- Patrimoine
- / Geschiedenis
Door Adrienne Pesser
De jaren van leegstand zijn voorbij. Een historische en architecturale parel, het kasteel van Faing, gunt zichzelf een nieuw leven.
De eindeloze kilometers die ik door de Luxemburgse bossen rijd, worden uiteindelijk beloond. Opeens rijst de kolos op voor mijn verblufte ogen. Het is een spektakel waar ik versteld van sta. Zelfs in de Belgische regen lijkt de zon te weerkaatsen op het gebouw met okerkleurig pleisterwerk en grijze natuursteen. De U-vormige neogotische constructie wordt in de hoeken geflankeerd door vier ronde torens, waarvan de blikvanger, de toren in het zuidoosten, wordt gekroond met een vuurtoren die ‘s nachts het dorp verlicht.
Het huidige kasteel is een exacte reconstructie uit de 19de eeuw. In de middeleeuwen woonde hier de familie du Faing, heren van Jamoigne. De heerlijkheid du Faing ontleent haar naam aan de modderige (fangeux) terreinen op de oevers van de Semois, waar het gebouw werd opgetrokken. ‘Le Faing’ is ook een gehucht van Jamoigne geworden, en dat is te begrijpen. Het oorspronkelijke kasteel werd de prooi van de tijd en werd niet bewaard. In 1872 bouwden graaf Fernand de Loen d’Enschedé en de architect Pierre Van Kerkhoven het monument weer op volgens de plannen van zijn voorganger.
De trots van het volk
Het kasteel overleeft de twee Wereldoorlogen. Het doet een tijd dienst als opvanghuis voor kinderen, en in 1976 verkopen de Zusters van Barmhartigheid van Besançon het voor een symbolische frank aan de gemeente Chiny. Het gebouw en zijn omgeving worden dan eigendom van de gemeente en er wordt een rusthuis in ondergebracht dat door het OCMW wordt beheerd. Die instelling bouwt 15 kleine bungalows in het park van het kasteel. Geen gekke plek om te wonen, lijkt ons. In februari 1997 zet het Institut du Patrimoine wallon (IPW – Instituut voor het Waals erfgoed) het kasteel op de lijst van beschermde gebouwen. Maar het geld dat nodig is voor de sanering van het centrum blijft achterwege en in 2011 is de sluiting onafwendbaar. ‘Zo’n dossier krijg je maar één keer in je carrière op je bureau,’ lacht Sébastian Pirlot, de gedeputeerde-burgemeester van Chiny. Toen hij in 2006 zijn functie opnam, was het kasteel nog maar een schaduw van wat het eens geweest was: het was een buitengewoon erfgoed dat al vijf jaar leegstond. Toen er een nieuwe meerderheid kwam, ging de stad Chiny over tot de complete renovatie van de site, met de steun van het gewest. In 2009 werden de subsidieaanvragen ingediend en werd er een proefproject opgestart. Alle gemeentelijke diensten zullen worden samengevoegd in deze ruimte van meer dan 800 m². In totaal is er 6 miljoen euro nodig voor de verbouwing. Het Waalse Gewest schenkt 3,5 miljoen subsidies. De gemeente Chiny engageert zich voor de resterende 2,5 miljoen euro. Na twee jaar verbouwingen, zowel binnen als buiten, was het kasteel van Faing op zondag 9 september laatstleden (ter gelegenheid van de 24de Erfgoeddagen) klaar voor zijn inauguratie, die door het IPW (Instituut voor Waals patrimonium) erkend werd als een ‘uitzonderlijke activiteit’. De inwoners van Chiny (her)ontdekten een nieuwe versie van dit erfgoed dat te lang in de vergetelheid was geraakt.
Na twee jaar verbouwingen is het kasteel van Faing klaar voor zijn nieuwe bestemming, na de inauguratie ter gelegenheid van de recente Erfgoeddagen.
Renovatie
Zoals in het proefproject was beschreven, zal het kasteel voortaan de gemeenteadministratie herbergen in de rechtervleugel, en het OCMW in de linkervleugel. De andere gemeentediensten worden ondergebracht in de drie bijgebouwen. Het eerste, de ‘Grange (schuur) du Faing’ heeft een ruimte waar plaatselijke kunstenaars tegen geringe prijs hun werken kunnen exposeren. In het tweede bijgebouw zijn de bibliotheek en een polyvalente zaal ondergebracht. Het derde bijgebouw wordt verdeeld onder het plaatselijke tewerkstellingsbureau, de administratie van de dienstencheques en de politie. De moderne meubels contrasteren met de neogotische buitenkant.
Na twee jaar verbouwingen is het kasteel van Faing klaar voor zijn nieuwe bestemming, na de inauguratie ter gelegenheid van de recente Erfgoeddagen.
