Waw magazine

Waw magazine

Menu
© Caspian Tradition
© tabaksdrogerijen
© Annie Collignon
© Aurélie Moreau
© Kamers en hutten in Froidchapelle
© Rae Bei-Han Kuo
© europaexpo

The place to be waw !

  • Tourisme

Door Waw

— In de voetsporen van de ‘Ambassadeurs’

Uitstekende kaviaar in Waterloo

Het was in 1995 dat Arya en Ahmad Razavi de firma Caspian Tradition hebben opgericht, die gevestigd is te Waterloo en die een vijftiental, bij viskwekerijen van overal ter wereld zorgvuldig geselecteerde, kaviaarsoorten importeert en dan uitvoert naar andere continenten, maar hoofdzakelijk naar de lidstaten van de Europese Unie. Beide jonge Iraniërs kwamen studeren in Brussel – zeerecht voor hem en informatica voor haar. Na hun studies besloten ze in België te blijven en in de kaviaarhandel te stappen, een sector waarvan ze meer dan een basiskennis hadden, aangezien de familie van Ahmad daarin al meer dan 40 jaar gespecialiseerd is ! Bovendien konden ze dankzij hun Iraanse afkomst de nodige contacten leggen in de zeer beperkte kring van kaviaarhandelaars en kwekers.

We werken met deskundigen die, net zoals mijn echtgenoot, persoonlijk viskwekerijen over heel de wereld gaan bezoeken om daar onze kaviaar te kiezen”, legt Arya uit. “De Imperial Gold komt bijvoorbeeld van steuren die worden gekweekt in Chinees-Russische vijvers, terwijl de Oscietra uit China, Uruguay of Italië komt en de Baeri uit Duitsland, Italië, Finland, Frankrijk en … België. Hij komt van riviersteuren die heel goed in gevangenschap kunnen leven op eender welke breedtegraad.

Een ultramodern laboratorium

In Waterloo komt de gekozen kaviaar aan in dozen van 1,8 kg. Volgens de wens van de klant wordt hij dan in kleine doosjes gedaan – wat snel en nauwkeurig moet gebeuren, omdat kaviaar niet goed tegen open lucht kan – die dan worden opgeslagen in koelkasten en vervolgens worden verpakt. Allemaal bewerkingen die worden uitgevoerd in een modern laboratorium (met veel sassen, dubbeldeurige koelkasten, werkruimten en koelkamers waarin het drie graden vriest …) en die de strengste Europese hygiënische regels in acht nemen. Ook het leveren gebeurt met dezelfde voorzorgen.

Hoewel kaviaar een luxeproduct is, onderging de prijs ervan toch een flinke daling sinds 2009 en het verbod op wildvissen”, benadrukt Arya. “Vandaag schommelt de prijs van de meest van onze soorten tussen 1000 en 2000 euro per kilogram.

Caspian Tradition, dat in 2012 het Brusselse ‘Maison du Caviar’ overnam, verkoopt bovendien zalm en foreleitjes en andere lekkernijen zoals ganzenlever, gerookte zalm en steur, truffels enz.

Semois-tabak is een echt streekproduct

“Semois-tabak. Sigaretten - Sigaren - Cigarillo’s”. In Bohan, een mooi dorp in de gemeente Vresse, waar de Semois prachtige meanders in het dal vormt, laat het uithangbord aan het huis van Xavier Martin aan de bezoekers langs de brug over de rivier komen, weten dat de traditie van de tabakkwekers nog steeds levend is. De verdienste van deze achterkleinzoon van tabakplanters, van wie het huis in 1886 werd opgericht, is verre van gering, aangezien het beroep in de loop der jaren sterk achteruit is gegaan. Vroeger telde de vallei van de Beneden-Semois immers verscheidene kwekers in elk dorp. De tabak van de Semois is immers een echt streekproduct, waarvan de kwaliteit al vlug werd erkend. Hij heeft een heel bijzonder aroma, dat te danken is aan de aard van de bodem, de klimaatomstandigheden en, vooral, aan de mist in het dal. In 1951 strekte de tabakskweek zich uit over ongeveer 575 hectare en omvatte meer dan 12.000.000 planten, die goed waren voor ongeveer 1000 ton droge tabak. Het overgrote deel van die productie was het werk van een vijftigtal plaatselijke kleine planters-fabrikanten. Daarvan getuigen, zowel te Vresse-sur-Semois als in de omliggende dorpen, de vele tabaksdrogerijen, die nu deel uitmaken van het landschap en van het erfgoed.

