Waw magazine

Waw magazine

Menu
© Alain Voisot

De kerkschat
van de priorij van Oignies

  • Dossier
Wallonie  / Namen

Door Alain Voisot

Hugo d’Oignies en Jacques de Vitry hebben kostbare sporen nagelaten

In 1187 vestigen vier broers en hun moeder-weduwe zich in Oignies. Dit gehucht aan de oever van de Samber in de buurt van Tamines, Henegouwen, heeft een gebouw annex oude kapel gewijd aan de heilige Nicolaas. De familie heeft er een priorij gesticht. Van de vier broers zijn er drie priester: Gilles, Robert en Jean. De vierde broer, Hugo, is een edelsmid die de geschiedenis van het Waalse patrimonium zal bepalen. De familie leeft volgens de regel van Sint- Augustinus en werkt rond Hugo. Het atelier trekt leerlingen aan die in contact willen komen met de meester. De meeste werken worden in de priorij zelf vervaardigd. Hugo is zowel edelsmid als schriftgeleerde en miniaturist. Hij heeft verschillende van zijn werken gesigneerd en heeft op sommige zelfs een zelfportret aangebracht. Maar zoals in alle ondernemingen geldt dat je alleen geen grootse zaken kunt verrichten. In 1207 komt Maria van Nijvel aan in Oignies en integreert zich in de kleine gemeenschap. Maria is een goede kennis van Jacques de Vitry, een Parijse theoloog die in 1216 bisschop wordt benoemd van Saint-Jean d’Acre in het Heilige Land. Tien jaar later zal hij bisschop worden gewijd van Tusculum, zo’n twintig kilometer ten zuidoosten van Rome. Hij zal van zijn positie gebruikmaken om tijdens de vijfde en zesde kruistochten relieken, edelgesteenten en andere rijkdommen naar de priorij van Oignies te sturen. Die giften, afkomstig van plunderingen in het Heilige Land, stellen Hugo in staat luxueuze reliekhouders te vervaardigen.

In 1240 sterft Jacques de Vitry. Hij laat de inhoud van zijn privékapel na aan de priorij van Oignies. Zijn bisschopsstaf, mijters, bisschopsringen en draagbaar altaar vervoegen de werken van Hugo d’Oignies. Samen vormen ze vandaag een van de zeven wonderen van België. Tijdens de branden van de Franse Revolutie metselt de laatste prior de schat in een boerderij in Falisolle in. In 1818 wordt die weer tevoorschijn gehaald en aan de zustergemeenschap van Onze-Lieve- Vrouw in Namen toevertrouwd. In 1939 wordt de schat wegens de oorlogsdreiging opnieuw verstopt en ontsnapt hij nipt aan de vernietiging van het klooster. Na de heropbouw van de gebouwen werd de schat van Hugo d’Oignies er tentoongesteld.

Hugo d’Oignies gaf de voorkeur aan het soberdere niëllo dat de bewerking van het metaal tot haar recht laat komen, boven het in zijn tijd hooggewaardeerde sublieme en kleurrijke emailwerk. Hij gaat tot het uiterste met het filigraan, zodat het loskomt van de achtergrond en zijn werken nog meer reliëf krijgen. Op het filigraan soldeert hij een massa kleine pareltjes waardoor het materiaal gaat stralen. Door solderen en snijden voegt hij minuscule wijnranken of bladwerk toe. Elke centimeter is een juweeltje, een prestatie die waardering verdient gezien de technische mogelijkheden van die tijd.

 

informatie

Hôtel de Gaiffier d’Hestroy
Rue de Fer, 24
B-5000 Namur
musee.arts.anciens@province.namur.be

 

Lekker eten

Cuisinémoi
Rue Notre-Dame 44 - B-5000 Namur
Parfums de cuisine
Rue Bailly 10 - B-5000 Namur

 

Verborgen schatten of ‘geklasseerde’ schatten?

Jacques Toussaint, hoofdconservator van de musea in de provincie Namen (1), verbaast zich erover dat we het patrimonium van middeleeuwse Maaslandse edelsmeedkunst dat we onder de aandacht brengen als ‘verborgen’ beschouwen terwijl het ‘geklasseerd’ (beschermd) is. ‘Verborgen’ omdat er sinds de grote tentoonstelling ‘Rijn en Maas’ van 1972 geen enkel ander initiatief de waarde heeft benadrukt van dit patrimonium dat weliswaar beschermd is, maar ook natuurlijk verspreid over een as van meer dan tweehonderd kilometer tussen Aken, Maastricht, Luik en Doornik. Verborgen dus wegens die verspreiding… en laat WAW nu zorgen voor een coherente en alomvattende routebeschrijving die een cultureel traject opwaardeert dat een groot deel van Wallonië bestrijkt. Toerisme en cultuur, een combinatie die vaak wordt genoemd, maar veel te weinig in de praktijk wordt gebracht, ook door reizigers. Er valt zo veel te (laten) ontdekken! !

(1) En tevens voorzitter van de adviserende commissie voor het roerend cultureel erfgoed van de Franse Gemeenschap van België

À lire aussi

Your opinion counts