Waw magazine

Waw magazine

Menu
© J.P. Remy

Het kasteel van Attre,
een familiejuweel

  • Patrimoine
  • / Notre histoire
Hainaut  / Attre

Door Marie-Marthe Angelroth

In het hart van het Pays Vert waakt de familie de Meester over een stuk erfgoed dat we echt als een schat mogen beschouwen. Strengheid en respect voor de voorouders gaan hier samen met zin voor ontdekking en toegankelijkheid voor het publiek.

Waar nu het kasteel van Attre staat, werd in de middeleeuwen een verdedigingsslot gebouwd, vanwege de oorlogen en voortdurende invasies. Toen de tijden beter en rustiger werden, was het oude gebouw niet meer aangepast. Door de nieuwe industriële en commerciële bloei wilden de mensen genieten van een gemakkelijker en weelderiger leven. Daarom besloot François- Philippe Franeau d’Hyon, graaf van Gomegnies, in 1752 het pand te slopen en er een lustslot te bouwen. Sinds meer dan 250 jaar en nu nog altijd wordt het kasteel bewoond door zijn nazaten, die met volle overtuiging waken over de goede staat ervan.

Tijdens de rondleiding zult u verrast worden door de schoonheid en verfijning van de verschillende salons, die elk een welbepaalde functie hebben. Aan weerszijden van de toegang tot het kasteel staan hoge zuilen in roze marmer, afgestaan door de abdij van Cambron, niet ver van hier. Links en rechts van de Franse tuin bevinden zich de twee koetshuizen, waar de paardenrijtuigen werden ondergebracht. Eén daarvan werd onlangs gerestaureerd volgens de regels van de toenmalige kunst en architectuur. Zodra de financiën het toelaten, zal ook het tweede in ere worden hersteld.

Kom binnen!

De bezoeker wordt ontvangen zoals de genodigden destijds. Via het centrale bordes, dat geflankeerd wordt door twee sfinxen, kom je in de brede vestibule, waarvan de grote, nog gesloten deur uitkomt op de verschillende salons. Nog steeds in de hal, in een van de hoeken, verbergt een kromgetrokken dubbele deur een kapel die bestemd was voor de genodigden maar op processie- en kruisdagen ook voor de dorpelingen. Boven het altaar waken twee “putti” (naakte engeltjes) van beeldhouwer Jérôme Duquesnoy… die ook ons Manneken Pis maakte. Achter een deur aan de rechterkant gaat de praalhal schuil. Een reusachtig trappenhuis, in een subtiel gemengde stijl van rococo en neoklassiek die zeer in de mode was in de jaren 1710 -1750, leidt naar de verdieping. Het trappenhuis doet dienst als galerij met portretten van vermaarde voorouders. Onder de trap staat een vitrinekast waarin een zeer mooie collectie waterwild en opgezette exotische vogels uitgestald is. Achter een authentieke draagstoel, op houten, gouden en zilveren steunen, rusten enkele oude flessen in gekleurd geblazen glas die gered werden uit de bronnen van Spa.

De salons

Er zijn er vier en elke salon dient voor een andere activiteit. In de eerste, de muzieksalon, werden genodigden allicht ontvangen tijdens concerten. Door de fraai bewerkte eiken parketvloer en de afgeronde hoeken heeft het vertrek een opmerkelijke akoestiek. Qua decoratie valt vooral de zin voor detail te waarderen: schoorsteenmantels in marmer uit Entre-Sambre et Meuse, meubiair dat past bij de muurdecoratie, het plafond gemaakt door stucwerkers uit Noord- Italië, guirlandes met vrolijke vogeltjes. Door de hoge vensters stroomt het licht rijkelijk binnen en zie je de Engelse tuinen en het park, waar een zijtak van de Dender doorheen loopt.

De salon van de aartshertogen dan is gewijd aan de voorouders van de eigenaars, die het kasteel hebben gesticht. Hier vind je borstbeelden en schilderijen te hunner ere. En, iets bijzonders wat de aandacht van de bezoekers verdient: de stroken bedrukt behangpapier met een ondergrond geweven uit vlas die met een plank bedrukt zijn en met de korte kant tegen elkaar geplaatst zodat de motieven overeenkomen. Dicht bij de schouw prijkt een “duchesse brisée”, een soort tweedelige luie stoel in Lodewijk XV-stijl. Doorniks porselein herinnert ons aan het vaatwerk dat destijds in het kasteel werd gebruikt tijdens diners.

De mode van het exotisme, zeer populair in de 18de eeuw, komt tot uitdrukking in de Chinese salon. De wanden en muren zijn versierd met zeldzaam verfijnde zijden stoffen die met zilver zijn afgewerkt en bedrukt met bloemen en vogels. Het meubilair past bij het geheel. Een grappig detail: aan weerszijden van de schoorsteenmantel hangen koorden waarmee je het personeel in de kelderkeuken kon roepen.