De gevels, daken, ringmuren en verschillende zalen van de gelijkvloerse verdieping zijn voortaan beschermde monumenten. Voor de burgers en toeristen die langskomen, heeft de vzw Territoires de la Mémoire een didactisch parcours uitgewerkt dat de geschiedenis van het kasteel en zijn invloed in de loop van de eeuwen oproept. In de nabije toekomst komen er ook nog andere activiteiten: concerten, lekker eten, een speelplein of een tuinfestival in het kasteelpark, dat nu nog wordt aangelegd. Bezoekers kunnen nu al genieten van dit openbare park van meer dan zes hectare, dat alle dagen toegankelijk is, zowel voor mensen uit Chiny als van elders.
informatie
Gemeentelijke administratie van Chiny
Rue du Faing
B-6810 Jamoigne (Chiny)
commune@chiny.be
www.chiny.be
Referenties
In het begin is de geschiedenis van het geslacht nogal onduidelijk. In de 16de eeuw komt er meer klaarheid in. We weten dat Jean de Tassigny, een voorvader van de familie du Faing, in het gehucht met dezelfde naam woont. Hugues, de zoon van Jean de Tassigny, neemt de naam van het domein over en komt door zijn huwelijk in de adelstand terecht. Henry du Faing, zoon van Hugues du Faing, verleent het geslacht meer aanzien door zijn huwelijk met Agnes de Tassigny, de dochter van Jean de Tassigny. Van hun tien kinderen zijn er maar twee die zonen krijgen die het geslacht voortzetten. Volgens de legende zou Nostradamus ten tijde van Henry du Faing de streek bezocht hebben. Helaas is er geen enkel document dat dat bevestigt.
In de 17de eeuw is Gilles du Faing zonder enige twijfel de beroemdste telg van alle takken van de familie. Filip IV, de koning van Spanje, verleent het geslacht van Jamoigne de rang van baron, ten voordele van Gilles du Faing. Hij heeft heel wat gunsten… geërfd.
De smeltoven van Faing
Tijdens de industriële revolutie wordt in Jamoigne een staalfabriek opgericht. Eerst wordt ze ‘forge du Faing’ genoemd, en later ‘fourneau de la Hailleule’. De oven dooft in 1838 uit en wordt vervangen door een molen en een olieperserij. In 1872 gaat het kasteel van Faing, waar alleen nog maar wat ruïnes van overblijven, over in andere handen. Graaf Fernand de Loen d’Enschedé en architect Pierre Van Kerkhoven bouwen het kasteel weer op volgens het plan van zijn voorganger. In 1885 verkoopt Fernand de Loen het kasteel, dat nog steeds niet is afgewerkt, aan de familie Louppe. Na een hevige brand laten die in 1903 het gebouw, de bijgebouwen en het terrein over aan de Zusters van Barmhartigheid van Besançon.
Het kasteel van de rechtvaardigen
Eeuw na eeuw volgen de heerlijkheden er elkaar op en allemaal drukken ze hun stempel op de geschiedenis en de architectuur van de plek. De 20ste eeuw betekent een keerpunt, wanneer in 1903 de Zusters van Barmhartigheid van Besançon, een congregatie die onderwijs en verpleging biedt, het kasteel, de bijgebouwen en het terrein koopt. De zusters en hun kostgangers houden vooral van de rust in de streek. In 1933 koopt de vzw ‘Maison de Repos’ (Rusthuis) het eigendom. In de Tweede Wereldoorlog wordt het kasteel het ‘Home Reine Élisabeth’. In het begin werden er kinderen van Belgische gevangen militairen ondergebracht, maar ook onder andere 87 joodse Belgische kinderen, die onder een pseudoniem werden ingeschreven en ingelijfd bij de verkenners. Door die nieuwe identiteit ontkomen ze aan de deportatie, maar ze krijgen tegelijkertijd ook een zuurstofkuur, omdat ze in openlucht met andere kinderen van hun leeftijd kunnen spelen, lachen en geheimen uitwisselen. In 1988 ontvangen verschillende opvoeders van het tehuis het Israëlische ereteken ‘Juste parmi les Nations’ voor hun moed en volharding. Eén van die ‘rechtvaardigen’ is Jean-Marie Fox, leraar en scoutsleider van 1943 tot 1945.
Dominique Zachary, een journalist uit de Gaume, vertelt in La Patrouille des enfants juifs uit 1994 het buitengewone verhaal van Michel Goldberg, een van de kinderen die hier werden verstopt. In 2005 maakt Vincent Penelle er een toneelbewerking van, die in Brussel wordt opgevoerd. De gemeente Chiny heeft beslist een hedendaags standbeeld van 4 m hoog te plaatsen op het binnenplein van het kasteel, ter nagedachtenis van de Rechtvaardigen en de joodse kinderen die in Jamoigne waren ondergedoken.
Sleutelmomenten
• 1933 : de vzw ‘Maison de Repos’ (Rusthuis) koopt het domein van Faing.
• 1940-1945 : het ‘Home Reine Élisabeth’ vangt kinderen van militairen op en verstopt 87 joodse kinderen.
• 1976 : de gemeentelijke administratie koopt het kasteel en de omgeving. In het gebouw komt een OCMW-rusthuis.
• 2001 : bij gebrek aan geld wordt de site verwaarloosd.
• 2006 : er komt een renovatieproject: alle gemeentelijke diensten zullen er worden ondergebracht.