Tegenwoordig zijn er in de vallei nog maar enkele zeldzame huizen die zich bezighouden met het ambachtelijk kweken en produceren van Semois-tabak. Voor het voortzetten van die activiteit kan de familie Martin steunen op de vakkennis van vier generaties van tabaksplanters. Tabak wordt in het begin van april in verscheidene lagen gezaaid en vervolgens in de maand mei in volle grond verpoot om in september te worden geoogst en daarna door de lucht gedroogd te worden in loodsen. Aan het einde van het jaar worden de bladeren losgemaakt van de stengels, volgens zeer strikte regels gesorteerd en dan in bundels en later in bossen bijeengevoegd. Daarna begint de eigenlijke tabaksproductie, die volledig manueel verloopt. De bossen worden bevochtigd, waarna de bladeren machinaal in een hakmolen op de gewenste dikte worden versneden. Dan wordt de tabak gebrand – de houtgestookte roostmachine dateert van 1886 ! – opdat hij zijn aroma zou kunnen ontwikkelen. Vervolgens wordt de tabak afgekoeld en getrild om de onzuiverheden eruit te verwijderen. Ten slotte laat men hem vierentwintig uur ademen vooraleer hij wordt verpakt. Drie jaar later komt men de tabak opnieuw tegen in pijpen of in de vorm van sigaretten, sigaren en cigarillo’s. Een heerlijk moment voor kenners !

Bonsais in Welkenraedt

Het eerste wat ik elke ochtend doe, is mijn venster openen en naar mijn tuin kijken. Dat uitzicht maakt me gelukkig. In een tijd waar men overal ter wereld nog enkel over geld praat, is dat een eenvoudig en natuurlijk genoegen !

Wat Francis Kessels zo gelukkig maakt in zijn huis te Welkenraedt, is hetzelfde dat hem ook met trots vervult : een uitzonderlijke verzameling van meer dan 300 bonsais in een acht are grote tuin die helemaal is aangelegd en versierd op Japanse wijze, met een tori (een traditionele Japanse portiek), een kleine tempel die door Boeddhabeeldjes wordt bewaakt, een waterpartij waarin vissen leven en die overdekt is door een beschutting van rood hout, amfora’s, namaakrotsen, stenen figuurtjes en draken …

Ik heb altijd zielsveel van de natuur gehouden”, zegt deze 77-jarige gewezen NMBS-medewerker. “Toen ik er nu al bijna 40 jaar geleden mee begon, zei ik bij mezelf dat, als ik een eik zou planten, die beetje bij beetje heel de oppervlakte in beslag zou nemen, maar dat, als ik er bonsais zou kweken, ik elke dag veel verschillende soorten van die miniatuurboompjes zou kunnen bekijken. Tegenwoordig weet ik niet meer hoeveel variëteiten ik ervan heb : beuken, berken, appelboompjes, kerselaars, jeneverboompjes, dennen … Mijn echtgenote en ik kunnen ze bewonderen en op hun tempo leven volgens de vier jaargetijden. Maar die bonsais hebben heel veel verzorging nodig. Ze moeten een geschikte voedingsbodem hebben en een goede blootstelling. De takken en de wortels moeten heel nauwkeurig worden gesnoeid. Ze moeten ook zorgvuldig worden opgebonden om ze in de juiste richting te doen groeien en ze een esthetisch uitzicht te geven. Ten slotte moet je erop letten dat je ze op het juiste moment verpot.