De wintersalon is intiemer en wordt nog altijd door de familie de Meester gebruikt voor feestelijke bijeenkomsten. Naast deze salon ligt de kamer van aartshertogin Maria Christina, landvoogdes van de Nederlanden en zus van Jozef II. Hier rustte ze en ontving ze privébezoek. Nog wat verder ligt het zogenaamde boudoir, een kamertje met een laag plafond dat dienstdeed als rustig plekje om te lezen. Op de vensterbank, onder beschuttend glas, ligt een collectie rammelaars en bijtstokjes. Deze zeldzame voorwerpen zijn gemaakt van bewerkt zilver, met handvatten van bergkristal, koraal of paarlemoer.

Het familiekasteel mag dan een bezoek waard zijn, het park werd door het Waalse Gewest erkend als uitzonderlijk erfgoed en het brengt de geïnteresseerde wandelaar vast in vervoering. Je hebt er niet alleen de zeldzame boomsoorten langs de wandelpaden; er valt ook van alles te ontdekken om je over te verbazen.


Het park en de tuinen

Het familiekasteel mag dan een bezoek waard zijn, het park werd door het Waalse Gewest erkend als uitzonderlijk erfgoed en het brengt de geïnteresseerde wandelaar vast in vervoering. Je hebt er niet alleen de zeldzame boomsoorten langs de wandelpaden; er valt ook van alles te ontdekken om je over te verbazen. Je komt er via een onverhard wegje, met aan de linkerkant de zogenaamde bijgebouwen van het versterkte kasteel, uit dezelfde tijd als het slot dat in 1752 werd afgebroken. Ook de duiventil vlakbij dateert uit die tijd. Er wordt verteld dat de duiven in dit cilindervormige gebouw als vers voedsel dienden voor hun eigenaars. Omdat dit kleinwild erg gegeerd was toen, moest het aantal koppeltjes dat kasteelheren werd toegekend gereglementeerd worden. Het aantal ‘hokjes’ werd bepaald volgens de totale oppervlakte van het land dat een kasteelheer bezat. Met één koppel per Franse acre, bezaten de eigenaars van het kasteel van Attre er 2.400. Daarmee kon je al eens een feestje bouwen…

Bij het hek dat uitkomt op het park kun je het wapenschild zien van de mensen die het kasteel bouwden: een witte eenhoorn tegen een rode achtergrond en een kruis boven een blauwe achtergrond. En dan begint de wandeling, over paden die vaak langs een waterwegje lopen dat van de Dender komt. Door die natuurlijke vorm van irrigatie zijn de bodem en de bomen schitterend groen.

In een bocht staat de toren van Vignou, die volgens de legende werd bewoond door een onbetrouwbaar figuur. Deze schurk, Vignou, zou 14 onschuldige mensen hebben gekidnapt en vermoord. Het adjectief vignou, dat verwijst naar een misdadiger, bestaat trouwens nog altijd in de volkstaal. Over ‘de rots’ dan is al veel inkt gevloeid. Dit vormeloze gebouw is een 24 meter hoge, grillige rotsformatie met stenen uit een groeve. Er lopen allerlei gangen doorheen waar je zelfs met het krachtigste gps-toestel het noorden kwijt zou raken en waarvan er maar een paar toegankelijk zijn voor het publiek. De kosten van deze operatie buiten beschouwing gelaten waren er 40 arbeiders en zeven jaar werk nodig om tot dit – het moet gezegd – zeer originele resultaat te komen. Eenmaal buiten dit labyrint, wordt de bezoeker verblind door het vrije uitzicht op een vreedzame vijver.

Verder op de weg, alweer een verrassing, vanuit de hoogte. Er hangt een Zwitserse chalet over het pad dat je kunt oplopen om de het bouwsel van dichterbij te bekijken. Naar binnen kun je niet, want dat zou de constructie, die nu al in een betreurenswaardige staat is, nog wankeler maken. Tegen het eind van de wandeling wordt je aandacht getrokken door een kubusvormig gebouw, opgetrokken op een hoogte. Dit is het badpaviljoen. Hier konden de gasten van de kasteelheer baden, om zich te ontspannen. Langsheen dit paviljoen konden de genodigden genieten van een mooi uitzicht op de Dender, met de tuin van het kasteel en de velden op de achtergrond. Langs enkele zitbanken loop je naar de uitgang van het park. Een bankje nodigt je uit om nog even te gaan zitten en je verbeelding de vrije loop te laten.

 

informatie

Château d’Attre
Avenue du Château, 8
B-7941 Attre
+32 (0)68 45 40 60
château.de.attre@skynet.be

À lire aussi

Your opinion counts