestigd had, lang vóór hij met zijn camera’s ging rondzeulen in verscheidene delen van Europa en Afrika. Heeft hij zich te Seneffe gevestigd om meer warmte te vinden ? “Ik ben naar hier gekomen om kennis te maken met de vereniging Noctua, die de steenuil of Athena-uil wil bestuderen en beschermen. Ik heb zeker veel uilen van die soort ontmoet en gefilmd in Seneffe, in de buurt van met knotwilgen omzoomde weiden, maar ik heb er ook een prachtig liefdesnestje gevonden”, antwoordt met een glimlach degene die zich op slechts enkele vleugelslagen van het kasteel van Seneffe heeft willen vestigen.

Vandaag heeft Robert Henno een nieuw voorwerp voor zijn brandende harsttocht gevonden : samen met de onderzeefotograaf Jean-Christophe Grignard is hij begonnen met het maken en producen van vijf documentaire films die gewijd zijn aan … het wilde Wallonië. “Wij willen de rijkdom en de schoonheid tonen van de biodiversiteit die men aantreft in het zuiden van het land. Veel diersoorten, zoals de blauwe reiger, de slechtvalk en de bever, waarvan in onze kindertijd de verdwijning werd vastgesteld, zijn vandaag teruggekomen. Waarom kwamen er ook geen andere ? We willen een boodschap van hoop brengen”, zegt de filmmaker.

— Ongelooflijk !

Twee tentoonstellingen in het Grand-Hornu

Plant Fever Naar een plantgericht design (tot 14 februari)


© Tim van de Velde

Plant Fever is een door het CID (Centrum voor Innovatie en Design van Grand Hornu) aangeboden tentoonstelling over het verborgen potentieel van planten.
Eeuwenlang heeft onze diepe vervreemding van de natuur ons verhinderd de planten te ‘zien’ en ze te beschouwen als méér dan gewone hulpmiddelen of siervoorwerpen. Vandaag zijn er veel designers, wetenschappers en ingenieurs die beginnen te denken dat planten mogelijke bondgenoten zijn, die ons kunnen helpen om het hoofd te bieden aan de huidige problemen inzake het milieu en op sociaal gebied. Plant Fever ziet de toekomst van het design niet langer vanuit een op de mens maar op de planten gericht standpunt. Dankzij een vijftigtal voorwerpen, gaande van het design van in de mode zijnde producten, over open source voorzieningen en voorwerpen die een combinatie vormen van planten en nieuwe technologieën, zullen we begrippen zoals plant blindness, biomimicry en waardevolle recycling, eco-feminisme en post-kolonialisme kunnen verkennen.
Plant Fever is opgevat als een militante tentoonstelling en neemt standpunten in, stelt vragen en gaat een positieve en constructieve dialoog aan met het publiek.

www.cid-grand-hornu.be

No Room for Regrets Johan Muyle (tot 18 april)


Johan Muyle, B. au bord des lèvres 1992

Het Mac’s, het Museum voor Hedendaagse Kunst van Grand-Hornu, organiseert een retrospectieve tentoonstelling van de Belgische kunstenaar Johan Muyle, No Room for Regrets.
Johan Muyle wordt beschouwd als een van de belangrijkste hedendaagse kunstenaars van zijn generatie. Hij werd in 1956 geboren in Montignies-sur-Sambre en is sinds de jaren 1980 actief op de internationale scene. Zijn werk bestaat hoofdzakelijk uit beeldhouwwerk op basis van assemblages van uiteenlopende voorwerpen. Met behulp van zijn grote installaties, waarin hij een beroep doet op volkskunst, werpt Johan Muyle een kritische en poëtische blik op de wereld rondom hem. Het lot van de mens, de oorlog in Irak, het beleid van Donald Trump, de radicalisering van de godsdiensten en het gebrek aan vrijheid in onze huidige samenleving ontsnappen niet aan zijn scherpe waarneming en vormen vanaf 2004 het uitgangspunt van talrijke werken.

www.mac-s.be

À lire aussi

Your opinion counts