Francis Kessels maakt er geen geheim van dat hij elke dag acht uur bezig is met zijn boompjes. En soms neemt hij de tijd om de kunst van het bonsaikweken uit te leggen aan liefhebbers die soms van ver komen om van zijn kennis te profiteren.

EEN BONSAI VAN HAAGBEUK

Er was eens een haagbeuk die met de zijnen in het woud leefde. Enkele houthakkers besloten op een dag dat ze hem zouden afzagen om er brandhout van te maken. Daarmee zou de kous af zijn, ware het niet dat een bonzaika tijdens zijn wandeling een stronk vond, die wanhopig loten probeerde te maken. “Die boom verdient een nieuwe kans”, dacht hij en begon twee dagen lang een sleuf te graven om de beschadigde boom te bevrijden en mee naar huis te nemen. Hij sneed de grote wortels af en behield de kleine, alsook een beperkt aantal loten. Hij zette hem ten slotte in een pot, in de hoop dat hij terug zin in het leven zou krijgen. Het wachten duurde lang, maar uiteindelijk schoot er een takje omhoog, dan een tweede en nog een derde. De man kreeg er de tranen van in de ogen. Hij sneed de stronk bij om een harmonisch geheel te maken en bleef elke dag over de gezondheid ervan waken. Uiteindelijk weten we niet of de bonsai dan wel de man het gelukkigst is. Maar ze zijn zeker onafscheidelijk geworden !

 
De glasramen van Aurélie en de Keltenwandeling in Libramont

Te Nimbermont, in de gemeente Libramont-Chevigny, heeft Aurélie Moreau haar atelier ondergebracht in een vroegere school. Een goed idee want ze had niet alleen ruimte nodig, maar ook licht. Aurélie ontwerpt en maakt immers ambachtelijke glasramen. Ze tekent, fabriceert en plaats ramen. Figuratieve of abstracte, heel kleurrijke of discrete, met voegen van koper of van lood, afhankelijk van de vraag. Ze maakt ook verlichtingstoestellen en diervoorwerpen van glas. Bovendien biedt ze kleine reeksen ambachtelijke ‘fantasie’-juwelen van gesmolten glas aan. Ze werkt bovendien samen met andere beroepen (schrijnwerkers, kunstsmeden, binnenhuisarchitecten, beeldhouwers en designers), bij wie ze haar expertise inbrengt. Ten slotte organiseert ze één of twee keer per jaar een beginnerstage van twee dagen en – op aanvraag – atelierbezoeken voor groepen.

Maar er zijn niet enkel de glasramen. Wie in het bos van Bonance gaat wandelen, zal haar ‘signatuur’ terugvinden in de tekeningetjes op de didactische panelen die zich langs de Keltenwandeling bevinden. Die zijn de vrucht van een mooie samenwerking tussen het Keltenmuseum (dat tot in 2021 wordt gerenoveerd) en het team van de Toeristische Dienst. Dat bebakend traject (van 2,9 km lang) brengt onze Keltische afstamming en onze plaatselijke natuurlijke hulpmiddelen onder de aandacht.

Kamers en hutten in de natuur in Froidchapelle

Twee gastenkamers, met de mooie namen ‘Romance’ en ‘Poésie’, alsook een hut (voor een gezin met één of twee kinderen) en een woonwagen (voor een gezin met één kind), beide voorzien van een chemisch toilet en een zonnedouche, vormen het duurzame concept dat Vincent et Michèle Trigaux-Olivier in Froidchapelle aanbieden aan natuurliefhebbers. Die onderkomens liggen halverwege tussen de Meren van l’Eau d’Heure en de streek van Chimay, een ideale plaats, zowel voor sportbeoefenaars als voor toeristen die op ontdekkingen uit zijn en voor gastronomen. Ze zijn bovendien gelegen in een melkboerderij met twintig hectare weiden langs het bos van Walestru. Vincent produceert melk die meer bepaald bestemd is voor het maken van Chimay-kaas, terwijl Michèle aan het fornuis staat. Ze doet niets liever dan haar gasten de producten van haar biologische tuin en de streekgastronomie te laten proeven, zoals de yoghurts en de kazen, maar ook het brood, de confituren, de honing uit de streek, de dagverse biologische eieren en de verse fruitsappen. Als kers op de taart kunnen de huurders van de ‘Escapade’ in Walestru beschikken over een moestuin – met dwerggeiten en kippen – waarin ze bij mooi weer kunnen ontbijten, maar ook over een leestuin met fontein en een wintertuin met bar en salonhoek. En als ze iets voelen voor keramiek, dan kunnen ze het atelier van Michèle boeken om die activiteit eens uit te proberen.

— Verbluffend!

Au Grand-Hornu

« SERIAL EATER », food design stories (tot 29 november)

 
La grande épicerie – réinterprétation du mille-feuille, 2004 © Marc Bretillot

In het Innovatie en Designcentrum van de Grand Hornu legt de tentoonstelling Serial Eater dertig jaar experimenten en overwegingen bloot over het ‘voedselvoorwerp’. Sinds het ontstaan ervan in de jaren 1990 tot op vandaag, zal het bestuderen van food design ons begrip bijbrengen over de evolutie van onze consumptiegewoontes en onze bewustwording ten aanzien van het food system.

Zorgen over onze gezondheid, over de voedselveiligheid en over de herkomst van ons voedsel hebben ons dagelijks leven grondig veranderd. Toch dient de mens het hoofddoel van de food design te blijven. Zijn gedrag, eetgewoontes, taboes en smaak liggen aan de basis van dat onderzoek. Met een soms angstwekkende aanpak van de voedseltoekomst, bieden een veertigtal food designers hun antwoorden op de vragen van de eter uit de 21e eeuw : wat voor een soort verbruikers zijn wij, hoe moeten we onze impact op het huidige schema beoordelen en wat zullen we op ons bord aanvaarden ?

Ze geven ook een ludiekere kijk op onze verhouding tot voedsel maar tegelijk vergeten ze er het voornaamste doel niet van : onze maag vullen en onze ogen en geest behagen.

www.mac-s.be

‘Toetanchamon’ in Luik

De tentoonstelling wordt verlengd tot 30 augustus

Covid-19 heeft de vergeten oude farao er niet onder gekregen ! De sinds half maart ontoegankelijke Toetanchamon-tentoonstelling wordt vanaf 18 mei opnieuw op de sporen gezet in het treinstation van Luik-Guillemins.

We herinneren u eraan (zie WAW nr. 48 van deze lente) dat die door Europa Expo opgebouwde tentoonstelling de meest ambitieuze is, die ooit in België aan Toetanchamon werd gewijd ! Ze bevat veel voorwerpen die in Egypte werden gemaakt door de Supreme Council of Antiquities Replica Production Unit en de verschillende reconstructies bieden de bezoekers uitzonderlijke magische momenten aan. Er werd geen enkel detail verwaarloosd, gaande van de producten die voor de muurschilderingen van het graf werden gebruikt, over de manieren waarop men 33 eeuwen geleden in Egypte schreef, tot de schimmels op de muren van de grafkamer. Maar wat de Luikse tentoonstelling zo origineel maakt, is dat ze de bezoekers in de voetsporen van ontdekkingsreiziger Howard Carter laat stappen en hun deelgenoot maakt van zijn hoop, zijn twijfels en ten slotte van zijn verrukking toen hij plots de door iedereen vruchteloos gezochte graftombe ontdekte …

www.europaexpo.be

À lire aussi

Your opinion counts